Vragen en antwoorden

Bouwen binnen en buiten de geurcontouren is alleen mogelijk, als het woon- en leefklimaat aanvaardbaar is. Hier vindt u een overzicht van de jurisprudentie hierover.

Een veehouderij is een inrichting bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren. Jurisprudentie licht dit verder toe.

In een situatie die overbelast is door dieren met geuremissiefactoren is het toch mogelijk om uit te breiden met dieren zonder geuremissiefactor. Dit volgt uit de systematiek van twee beoordelingskaders.

Het is niet mogelijk om in een verordening de definitie van geurgevoelig object te omschrijven. Dat mag wel in beleidsregels, maar de Wet geurhinder en veehouderij blijft bepalend.

Het bevoegd gezag kan een afgesplitste woning herbestemmen, zodat deze geen bescherming krijgt tegen de geur van de voormalige eigen veehouderij. Dit is geregeld in de "Wet Plattelandswoningen".

Het wijzigen van de bestemming van een woning is mogelijk, ook al ligt de woning binnen de geurcontour van een veehouderij. Dit blijkt uit jurisprudentie. Belangrijk is of de wijziging leidt tot beperkingen voor de veehouder.

Het is niet nodig om bij stallen de uitstroomsnelheid van de ventilatoren te meten, omdat deze gebaseerd is op een defaultwaarde of een berekende waarde.

Geurbelastingreducerende maatregelen zijn:

• Maatregelen gericht op de verspreiding van de emissie
• Technische maatregelen die de emissie verlagen

Verschillende normen voor deelgebieden kunnen in één verordening komen te staan. Maar per deelgebied een verordening is ook mogelijk.