Drijfmest en digestaat in mestbassins

De voorschriften voor het opslaan van drijfmest en digestaat staan in paragraaf 3.4.6 van het Activiteitenbesluit. De voorschriften zijn van toepassing op inrichtingen type B en C.

Toepassingsbereik

Drijfmest bestaat uit dierlijke meststoffen die verpompbaar zijn - in tegenstelling tot vaste mest. Digestaat is het stabiele restproduct dat overblijft na mestvergisting. Stabiel wil zeggen: uitgegist (zie artikel 3.50 lid 2 Activiteitenbesluit).

De voorschriften zijn niet van toepassing op het mestverwerkingsproces zelf (artikel 3.50 Activiteitenbesluit). De voorschriften zijn ook niet van toepassing  als het digestaat is vergist met minder dan 50% dierlijke mest. Dat volgt uit de definitie van digestaat van artikel 1.1 lid 1 Activiteitenbesluit.

Er zijn ondergrondse en bovengrondse mestbassins. Ondergrondse mestbassins hebben een afdekking die een vloer is. Bijvoorbeeld een mestbassin onder een werktuigenberging, opslagplaats of het erf. Ligt een mestbassin onder een (voormalig) dierenverblijf, dan is het een mestkelder. De andere mestbassins zijn bovengrondse mestbassins, ook als ze half onder de grond liggen.

Omgevingsvergunning milieu nodig

De eisen van het Activiteitenbesluit voor het opslaan van drijfmest en digestaat gelden niet voor mestbassins met een gezamenlijk oppervlak van meer dan 750 m2 of meer dan 2.500 m3. De eisen moeten in de omgevingsvergunning milieu staan. Deze activiteiten zijn als vergunningplichtig aangewezen in Bijlage I, onderdeel C, onderdeel 7.5 onder i en j van het Besluit omgevingsrecht.

Bij het bepalen van oppervlak en inhoud tellen de ondergrondse mestbassins niet mee (artikel 3.50 Activiteitenbesluit). Bij meten van het oppervlak gaat het om de oppervlakte aan bovenzijde. Die is bepalend (ABRvS, 201012567/1/M2, 2 maart 2011, Schagen).

Als het oppervlak meer is dan 750 m2 of de inhoud meer dan 2.500 m3 gelden de eisen niet. De rechtbank Zeeland-West-Brabant zag dit anders in de uitspraak van 14 maart 2014 (gepubliceerd op 31 augustus 2016, AWB 13_4040). De rechtbank oordeelde dat een mestbassin van minder dan 750 m2 maar meer dan 2.500 m3 toch onder het Activiteitenbesluit viel.  De uitleg was dat aan beide voorwaarden van artikel 3.50 lid 1 moet worden voldaan om er niet onder te vallen. Dit is voor zover ons bekend de enige uitspraak met deze lijn.