Telecommunicatie

Antennes zijn ontworpen om elektromagnetische golven uit te zenden en te ontvangen. Hiermee kan draadloos informatie worden uitgewisseld. Een van de oudste en meest gebruikte antennetoepassingen is het versturen en ontvangen van radiosignalen. Dit werd al snel gevolgd door televisiebeelden.

Tegenwoordig worden er vooral antennes geplaatst om mobiel te kunnen internetten, bellen en sms'en.

Bestemmingsplan en omgevingsvergunning

Voor veel antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie is geen omgevingsvergunning voor het bouwen nodig. Wel kan er een omgevingsvergunning milieu nodig zijn. Grotere antenne-installaties moeten geregeld worden in het bestemmingsplan of via een omgevingsvergunning afwijken.

Omgevingsvergunning bouwen

Het beleid is vooral gericht op het faciliteren van dergelijke installaties en zoveel mogelijk te stimuleren dat er gebruik wordt gemaakt van sitesharing.

In het Bor (Besluit Omgevingsrecht) is geregeld dat antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie tot 5 meter hoogte (bijlage II van het Bor) omgevingsvergunningsvrij zijn. Deze hoeven niet in het bestemmingsplan geregeld te worden.

Voor antenne-installaties hoger dan 5 meter is een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen nodig. De enige uitzondering hierop zijn de installaties voor het communicatiesysteem C2000. Ook voor het bouwen van antenne-installaties kleiner dan 5 meter op gemeentelijke-, provinciale- en rijksmonumenten of in beschermde stads- of dorpsgezichten is voor de activiteit bouwen van een bouwwerk een omgevingsvergunning vereist.

Bestemmingsplan en omgevingsvergunning afwijken

Voor antenne-installaties die niet vergunningvrij zijn, moet in het kader van het bestemmingsplan aangetoond worden dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Hierbij is de ruimtelijke inpassing maatgevend. Maar ook milieueffecten kunnen van belang zijn.

In bijlage II, art. 4 van de Bor is een lijst met zogenaamde planologische kruimelgevallen opgenomen. Voor deze relatief kleine afwijkingen van het bestemmingsplan kan een aparte procedure worden doorlopen. Antenne-installaties niet hoger dan 40 meter staan in deze kruimellijst.

Vanuit een goede ruimtelijke ordening moet aangetoond worden dat er een aanvaardbaar leefklimaat ontstaat. Hierbij kan de milieuregelgeving gebruikt worden voor de verantwoording. Gaat het om installaties waarvoor redelijkerwijs een omgevingsvergunning milieu kan worden verkregen? Dan kan gemotiveerd worden dat er een aanvaardbaar leefklimaat zal zijn.

Omgevingsvergunning milieu

Voor antenne-installaties met een elektrisch vermogen of gezamenlijk vermogen van meer dan 4 kilowatt (kW) is een omgevingsvergunning milieu nodig.

Antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie hebben meestal met een gezamenlijk vermogen dat lager is dan 4 kW. Er is dan geen omgevingsvergunning milieu nodig.

Voor bijvoorbeeld een landelijke omroepzender wordt meestal gebruik gemaakt van opgenomen vermogens van meer dan 4 kW.

Hangen er meerdere antenne-installaties in een zendmast? Dan bepaalt het opgenomen gezamenlijk vermogen per antenne-installatie of een vergunning voor de activiteit milieu moet worden aangevraagd.

Voor antenne-installaties met een opgenomen vermogen van 4 kW of minder gelden geen aparte milieuregels.

Voor antenne-installaties met een opgenomen vermogen van meer dan 4 kW gelden de voorschriften die door een gemeente in de omgevingsvergunning milieu worden opgenomen. Meestal wordt verwezen naar de ICNIRP-limieten. De antenne-eigenaar geeft dan bij de aanvraag aan dat hij aan de ICNIRP-norm voldoet. Dit betekent dat na het plaatsen van de antenne-installatie de toegestane veldsterkte niet wordt overschreden op plekken waar het algemeen publiek kan komen.

Wet- en regelgeving en beleid

Beleid

Het beleid voor zendinstallaties is vastgelegd in het Nationaal Antennebeleid. Het doel van het Nationaal Antennebeleid (NAB) is om binnen duidelijke kaders van volksgezondheid, leefmilieu en veiligheid te stimuleren en faciliteren dat er voldoende ruimte is voor antenne opstelpunten.

In bijlage 2 van het NAB is de 'Gedragslijn antennes op rijksobjecten' opgenomen. Hierin is aangegeven dat de Rijksoverheid de gebouwen die onder het beheer van de Rijksgebouwendienst vallen in principe beschikbaar stelt als opstellocaties. Het gaat dan om kantoorgebouwen, terreinen en kunstwerken zoals bruggen, sluizen en wegportalen. Met het NAB is besloten de bouwregelgeving voor antenne-installaties aan te passen en in een convenant afspraken te maken voor zorgvuldige plaatsing van vergunningvrije antenne-installaties. De totstandkoming van het convenant was een voorwaarde voor de vrijstelling van de bouwvergunningplicht.

Wet- en regelgeving

Op het gebied van ruimtelijke ordening kan een gemeente lokaal beleid vaststellen voor zendinstallaties. Voor antennes met een hoog vermogen zoals landelijke omroepzenders moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd voor de activiteit milieu.

Bouwregelgeving

In 2010 is tussen de rijksoverheid, de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) en de operators (beheerders van netwerken voor mobiele communicatie) een convenant ondertekend waarin voorwaarden zijn overeengekomen voor het bouwvergunningvrij plaatsen van zendinstallaties.

Het beleid is vooral gericht op betere communicatie met burgers, gemeenten, woningcorporaties en GGD's. In het overheidsbeleid (art. 3.11 Telecommunicatiewet) wordt er naar gestreefd om het zogeheten 'sitesharing' zo veel als mogelijk te bevorderen. Sitesharing betekent dat zoveel mogelijk antennes bij elkaar op één mast worden geplaatst.

Milieuregelgeving

Voor antenne-installaties met een elektrisch vermogen of gezamenlijk vermogen van meer dan 4 kilowatt moet een vergunning worden aangevraagd voor de activiteit milieu. Dit volgt uit categorie 20.6 van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht.

Meer informatie kunt u vinden op de website van het Antennebureau bij:

Effecten op gezondheid

Berichtgeving over mogelijke nadelige gezondheidseffecten door blootstelling aan elektromagnetische velden van antennes leiden soms tot ongerustheid. Blootstelling aan een te hoge veldsterkte heeft opwarming van het lichaam tot gevolg. Daarom zijn er blootstellingslimieten opgesteld. Meer over antenne-installaties en gezondheid vindt u op de website van het Antennebureau.


Hoe werkt het onder de Omgevingswet?