Overgangsrecht Wijziging Besluit m.e.r.

Het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage is in het Staatsblad verschenen op 28 februari en zal op op 1 april 2011 in werking treden. In artikel IV van dit besluit is het overgangsrecht geregeld voor situaties waar de merregelgeving voor 1 april 2011 van toepassing is.

U vindt hier naast de wettekst informatie over de volgende praktijksituaties:

Er zijn ook situaties waar de merregelgeving voor 1 2011 april niet van toepassing is, maar op basis van het nieuwe besluit na 1 april 2011 wel en m.e.r.(beoordelings)plicht bestaat:

Wettekst overgangsrecht

Artikel IV Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage:

Als voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit over activiteiten als bedoeld in artikel 7.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer:

  1. een kennisgeving van het voornemen tot het voorbereiden van een plan als bedoeld in artikel 7.9, eerste lid, van de Wet milieubeheer is gedaan;
  2. een aanvraag als bedoeld in artikel 7.28 van de Wet milieubeheer voor een besluit bij de voorbereiding waarvan een milieueffectrapport dient te worden gemaakt, is ingediend;
  3. door het bevoegd gezag ingevolge artikel 7.17, vijfde lid, dan wel artikel 7.19, vierde lid, van de Wet milieubeheer van een beslissing als bedoeld in artikel 7.17, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 7.19, eerste lid, van de Wet milieubeheer, mededeling is gedaan, of
  4. kennisgeving is gedaan van een ontwerp van een besluit bij de voorbereiding waarvan een milieueffectrapport dient te worden gemaakt en dit ontwerp ter inzage is gelegd, blijft ten aanzien van die kennisgevingen, aanvraag en mededeling het voor dat tijdstip geldende recht van toepassing.

Vóór 1 april 2011 een kennisgeving gedaan van een m.e.r.-plichtig plan

Het gaat hierbij om overgangsrecht voor de toepassing van het Besluit m.e.r. bij m.e.r.-plichtige plannen in het kader waarvan reeds vóór 1 april 2011 een kennisgeving op grond van artikel 7.9, eerste lid, van de Wm van het voornemen tot het voorbereiden van een m.e.r.-plichtig plan is gedaan. Dit is geregeld in artikel IV, onder 1, van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage.

Betekenis
Indien op grond van artikel 7.9, eerste lid, van de Wm een kennisgeving is gedaan van het voornemen tot het voorbereiden van een m.e.r.-plichtig plan blijft op die kennisgeving en de verdere planm.e.r.-procedure de inhoud van het Besluit m.e.r. gelden, zoals dit luidde tot 1 april 2011.
Een en ander betekent dat de artikelen, waaronder de definitiebepalingen en de betreffende relevante categorieën van onderdeel C en/of D van de bijlage van het Besluit m.e.r. blijven gelden in deze case situatie.

Met de kennisgeving geeft het bevoegd gezag aan dat ten behoeve van de voorbereiding van het plan een milieueffectrapport zal worden gemaakt. Door dit overgangsrecht kan het bevoegd gezag de wijziging van het Besluit milieueffectrapportage niet aangrijpen om in een later stadium af te zien van het maken van een milieueffectrapport. Op de voorbereiding van het plan blijven de bepalingen van paragraaf 7.4 en 7.5 Wm van toepassing.

Vóór 1 april 2011 een aanvraag voor een m.e.r-plichtige vergunning ingediend

Het gaat hierbij om overgangsrecht voor toepassing van het Besluit m.e.r. op besluiten op aanvraag (als bedoeld in 7.28 van de Wm),waarvoor een MER moet worden gemaakt, en die zijn ingediend vóór 1 april 2011. Dit is geregeld in artikel IV, onder 2, van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage.

Betekenis
Alleen als er een aanvraag om een besluit, waarvoor een MER dient te worden gemaakt is ingediend vóór 1 april 2011 blijft op die aanvraag en de verdere projectm.e.r.-procedure de inhoud van het Besluit m.e.r. gelden, zoals dit luidde tot 1 april 2011.

