Register externe veiligheidsrisico's: toegankelijke data onder de Omgevingswet

Gegevens over externe veiligheidsrisico's verzamelen, beheren en weergeven gebeurt onder de Omgevingswet met het Register Externe Veiligheidsrisico's (REV). Drie betrokkenen vertellen over de totstandkoming ervan en de vooruitzichten om de data te verbeelden. ‘Ik zie hernieuwde aandacht voor de geografische aspecten van netwerken’, constateert een Defensiedeskundige, die vanwege ondergrondse kerosinepijpleidingen bij het REV aangehaakt is.

In het Register Externe Veiligheidsrisico's komen alle bedrijven te staan die brandbare, giftige, explosieve en nucleaire stoffen verwerken of opslaan. Evenals alle transportroutes en pijpleidingen waarlangs deze stoffen gaan. Het REV is opgezet als database. De gegevens worden getoond op een digitale kaart in de Atlas Leefomgeving. Zo kan iedereen zien waar risicovolle activiteiten voorkomen en wat dat betekent voor de leefomgeving. Het REV vervangt vanaf 2022 het huidige Risico Register Gevaarlijke Stoffen (RRGS).

Op dit moment werkt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat samen met bronhouders als gemeenten, omgevingsdiensten, provincies en Rijkswaterstaat hard aan de ontwikkeling van het REV. De informatie over de leefomgeving komt vooral van lokale overheden die veelal de vergunningen verlenen.

Rianne Dobbelsteen

Rianne Dobbelsteen, coördinator Atlas Leefomgeving en REV, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Aansluitpilots met 7 activiteiten

Het Besluit kwaliteit leefomgeving, onderdeel van de Omgevingswet, somt 43 activiteiten op die verplicht in het REV moeten komen. 'Dat is een flink aantal. Daarom doen we nu eerst aansluitpilots met 7 activiteiten. Die activiteiten bieden samen een goed overzicht van wat ons te doen staat.' Dat zegt Rianne Dobbelsteen, projectleider vanuit het ministerie. De Omgevingswet is beleidsarm van opzet. 'Toch vergt het een andere manier van denken', zegt Dobbelsteen. 'We gaan van inrichting naar activiteiten. Dat betekent dat de activiteit die tot een risicovolle situatie leidt nu centraal staat, in plaats van de fabriek of het lpg-station. Ook het begrip aandachtsgebied is nieuw.'

Het REV is volgens moderne ICT-architectuurprincipes opgezet, waarbij openheid en samenwerking met Application Programming interfaces (API's) zijn geborgd, in lijn met het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Op die manier kunnen bronhouders gegevens geautomatiseerd aanleveren en gebruiken, en kunnen verschillende softwareprogramma's met elkaar communiceren. 'Een verschil met het bestaande RRGS', merkt Dobbelsteen op. 'Bronhouders die zijn aangesloten op het REV en over een API-key beschikken, kunnen ook data van anderen uit het systeem halen. Sommige bronhouders zijn daar nog niet, of nog niet helemaal, klaar voor. De Omgevingswet gaat in op 1 januari 2022, dus er is nog tijd voor het bevoegd gezag om hun dataverzameling en aansluiting in te regelen.'

Plaatjes van data via Atlas Leefomgeving

Geautomatiseerd aanleveren via een API is nieuw voor veel bronhouders. 'In de aansluitpilots praten we met koplopers die graag zo willen werken', merkt Dobbelsteen op. 'Maar ik hoor ook waarschuwende geluiden. Een van de dingen waar we bijvoorbeeld tegenaan lopen, is dat sommige bronhouders geen eigen zaaksysteem hebben. We gaan het aanleveren faciliteren door een plek binnen het register te creëren waar we data die niet van ons zijn, tijdelijk kunnen opslaan. Vergelijk het met een derdenrekening bij de notaris.'

