Waarom en wanneer moet bevoegd gezag BBT bepalen?

Waarom moet bevoegd gezag BBT bepalen?

Bedrijven met een IPPC-installatie zijn vergunningplichtig. Dit staat aangegeven in artikel 2.1 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Provincie of gemeente is bevoegd gezag van een IPPC installatie. Bijlage I van het Bor geeft daar uitsluitsel over.

Het bevoegd gezag moet een omgevingsvergunning baseren op de Beste Beschikbare Techniek. Dit volgt uit artikel 2.14 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Artikel 2.14 lid 6 van de Wabo geeft de grondslag voor een verdere uitwerking van deze verplichting in artikel 5.4 van het Bor. Naast de vergunning kunnen nog algemene regels gelden zoals het Activiteitenbesluit.

Wanneer bepaalt het bevoegd gezag BBT?

Het bevoegd gezag toetst aan de BBT-conclusies in de volgende situaties:

  • Bij het oprichten van een nieuwe IPPC-installatie.
  • Het veranderen van de werking van een bestaande IPPC-installatie. Zie ook de jurisprudentie over belangrijke wijziging van de exploitatie.
  • Een IPPC-installatie waarvan de BBT-conclusies voor de hoofdactiviteit zijn gepubliceerd. Voor IPPC installaties geldt een actualisatieplicht. Het bevoegd gezag moet binnen vier jaar de vergunningvoorschriften actualiseren. Ook moet de installatie binnen vier jaar voldoen aan deze geactualiseerde voorschriften.
  • Als een actualisatieplicht geldt volgens artikel 2.30 lid 1 Wabo en artikel 5.10 lid 2 Bor.