NB1 Een besluit, waarvoor een MER moet worden gemaakt, is
1) een m.e.r.plichtig besluit op aanvraag op grond van onderdeel C van de bijlage van het Besluit m.e.r. en
2) een m.e.r.-beoordelingsplichtig besluit op aanvraag, in het kader van de voorbereiding waarvan door het BG in het merbeoordelingsbesluit is besloten dat er een MER moet worden gemaakt.

NB2 Indien voorafgaande aan een aanvraag een mededeling over een m.e.r.-beoordelingsbesluit is gedaan vóór 1 april 2011 dan is reeds het overgangsrecht van artikel IV, lid 3, van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage van toepassing en geldt reeds het oude Besluit m.e.r. Zie vóór 1 april 2011 is mededeling gedaan van een m.e.r.-beoordelingsbesluit.
Dit overgangsrecht houdt in dat de aanvragen die zijn ingediend vóór 1 april 2011 in de praktijk moeten worden beoordeeld met toepassing van het Besluit milieueffectrapportage zoals dat op die datum luidde. De wijzigingen van het Besluit milieueffectrapportage zijn op die aanvragen dus niet van toepassing. Aanvragen waarbij geen milieueffectrapport is gevoegd of aanvragen waarvoor geen m.e.r.-beoordeling is uitgevoerd, terwijl dat op grond van de categorie-indeling van het Besluit milieueffectrapportage, zoals dat luidde vóór 1 april 2011, wel verplicht was, worden buiten behandeling gelaten.

Vóór 1 april 2011 mededeling gedaan van een m.e.r.-beoordelingsbesluit

Het gaat hierbij om overgangsrecht voor de toepassing van het Besluit m.e.r. bij een lopende procedure ter voorbereiding van een m.e.r.-beoordelingsbesluit en waarbij de mededeling (publicatie) van het m.e.r.-beoordelingsbesluit door het bevoegd gezag is gedaan vóór 1 april 2011. Dit is geregeld in artikel IV, onder 3, van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage.

Betekenis
Dit overgangsrecht heeft betekenis voor een lopende m.e.r.-beoordelingsprocedure ter voorbereiding van het indienen van de aanvraag om het m.e.r.-beoordelingsplichtige besluit. Indien namelijk een aanvraag als bedoeld in artikel 7.28 van de Wm is ingediend vóór 1 april 2011, dan is op die aanvraag toch al het in paragraaf 3.2 van deze notitie behandelde overgangsrecht van artikel IV, onder 2 van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage van toepassing.

Artikel IV, onder 3, van dit besluit regelt in ieder geval overgangsrecht voor de situatie dat de mededeling (bekendmaking) van een m.e.r.-beoordelingsbesluit gedaan wordt vóór 1 april 2011 Op die mededeling is dan het Besluit m.e.r., zoals dat luidde vóór 1 april 2011, van toepassing.In deze gevallen moet in de praktijk nog steeds een milieueffectrapport worden gemaakt ten behoeve van de aanvraag voor die activiteit. Het bevoegd gezag kan de wijziging van het Besluit milieueffectrapportage niet aangrijpen om de beslissing binnen de lopende aanvraagprocedure te herzien.

Vóór 1 april 2011 is een kennisgeving gedaan gedaan behorend bij een m.e.r.plichtig besluit én is ook voor 1 april 2011 het ontwerp-besluit ter inzage gelegd

Het gaat hierbij omovergangsrecht voor de toepassing van het Besluit m.e.r. bij een lopende voorbereidingsprocedure van een besluit, waarvoor een MER moet worden gemaakt, waarbij van het ontwerp-besluit is kennisgegeven en waarbij tevens het ontwerp-Besluit ter inzage is gelegd vóór 1 april 2011. Dit is geregeld in artikel IV, onder 4, van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage.

