NEC-stoffen

Inleiding

Deze pagina gaat in op de internationaal afgesproken emissie niveaus voor NOx, SO2, PM2,5, NH3 en VOS per land. Deze emissieplafonds, of National Emission Ceilings (NEC), waren afgesproken voor het jaar 2010 en vormen de basis voor veel van de huidige Nederlandse regelgeving. Voor 2020 en 2030 zijn nieuwe plafonds afgesproken.

Milieubelang en samenhang met ander luchtbeleid

Er is een belangrijke relatie tussen de internationale doelstellingen in het kader van Gothenburg (zie onder) en NEC en het verbeteren van de lokale luchtkwaliteit. Door het terugdringen van de NOx en VOS emissies kan de vorming van ozon worden tegengegaan. Ozon is samen met fijnstof en in mindere mate NOx en SO2 verantwoordelijk voor smogvorming.

Behalve ozon zijn ook de concentratie van NOx en fijnstof belangrijk voor de eisen aan de nationale luchtkwaliteit. Dit blijkt uit de grenswaarden voor deze stoffen waaraan Nederland volgens de 'Wet Luchtkwaliteit' moet voldoen. Als onder invloed van de NEC-richtlijn de NOx en SO2 emissies worden teruggedrongen nemen de concentraties van stikstofoxide en fijnstof in de lucht af.

De richtlijn verplicht de lidstaten van de Europese Unie (EU) te voorkomen dat de emissies de vastgestelde plafonds overschrijden. Als een lidstaat niet voldoet aan een richtlijn kan de EU sancties opleggen.

Effect op gezondheid

De NEC-richtlijnen (de oude uit 2010, en het nieuwe voorstel) hebben tot doel de oppervlakte in Europa die door verzuring is aangetast minimaal met de helft te verminderen. Een tweede doel van de richtlijn is de vermindering van de ozonbelasting voor de mens.

Onderzoek door het RIVM laat zien dat de kosten en baten van het verlagen van de emissies van NOx, fijnstof, SO2, NH3 en VOS voor de samenleving positief uitvallen. Het RIVM verwacht een verlenging van de gemiddelde levensverwachting in 2020 met 4,5 maanden ten opzichte van 2005 als gevolg van de verbetering van de milieukwaliteit.

Rol bevoegd gezag

De afspraken die in EU-verband worden vastgelegd moeten de lidstaten verwerken in nationale regelgeving. Voor het Wet milieubeheer (Wm) bevoegd gezag zijn de internationale afspraken dus niet direct van toepassing.

Plafonds voor 2020 en 2030

Gothenburgprotocol

In mei 2012 zijn in Geneve afspraken gemaakt over nieuwe emissieplafonds voor luchtverontreinigende stoffen in Europa (zie Tractatenblad 2013 nr. 70). Deze afspraken zijn vastgelegd in het vernieuwde Gothenburgprotocol. Hierdoor zullen vanaf 2020 in Europa aangescherpte emissieplafonds per land gaan gelden voor NOx, SO2, VOS, NH3 en voor fijnstof.

Deze plafonds gelden voor de lidstaten van de EU en voor Zwitserland, Noorwegen, Kroatië en Wit-Rusland. De verwachting is dat later ook andere landen zullen toetreden tot het Protocol, zoals Rusland, de Oekraïne en de USA. Dan gelden ook voor hen aangescherpte emissieplafonds.

De emissieplafonds vanaf 2020 in het Gothenburgprotocol zijn lager dan de huidig geldende NEC-plafonds vanaf 2010 in Europa. Vanaf 2020 zal voor het eerst ook een emissieplafond gelden voor fijnstof, uitgedrukt in PM2,5.

NEC richtlijn 2016

In december 2016 heeft de Europese Commissie een nieuwe NEC richtlijn (EU 2016/2284) gepubliceerd. Deze NEC richtlijn omvat emissieplafonds voor 2020 en 2030 voor 5 luchtverontreinigende stoffen. Dit zijn de stoffen NOx, SO2, PM2.5, VOS en NH3. De plafonds van 2020 zijn gelijk aan de plafonds uit het Gothenburgprotocol. De NEC richtlijn leidt in 2030 tot een reductie van het aantal mensen in Europa dat vervroegd komt te overlijden met 49,6% ten opzichte van 2005.

De nieuwe plafonds zijn gebaseerd op prognoses van de effecten van het huidige beleid in Europa. Deze effecten zijn berekend met een rekenmodel, GAINS, waarmee de kosten en baten van het emissiebeleid in Europa optimaal over de verschillende landen verdeeld kunnen worden.

De plafonds voor Nederland in 2020 zijn naar verwachting haalbaar als het huidige, ingezette beleid wordt uitgevoerd (zie tabel).

Berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

Huidige NEC plafond

Gerealiseerde Emissie

Gothenburg protocol Plafond

Raming PBL, ingezet beleid

2010

2010

2020

2020

Kton/jr

Kton/jr

Kton/jr

Kton/jr

SO2

50

34

47

46

NOx

260

276

202

184

NH3

128

122

123

119

VOS

185

151

166

153

PM2,5

15

13

13

Gerealiseerde emissiecijfers per jaar zijn beschikbaar. Na ongeveer anderhalf jaar zijn deze cijfers over een bepaald jaar definitief, al kunnen ze nog worden bijgesteld door nieuwe inzichten.

Plafonds voor 2010

In de NEC-richtlijn (2001/81/EC) waren voor de Europese lidstaten emissieplafonds (National Emission Ceilings) voor 2010 vastgesteld voor de stoffen NOx, SO2, NH3 en VOS (Vluchtige Organische Stoffen).

De Nederlandse regering heeft in de uitvoeringsnotitie ‘Erop of Eronder' (pdf, 277 kB) uit 2003 de NEC-emissieplafonds onderverdeeld naar verschillende sectoren. In het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP 4) is gekozen voor inspanningsverplichtingen voor 2010 die verder gaan dan de NEC-plafonds. Via milieuregelgeving is geborgd dat de plafonds worden gehaald.

De Nederlandse NEC-emissieplafonds zijn voor SO2 en voor VOS ruimschoots gehaald. De economische recessie van 2009 is van grote invloed geweest op de de emissies. Zie voor meer informatie het RIVM-rapport Emissions of transboundary air pollutants in the Netherlands 1990-2013, Informative Inventory Report 2015 (pdf, 5.6 MB).