Energietransitie versnellen met de Omgevingswet: ervaringen van gemeentelijke pilotdeelnemers

De energietransitie heeft grote ruimtelijke gevolgen: windturbines, zonnepanelen, warmtebronnen, energieopslag- en transportvoorzieningen. De inpassing daarvan ligt grotendeels in handen van decentrale overheden, in combinatie met allerlei andere opgaven zoals woningnood en congestie. Het ligt voor de hand te kijken naar de wet die samenhang-tussen-thema's en integraliteit in zijn DNA heeft: de Omgevingswet. In een pilot onderzochten gemeenten hoe Omgevingswetinstrumenten hierbij kunnen helpen. Nieuws in Perspectief sprak 2 pilotdeelnemers.

Acht pilotgemeenten voerden samen met een consortium van adviesbureaus energietransitieprojecten in de wijk uit, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Mei 2020 verscheen het eindrapport. Doel van het project was te verkennen hoe gemeenten hiervoor Omgevingswetinstrumenten kunnen inzetten. Recent verschenen daar op aandeslagmetdeomgevingswet.nl al artikelen over: Van energiedoelen naar maatregelen met het omgevingsprogramma en Het omgevingsplan borgt en helpt de energietransitie.

In de pilots stonden naast generieke vragen ook 8 specifieke vragen centraal, waarvan iedere pilot er 1 adopteerde. Voor Groningen luidde die: welke besluiten (voor welke activiteiten) zijn nodig om een wijk aardgasvrij te maken en welke rol spelen de diverse kerninstrumenten daarbinnen? Voor Maastricht luidde die: vindt aanwijzing van aardgasloze wijken plaats in het omgevingsplan? Groningen deed mee met 2 wijken, Maastricht met 3.

David Borger

David Borger, adviseur energietransitie gemeente Maastricht

Maastricht: 'Voordeel dat we veel industrie hebben'

Maastricht zet in op een hoogtemperatuur-warmtenet. 'We hebben als voordeel dat we relatief veel industrie in de directe nabijheid hebben.' Dat zegt David Borger, adviseur energietransitie bij de gemeente Maastricht. 'Er ligt een grote papierfabriek, waar we al restwarmte vandaan halen. En die nog veel warmte over heeft.' Over de keuze voor een hoogtemperatuur-warmtenet zegt hij: 'Hoe hoger de temperatuur, hoe goedkoper de oplossing omdat dat minder eisen stelt aan isolatie bij eindgebruikers. Onze welstandscommissie zou niet blij zijn met een isolerende schil om monumentale panden.'

De wijken Nazareth en Limmel kenmerken zich door sociale en ruimtelijke uitdagingen. 'Wij hebben voor die wijken gekozen omdat wij er gaan herstructureren en de woningbouwcorporaties er gaan renoveren. Zo proberen we van 1 en 1 drie te maken', legt Borger uit. 'Een potentieel probleem is wel voldoende aansluitingen. Doen te weinig mensen mee, dan zijn de investeringen te groot en krijgen we de businesscase niet sluitend.' Een ander knelpunt is de Gaswet, met aansluitplicht voor bestaande woningen. 'Ik heb deze pilot aangegrepen om daarover in gesprek te gaan met verschillende ministeries.'

Jan-Pieter Koppert

Jan Pieter Koppert, planoloog gemeente Groningen

Groningen: 'Businesscase is rond'

Paddepoel en Selwerd zijn twee naoorlogse wijken in Groningen-stad met appartementenblokken en eengezinswoningen. 'Wij mogen ons gelukkig prijzen dat we voor deze wijken de businesscase al rond hebben',
zegt Jan Pieter Koppert, planoloog bij de gemeente Groningen. 'We hebben een publiek warmtenet, deels al aangelegd, waarvan het waterbedrijf en de gemeente Groningen samen aandeelhouder zijn.' Warmtebron is een datacenter op Zernike Campus. Die levert warmte van 23 graden. Een centrale krikt die warmte verder op met stroom van zonneparken en via warmtekrachtkoppeling. 'Ongeveer de helft van de woningen is van een corporatie, waar we afspraken mee hebben gemaakt. Alles wat daar van particuliere huizenbezitters bij komt, is meegenomen.'

Aanvliegroute

Groningen hanteert als vertrekpunt de techniek. Koppert: 'Hoe krijgen we de energie de wijk in en is dat voldoende? Vervolgens bespreken we dat met alle stakeholders.' Ook geld speelt een grote rol. 'Voor deze pilot hebben we subsidie gekregen. Voor de rest van Groningen-stad zijn we in gesprek met het Rijk. Want het gaat ons niet alleen lukken. Financiën is momenteel het grootste knelpunt.'

Maastricht pakt de energietransitie pragmatisch aan. 'Veel steden kiezen ervoor eerst de wijken in te gaan', analyseert Borger. 'Dat doen wij niet. We willen iets kunnen vertellen, over een oplossing die ook haalbaar is. Alternatieven zoals all-electric zijn kostbaar. Wij vragen ons dan af met welke boodschap je naar de mensen toe gaat. Uiteindelijk kom je dan met elkaar tot de conclusie dat het onbetaalbaar is. Vandaar dat we ons richten op een hoogtemperatuur-warmtenet.'