Betekenis
De relevantie van artikel IV, onder 4 Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage is, anders dan die van artikel IV, onder 2, niet zichtbaar bij een vergunningprocedure op aanvraag, omdat daar altijd eerder een aanvraag is ingediend dan dat van het ontwerp-besluit is kennisgegeven c.q. het ontwerp-besluit ter inzage is gelegd. Dus zal altijd bij een vergunningaanvraag reeds eerder al sprake zijn van het van toepassing zijn van artikel IV, onder 2.
De specifieke relevantie van deze bepaling geldt met name indien een m.e.r.-beoordelingsplichtig of m.e.rplichtig plan als besluit - en dus niet een vergunning op aanvraag - zoals bedoeld in kolom 4 van onderdelen C of D van de bijlage van het Besluit m.e.r vergunning wordt voorbereid. Het gaat hier dan bij voorbeeld om een bestemmingsplan op grond van artikel 3.1 Wro (of een in de plaatstredend Rijksinpassingsplan of provinciaal inpassingsplan of een beheersverordening op grond van artikel 3.40 Wro) dan wel een uitwerkingsplan of wijzigingsplan op grond van artikel 3.6 Wro. Maar ook een Tracébesluit is in deze relevant, indien dit besluit in kolom 4 van de van toepasssing zijnde categorie van de bijlage van het besluit m.e.r. genoemd is als m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig besluit. Voorts zou het kunnen gaan om ambtshalve wijzigingen (dus niet op aanvraag) van vergunningen.

In deze gevallen blijft het milieueffectrapport in de praktijk dus onderdeel van de besluitprocedure. Dus zienswijzen tegen het ontwerp-besluit kunnen ook betrekking hebben op het milieueffectrapport. En in het besluit wordt vermeld op welke wijze rekening is gehouden met de in het milieueffectrapport beschreven gevolgen voor het milieu, de beschreven alternatieven en ter zake van het milieueffectrapport ingebrachte zienswijzen (artikel 7.37 Wm).

Vóór 1 april 2011 is een aanvraag ingediend voor een op dat tijdstip niet-m.e.r(beoordelings).-plichtig besluit

Het gaat hier om de situatie waar vóór 1 april 2011 is een aanvraag ingediend voor een op dat tijdstip niet-m.e.r.(beoordelings)-plichtig besluit, maar dat na 1 april 2011 wel m.e.r.(beoordelings)-plichtig is op grond van het nieuwe Besluit m.e.r.

Deze aanvraag valt niet onder het overgangsrecht. Het overgangsrecht van artikel IV, lid 2, van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage, heeft namelijk alleen betrekking op de besluitm.e.r.procedure van een besluit dat al op grond van het oude besluit m.e.r. besluitm.e.r-plichtig is.
De aanvraag valt in deze situatie niet onder het oude recht, maar uitsluitend onder het nieuwe recht van het Besluit m.e.r. en het overgangsrecht van bedoeld artikel IV geldt hiervoor dus niet. Conform het algemene bestuursrecht geldt dan namelijk het recht dat van toepassing is op het tijdstip van het nemen van het besluit.

Vóór 1 april 2011 is een kennisgeving gedaan omtrent een ontwerpbestemmingsplan en het bestemmingsplan is tevens ter inzage gelegd vóór 1 april 2011

Het gaat hier om de situatie dat Voor 1 april 2011een kennisgeving is gedaan omtrent een ontwerpbestemmingsplan (zonder uitwerkingsplicht of wijzigingsbevoegdheid) en het bestemmingsplan is tevens ter inzage gelegd vóór 1 april 2011. Het bestemmingsplan is op grond van het oude Besluit m.e.r. niet planm.e.r.-plichtig maar is dat wel op grond van het nieuwe Besluit m.e.r.

Deze situatie valt niet onder het overgangsrecht. Het overgangsrecht van artikel IV, lid 1, van het Besluit reparatie en modernisering milieueffectrapportage heeft namelijk alleen betrekking op de planm.e.r.procedure van een plan dat al op grond van het oude besluit m.e.r. planm.e.r-plichtig is.

Het bestemmingsplan in deze situatie niet onder het oude recht, maar uitsluitend onder het nieuwe recht van het Besluit m.e.r. en het overgangsrecht van genoemd artikel IV geldt hiervoor dus niet. Conform het algemene bestuursrecht geldt dan namelijk het recht dat van toepassing is op het tijdstip van het nemen van het besluit.