Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 en het afronden van getallen

Vraag

Hoe zit het met het afronden van getallen bij luchtkwaliteitsberekeningen met het oog op de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007?

Antwoord

Voor de wijze van afronding van berekende waarden is in artikel 68 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 het volgende geregeld:

  1. Wanneer de waarde van een door middel van berekening vastgestelde concentratie wordt gebruikt voor beoordeling van de luchtkwaliteit, wordt die waarde afgerond naar het dichtstbijzijnde hele getal, waarbij een halve eenheid wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde even getal. Dit betekent in de praktijk bijvoorbeeld dat een berekende jaargemiddelde waarde voor NO2 van 40,5 µg/m3 wordt afgerond naar 40 µg/m3 en dus aan de grenswaarde voldoet. Een waarde van 39,5 µg/m3 zal overigens ook worden afgerond naar 40 µg/m3.
  2. Wanneer de waarde van een door middel van berekening vastgestelde concentratie wordt gebruikt voor toetsing aan de 3% grens of de tijdelijke 1% grens, genoemd in artikel 2, eerste of tweede lid, van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen), wordt die waarde afgerond naar één cijfer achter de komma.

De wijze van afronding bij toetsing van de 24-uurgemiddelde concentratie PM10 aan de norm hangt samen met de wijze waarop de berekeningen worden uitgevoerd. Er zijn twee varianten:

  1. Het aantal overschrijdingsdagen in een kalenderjaar wordt bepaald aan de hand van de jaargemiddelde concentratie PM10. Daarbij wordt uitgegaan van een empirische relatie tussen het aantal overschrijdingsdagen en de hoogte van de jaargemiddelde concentratie.
  2. De berekening van het aantal overschrijdingsdagen in een kalenderjaar doorloopt de volgende stappen:
    a. berekenen van de 24-uurgemiddelde concentratie voor elke dag in dat kalenderjaar
    b. toetsen van de berekende dagwaarden aan de grenswaarde van 50 µg/m3
    c. bepalen van het aantal dagen met een dagwaarde die hoger is dan de grenswaarde van 50 µg/m3.

In variant 1 wordt het aantal overschrijdingsdagen berekend aan de hand van een jaargemiddelde concentratie PM10 die niet is afgerond. Wanneer het aantal overschrijdingsdagen wordt getoetst aan de norm (van maximaal 35 dagen) is wel een afronding vereist van het aantal berekende overschrijdingsdagen. Ook hierbij wordt het berekende aantal overschrijdingsdagen afgerond naar het dichtstbijzijnde hele getal, waarbij een halve eenheid wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde even getal.

In variant 2 wordt per dag een 24-uurgemiddelde concentratie berekend. Bij de toetsing van deze waarde aan de grenswaarde van 50 µg/m3 is afronding van de berekende waarde vereist. Vervolgens wordt het aantal overschrijdingsdagen bepaald. Daarbij is dan geen afronding meer nodig.

De bovenstaande varianten en de aanpak voor de afronding zijn ook van toepassing bij toetsing aan de normen voor:

  • het aantal maal dat de 24-uurgemiddelde concentratie zwaveldioxide hoger is dan de grenswaarde van 125 µg/m3
  • het aantal maal dat de uurgemiddelde concentratie stikstofdioxide hoger is dan de grenswaarde van 200 µg/m3
  • het 98-percentiel van de 8-uurgemiddelde concentratie koolmonoxide.