Ezel, stok, preek en wortel

De gemeente Maastricht kwam al vroeg in de pilot tot de conclusie dat je niemand kunt dwingen om van het aardgas af te gaan. Borger gebruikt de metafoor van de ezel, die je op 3 manieren in beweging kunt krijgen: met een stok, preek of wortel. ‘De stok heeft de gemeente niet, vanwege de Gaswet en ook omdat het niet bij onze stijl past. We kunnen mensen wel overhalen of stimuleren.'

De vraag voor de Maastrichtse pilot luidde: vindt aanwijzing van aardgasloze wijken plaats in het omgevingsplan? 'Alles wat we in ons omgevingsplan vastleggen, bindt ons', legt Borger uit. 'Stel, mensen willen niet of er is geen geld. Je bent eigenlijk op zoek naar een leniger instrument dan het omgevingsplan, dat ruimte biedt voor economische, technische, maatschappelijke ontwikkelingen. Dat duwt je richting het instrument programma. Hierbij ga je  op basis van ambities en bestuurlijke richting naar uitvoering zonder dat je gebonden bent aan bestemmingsplan-achtige afspraken. Dat is allemaal iets te vroeg; daarvoor komt er te veel op gemeenten af. Ik denk dat naarmate het vertrouwen groeit, de gemeente zich comfortabeler zal voelen om zaken definitiever te gaan vastleggen in het omgevingsplan.'

Je bent eigenlijk op zoek naar een leniger instrument dan het omgevingsplan, dat ruimte biedt voor economische, technische, maatschappelijke ontwikkelingen.

Nog geen jurisprudentie

Jan Pieter Koppert uit Groningen heeft soortgelijke ervaringen. Hij verwacht ver te zullen komen. 'Maar er zullen mensen zijn die niet mee willen of kunnen. Op zich kunnen we deelname juridisch afdwingen. Maar toch gaan we dat voorlopig niet doen. Gebodsbepalingen in het omgevingsplan zijn nieuw. Er is nog geen jurisprudentie. Misschien gaat de Raad van State ons op de vingers tikken. Stel dat we nu tegen bewoners zouden zeggen dat over enkele jaren de gaskraan dichtgaat. Dan moeten ze binnenkort hun combiketel afschrijven, hun huis isoleren en een elektrisch fornuis kopen. Zo'n maatregel is niet evenredig en niet voorzienbaar.'

Juridische voetangels en klemmen

Energietransitiemaatregelen moeten evenredig en voorzienbaar zijn. Evenredigheid wil zeggen dat de gemeente een maatregel in redelijkheid moet kunnen neerleggen bij eigenaren. Voorzienbaarheid betekent dat eigenaren voldoende voorbereidingstijd moeten hebben. Bijvoorbeeld om geld opzij te zetten en werkzaamheden in te plannen. Veel juristen noemen 8 tot 10 jaar een redelijke voorzienbaarheidstermijn. Verder bevat de nieuwe Warmtewet 2.0 regels over warmtenetten. Maatschappelijke organisaties, waaronder de Consumentenbond, hebben in een manifest verwoord bang te zijn dat de Warmtewet 2.0 grote aanbieders te veel bevoordeelt.

'In 2018 heeft Groningen in haar omgevingsvisie gesteld dat de stad in 2035 aardgasvrij moet zijn', vertelt Koppert. 'We hebben deels in de omgevingsvisie al voorzienbaarheid gecreëerd, maar het mag nog wat concreter. We gaan eerst met afspraken onze doelen proberen te bereiken. We gaan door de hele stad heen een isolatieprogramma opzetten. En er komt een gedragsveranderingsproject. Wijkenergievisies en wijkenergieplannen kunnen we los verder ontwikkelen. We onderzoeken nog hoe we die in het
Omgevingswetinstrument-programma kunnen voegen.'

Kijken naar de regio

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten een transitievisie warmte (ofwel warmtevisie, een bundeling van alle wijkenergievisies) moeten maken. Borger: 'De warmtevisie zouden we aanvankelijk in juni 2020 afronden, maar gaan we een jaar opschuiven. Wij verwachten namelijk de komende tijd ontwikkelingen, met name op regionaal en landelijk niveau. We proberen de restwarmte van Chemelot/DSM, een groot industriecomplex in Geleen, naar Maastricht te halen. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde.'

De gemeente Groningen zet onder andere in op zogeheten energielandschappen, zoals multifunctionele zonneparken van 10 ha. 'Daar kunnen we onze opgave voor zon letterlijk laten landen', blikt Koppert vooruit. Daarnaast kijkt hij met een schuin oog naar de industriegebieden Eemshaven en Delfzijl. 'Hun restwarmte kunnen we mogelijk naar Groningen-stad halen.'

Drijfkracht

Wat Koppert drijft, is de omvang van de opgave en de juridische implicaties. 'Als ik dat nu niet oppak, kan de gemeente daar later veel last van krijgen, bijvoorbeeld planschade', meent hij. 'Je kunt het maar beter goed voorbereiden. Vandaar onze deelname aan deze pilot.'

Borger is blij dat hij een maatschappelijk thema in zijn stad kan oppakken. 'Het geeft betekenis aan mijn werk', zegt hij. 'We hebben er de afgelopen zeventig jaar best een feestje van gemaakt. Het is tijd de gevolgen van de consumptiemaatschappij aan te pakken. De kunst is, goede voorbeelden te organiseren. Ik hoop op een 'zonnepaneleneffect', waar mensen op verjaardagen trots praten over hun bijdrage.'