Stedelijke kavelruil - Omgevingswet

Aanvullingswet Grondeigendom

Stedelijke kavelruil is geregeld in hoofdstuk 12 van de Aanvullingswet Grondeigendom ‘Bijzondere instrumenten voor de inrichting van gebieden’, waarin ook de regeling voor herverkaveling en vrijwillige kavelruil in het landelijke gebied zijn opgenomen.

Waarom een regeling in de Omgevingswet?

Stedelijke kavelruil staat niet op zichzelf, maar is een hulpmiddel bij gebiedsontwikkeling.

Bij gebiedsontwikkeling speelt een groot aantal onderwerpen dat in de Omgevingswet is geregeld een rol, vooral het omgevingsplan en de instrumenten van het grondbeleid (kostenverhaal, voorkeursrecht en onteigening). Het is belangrijk dat de regeling voor stedelijke kavelruil hier goed op aansluit. Daarbij is het ook belangrijk dat de regeling voor stedelijke kavelruil in lijn is met de regeling voor vrijwillige kavelruil in het landelijke gebied.

Mogelijkheden nieuwe regeling

Op dit moment is een groot aantal koop- en verkooptransacties nodig om de kavelindeling in een gebied te wijzigen. De regeling voor stedelijke kavelruil maakt het mogelijk al die koop- en verkooptransacties samen te brengen in één overeenkomst.

Daarbij biedt de kavelruilovereenkomst meer zekerheden dan een gewone koop- of ruilovereenkomst. Zo heeft de kavelruilovereenkomst een zakelijke werking waardoor, ook eventuele nieuwe eigenaren die onroerend goed hebben verkregen door overdracht, verjaring of onteigening daaraan zijn gebonden. De ondertekenaars van de kavelruilovereenkomst kunnen daardoor met een gerust hart investeren in bouwplannen. Er is maar een heel kleine kans dat de ruilovereenkomst niet ten uitvoer kan worden gelegd.

Overgangsrecht

De aanvullingswet bevat geen overgangsrecht, omdat het een nieuwe regeling is.