Gedoogplicht ontvangst maaisel en bagger

Er is een wettelijke plicht om onderhoud- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen (artikel 5.23 Waterwet). De grondeigenaar of -gebruiker bij of in een oppervlaktewaterlichaam moet bij het onderhoud vrijkomende baggerspecie en maaisel op zijn grond ontvangen (zie lid 2 van artikel 5.23 Waterwet).

De gedoogplicht om bij het onderhoud vrijkomende baggerspecie en maaisel te ontvangen gaat niet in alle gevallen op. Als de berm bijvoorbeeld te smal is of als er bouwwerken staan, geldt deze plicht niet. De gedoogplicht kan ook op gronden rusten die niet direct aan het water liggen. Dit is het geval wanneer de direct aan het water gelegen gronden van te kleine omvang zijn om de specie te ontvangen. Dan geldt de gedoogplicht ook voor de daarachter gelegen gronden (bijvoorbeeld achter een voet- of fietspad).

Regulier onderhoud

De gedoogplicht richt zich op specie en maaisel dat vanwege regulier onderhoud van dat oppervlaktewaterlichaam wordt verwijderd. Is er sprake van regulier onderhoud wanneer er 65 jaar niet gebaggerd is? Deze vraag lag voor in een rechtszaak (Zie uitspraak: ECLI:NL:RBMNE:2013:7257).
Er werd betoogd dat dit geen regulier maar achterstallig onderhoud was. De rechtbank oordeelde dat er toch sprake is van regulier onderhoud. Ook als er 65 jaar niet is gebaggerd. Het begrip ‘regulier’ kan dus erg ruim worden opgevat.

Reikwijdte gedoogplicht

De eigenaar van de gronden kan niet verplicht worden om de specie of het maaisel af te voeren. Het waterschap kan over de afvoer (en de kosten) ervan wel afspraken maken met de grondeigenaar. Dit is geen verplichting die voortvloeit uit de gedoogplicht. Het waterschap kan de perceeleigenaar op basis van de gedoogplicht niet dwingen om afspraken te maken met bijvoorbeeld de aannemer van het waterschap over het transport van baggerspecie. De perceeleigenaar kan bijvoorbeeld ook een gemeente zijn.

Onderhoudslegger

In de keur en de onderhoudslegger (artikel 78 Waterschapswet) van het waterschap zijn de onderhoudsverplichtingen van derden opgenomen. Het is goed deze onderhoudslegger te raadplegen om te zien hoe de onderhoudsplicht is omschreven. Bijzondere privaatrechtelijke afspraken kunnen een inbreuk maken op de onderhoudsplicht zoals deze omschreven is in de legger. Zo komt het voor dat een waterschap en een gemeente een overeenkomst sluiten met dergelijke afspraken. De onderhoudslegger moet niet verward worden met de Waterwet-legger.

Door of onder toezicht beheerder oppervlaktewaterlichaam

Het Rijk (Rijkswaterstaat) of het waterschap mag als waterbeheerder de gedoogplicht opleggen. Ook de gemeente kan zijn aangewezen als formele beheerder in de zin van de Waterwet. Bijvoorbeeld bij gemeentelijke bermsloten. In dat geval kan ook de gemeente gebruik maken van de gedoogplicht van de Waterwet (zie artikel 3.2 Waterwet).

Afvalstof

Bij het onderhoud vrijkomende baggerspecie en plantenresten zijn afvalstoffen in de zin van de Wet milieubeheer. Volgens artikel 10.2 Wet milieubeheer is het storten van die stoffen in beginsel verboden, maar er zijn uitzonderingen.


Zie dit handboek