Fijnstof

De luchtkwaliteit heeft een grote invloed op de volksgezondheid. De luchtkwaliteit wordt mede bepaald door fijnstof. De veehouderij is een bron van fijnstof.  Ammoniak vormt met deeltjes in de lucht secundair fijnstof.

Op basis van Europese richtlijnen zijn in de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen gesteld voor fijnstof (PM10 en PM2.5). Bij veehouderijen die vergunningplichtig zijn, beoordeelt het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning milieu of aan deze eisen wordt voldaan. Bij niet-vergunningplichtige veehouderijen gebeurt dit via de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM-fijnstof).

Pluimveestallen moeten emissiearm worden uitgevoerd volgens het Besluit emissiearme huisvesting. In het Activiteitenbesluit zijn alleen eisen voor grof stof opgenomen, maar niet specifiek voor veehouderijen.

Handreiking fijnstof

Technieken fijnstof

Een overzicht van technieken voor de reductie van fijnstof en het rekenmodel voor het berekenen van de reductie bij een combinatie van technieken.

Ruimtelijke planvorming

Bij ruimtelijke plannen moet worden getoetst aan de grenswaarden luchtkwaliteit voor fijnstof.

Jurisprudentie

Hier staan uitspraken over fijnstof bij veehouderijen.

Vragen en antwoorden

Antwoorden op veelgestelde vragen over verschillende onderwerpen die samenhangen met fijnstof en veehouderijen.