Hoeveel jongvee mocht onder het Besluit landbouw?

Vraag

Hoeveel stuks jongvee mocht een veehouder houden om nog onder het (inmiddels vervallen) Besluit landbouw te vallen?

Antwoord

Dat was voor een bedrijf met uitsluitend jongvee maximaal 340 stuks jongvee.

Het (vervallen) Besluit landbouw is hierop gewijzigd, vanaf 1 oktober 2009 stond dit uitdrukkelijk bepaald. Voorheen was het niet duidelijk of de definitie van melkrundvee in artikel 1 ook van toepassing was op jongveebedrijven. Daarom is de definitie in artikel 1 aangevuld met "Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar dat bestemd is om te worden gehouden als melkvee bedoeld onder 1° dan wel als vrouwelijk vleesvee bedoeld onder 2°". Daarnaast is in artikel 3 een maximale grens gesteld van 340 stuks jongvee.

Een combinatie van melkvee en jongvee was ook nog onder het Besluit toegestaan, mits het totaal aan melkrundvee en vrouwelijk jongvee niet hoger was dan 340 stuks én het aantal stuks melkrundvee niet hoger was dan 200.

Een bedrijf kon dus 200 stuks melkrundvee houden en 140 stuks jongvee, maar ook 150 stuks melkrundvee en 190 stuks jongvee was toegestaan. De grens van 200 stuks melkrundvee bleef wel bestaan, dus bijvoorbeeld 250 stuks melkrundvee en 90 stuks jongvee was niet mogelijk.

Het "bijbehorende vrouwelijk jongvee jonger dan 2 jaar" kon zijn bestemd voor de fokkerij of de mesterij. Het vrouwelijk jongvee dat voor de fokkerij was bestemd, bestond uit vrouwelijke dieren die nog niet gekalfd hadden en die werden aangehouden voor de vervanging van de melkveestapel op het bedrijf. Onder vrouwelijk jongvee bestemd voor de mesterij (vleesvaarzen) vielen alle vrouwelijke dieren die werden gehouden voor de rundvleesproductie en maximaal één keer gekalfd hadden . Als vader hadden ze meestal een stier van een vleesras.

Het ging dus in het Besluit landbouw om jongveebedrijven, niet om bedrijven met vleeskalveren. Vleeskalveren hadden mestvarkeneenheden (mve) en daarvoor gold onder het Besluit landbouw een grens van 50 mestvarkeneenheden.


Zie ook