Opslaan van organische oplosmiddelen in ondergrondse tanks

Leeswijzer

Deze pagina begint met een uitleg van de activiteit 'ondergrondse opslag van organische oplosmiddelen'. Wat valt hier in het Activiteitenbesluit wel en niet onder?

De voorschriften van deze activiteit zijn van toepassing op inrichtingen type A, B en C.

In het linkermenu ziet u voor welke milieuthema's bij deze activiteit voorschriften gelden. Onderaan deze pagina vindt u per thema een link naar de uitleg over deze voorschriften.

Uitleg van de activiteit

Bovengrens

De voorschriften zijn alleen van toepassing op tanks van metaal of kunststof met een inhoud niet groter dan 150 m3.

Welke organische oplosmiddelen

De voorschriften zijn van toepassing op de opslag van bepaalde oplosmiddelen van ADR-klasse 3. Dit zijn:

  • butanon (2-butanon, MEK of methyletylketon)
  • ethanol
  • ethylethanoaat (ethylacetaat)
  • 4-methyl-2-pentanon (methylisobutylketon, MIBK)
  • 1-propanol
  • 2-propanol (isopropylalcohol, IPA)
  • propanon (2-propanon, aceton).

Organisch oplosmiddel

Activiteitenbesluit, artikel 1:

organisch oplosmiddel: vluchtige organische verbinding die wordt gebruikt:

  1. om, alleen of in combinatie met andere stoffen en zonder een chemische verandering te ondergaan, grondstoffen, producten of afvalmaterialen op te lossen,
  2. als schoonmaakmiddel om verontreinigingen op te lossen,
  3. als verdunner,
  4. als dispergeermiddel,
  5. om de viscositeit aan te passen,
  6. om de oppervlaktespanning aan te passen,
  7. als weekmaker, of
  8. als conserveermiddel;