Mochten nevenactiviteiten onder het Besluit landbouw?

Vraag

Waren nevenactiviteiten toegestaan onder het (inmiddels vervallen) Besluit landbouw?

Antwoord

Ja. Zolang er in hoofdzaak sprake is van een inrichting als bedoeld in artikel 2 van het Besluit landbouw, waren kleinschalige nevenactiviteiten mogelijk. Het bedrijf bleef onder het Besluit landbouw vallen en werd niet vergunningplichtig.

Voorbeelden van nevenactiviteiten

Nevenactiviteiten waren bijvoorbeeld:

  • horeca-activiteiten;
  • verblijfsrecreatie;
  • verlening van zorg;
  • de stalling van caravans;
  • de verkoop van landbouwproducten.

Groeide de omvang van de nevenactiviteit(en) zo dat de agrarische activiteiten niet langer de hoofdactiviteiten zijn, dan viel de inrichting niet meer onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw. Dan had het bedrijf een vergunning nodig.

Jurisprudentie

In ABRvS nr. 200701237/1 van 15 augustus 2007 (St. Oedenrode) werden de aanwezige kantine en terrassen bij een paardenhouderij als kleinschalige nevenactiviteit gezien: "niet zodanig in omvang dat de inrichting niet in hoofdzaak bestemd is voor het houden van paarden".

In ABRvS nr. 200704183/1 en 200704183/2 van 18 juli 2007 (Beemster) werd een caravanstalling bij een glastuinbouwbedrijf als nevenactiviteit gezien: "2.2.3. Uit de stukken, alsmede het verhandelde ter zitting, blijkt dat de inrichting sinds enige jaren zowel voor glastuinbouw als voor de stalling van caravans wordt gebruikt. Het stallen van caravans binnen de inrichting vindt plaats op een oppervlakte van 3750 m2 van in totaal 9194 m2. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de Afdeling van oordeel dat, hoewel in de inrichting ook caravans worden gestald, de glastuinbouw de belangrijkste activiteit binnen de inrichting vormt."