Interimwet Stad en Milieubenadering

Het instrument Stad & Milieu brengt de realisering van ruimtelijke initiatieven op milieubelaste plekken dichterbij.

Dat is mogelijk door drie sterk samenhangende stappen te doorlopen:

  • stap 1: het in een zo vroeg mogelijk stadium van de ruimtelijke plan vorming integreren van milieubelangen, alsmede het zoveel mogelijk treffen van brongerichte maatregelen
  • stap 2: het optimaal benutten van de ruimte binnen bestaande regelgeving
  • stap 3: het afwijken van bestaande wettelijke milieunormen voor bodem, geluid, lucht, stank en ammoniak, als met de eerste twee stappen geen doelmatig ruimtegebruik en optimale leefomgevingskwaliteit worden bereikt

Stap 1 en 2 zijn mogelijk binnen bestaande wetgeving en hebben betrekking op de optimalisering van het proces van de ruimtelijke planvorming. Stap 3, het afwijken van wettelijke milieunormen, is vastgelegd in de Interimwet Stad en milieubenadering.

Voorbeelden waarvoor dit instrument gebruikt kan worden:

  • het vestigen van milieugevoelige functies - zoals wonen, zorginstellingen en scholen - in oude of verpauperde stadswijken of nabij verouderde bedrijventerreinen, stations- en havengebieden
  • het realiseren van stankgevoelige functies - zoals wonen, scholen en vormen van recreatie - nabij intensieve veehouderijen
  • het hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen voor bijvoorbeeld recreatie, zorg of wonen
  • het verplaatsen of samenvoegen van veehouderijen in of nabij voor ammoniak kwetsbare gebieden naar of op een voor de natuur gunstiger gelegen locatie

Reikwijdte

In de artikelen 2, 3 en 9 van de wet is vastgelegd van welke milieunormen kan worden afgeweken:

  • een milieukwaliteitsnorm met betrekking tot bodem, geluid en lucht, (art. 2, onder a)
  • de waarden en afstanden, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 van de Wet geurhinder en veehouderij (art. 2, onder b)
  • afwijken van de artikelen 4 en 6 van de Wet ammoniak en veehouderij (art. 3 en art. 9 (voor reconstructiegebieden))

De gemeenteraad mag alleen afwijken van bovenstaande normen (art. 4) als zuinig en doelmatig ruimtegebruik en optimale leefomgevingskwaliteit niet te bereiken is met:

  • het rekening houden met milieukwaliteit in de ruimtelijke planvorming
  • het nemen van brongerelateerde maatregelen en
  • het optimaal benutten van wettelijke voorschriften

Van de volgende normen mag niet worden afgeweken (art. 4, lid 1):

Procedureel

Melding

Wanneer burgemeester en wethouders een stap-3-besluit nemen, dan melden zij dat aan Gedeputeerde staten (art. 11, lid 1). Deze melding moet ook bekend gemaakt worden. Ook zijn er inhoudelijke eisen aan de melding gesteld (art. 11, lid 2).

Voorbereiding

Het ontwerpbesluit volgt dezelfde procedure als een bestemmingsplanprocedure (art. 3.8 Wro is van toepassing (art. 12)). Gedeputeerde Staten, adviseurs en het bevoegd gezag dat oorspronkelijk belast was met de milieunorm(waarvan wordt afgeweken) worden daarbij in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen.

Beroep

Belanghebbenden kunnen beroep tegen het besluit instellen bij de Raad van State.

Koppeling met andere besluiten

Meestal moet gelijktijdig of na de procedure van een stap 3-besluit een bestemmingsplanprocedure of een omgevingsvergunning met afwijking van het bestemmingsplan procedure worden doorlopen. Er kan gebruik gemaakt worden van de coördinatieregeling.

Stap-3-besluit in reconstructiegebieden

Wanneer er een stap-3-besluit in een reconstructiegebied wordt genomen tot afwijking van art. 4 of 6 Wet ammoniak en veehouderij (art. 9) geldt het volgende:

  • Provinciale Staten is bevoegd gezag
  • voorbereiding vindt gelijktijdig plaats met (wijziging van) het reconstructiebesluit (art. 10)
  • stap-3-besluit en (wijziging van) reconstructiebesluit geldt als één besluit bij beroep (art. 19).

Nb. De Reconstructiewet concentratiegebieden is per 30 juni 2014 komen te vervallen. Maar deze wet blijft van toepassing blijft van toepassing op reconstructieplannen als bedoeld in artikel 11 van die wet die reeds waren vastgesteld vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel, tenzij deze plannen door provinciale staten zijn of worden ingetrokken.