'Belangrijk is dat we de data uit het REV beschikbaar stellen voor "eenieder", want dat staat zo in de Omgevingswet', analyseert Dobbelsteen. 'Om de data ook voor iedere burger toegankelijk te maken, maken we kaarten die we tonen in de Atlas Leefomgeving. Daar zit dan meteen duiding bij en een handelingsperspectief. De Atlas Leefomgeving geeft ook altijd metadata – zoals bronhouder en laatste update – en verantwoording waarom we deze kaarten tonen.'

'Vertel waar je tegenaan loopt'

De eerste sessies met activiteitenteams, eind 2019 en begin 2020, leverden veel input en levendige discussies op. Op basis daarvan maakte ingenieursbureau Antea Group informatiemodellen. Zo'n model beschrijft hoe, met welke structuur en met welke attributen de bronhouder zijn data aan het REV kan aanleveren.

Jos Pohlmann

Jos Pohlmann, projectleider, Geodan

'Mede op basis van de informatiemodellen realiseren wij een interface, database en kaartservice met beveiliging eromheen.' Aan het woord is Jos Pohlmann van Geodan. 'Daarnaast werken we aan data-analyses, helpen we Informatiemodel LPG-stations
met specificaties opstellen en organiseren we sessies waarin we uitleg geven aan bronhouders over de manier van aansluiten.' In april 2020 hebben bronhouders de eerste tests met de interface kunnen doen. 'Sommigen kunnen al een dataset aanleveren, anderen moeten eerst een inventarisatie doen. Er zijn bronhouders die vanuit hun eigen systeem aansluiten, bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, en bronhouders die gebruikmaken van een zaaksysteemleverancier, zoals veel omgevingsdiensten.'
                                                                                                                               Klik op de afbeelding voor een uitvergroting

Ook in de huidige corona-omstandigheden heeft Pohlmann er vertrouwen in dat het systeem op tijd operationeel is. 'We zijn gewend aan samenwerken op afstand en we ontwikkelen iteratief vanuit de Agile-principes. De focus ligt continu op de belangrijkste dingen eerst doen, evenals op haalbare doelen en werkende onderdelen. Wat ik het voornaamst vind, is dat we een waardevol systeem bouwen waar we bronhouders en gebruikers echt verder mee helpen. Bijvoorbeeld dat een medewerker van gemeente y inzicht krijgt in data van buurtgemeenten x en z.'

Bronhouders hebben een wettelijke verplichting om aan te sluiten, maar Pohlmann hoopt vooral dat ze kansen benutten. 'Dat de techniek van aanleveren en ontsluiten het gebruik stimuleert. En ze dit kunnen inpassen in hun interne organisatieprocessen. We hebben echt voortgang geboekt en kunnen al veel dingen laten zien. Dat motiveert. Tegen mensen die beren op de weg zien, zou ik willen zeggen: vertel waar je tegenaan loopt. Wellicht kunnen we je helpen!'

Kerosinepijpleidingen onder Nederland

Een van de bronhouders is Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO), onderdeel van het ministerie van Defensie. Niet veel mensen zullen het weten, maar er ligt door heel Nederland een pijpleidingnetwerk waar onder druk (tot 80 bar) kerosine doorheen stroomt om de luchtmacht van brandstof te voorzien. Uiteraard kan dit brandgevaar opleveren als een aannemer zo'n leiding zou raken. Hans Pouw werkt als GIS-specialist aan de instandhouding, monitoring en informatievoorziening ervan. Hij brengt onder andere de ondiepe liggingen in kaart. 'Ondiep betekent voor ons dat de pijpleiding op minder dan zestig centimeter onder het maaiveld ligt. Er zijn projecten om die te verdiepen. Of het maaiveld te verhogen.'

Hans Pouw

Hans Pouw, GIS-specialist DPO, ministerie van Defensie

De afgelopen maanden kwam een aantal spelers rond ondergrondse pijpleidingen bijeen om te werken aan een informatiemodel. Naast DPO waren dat de Gasunie, PPS-Pipelines en Velin, de vereniging van leidingeigenaren in Nederland. 'We hebben met name gesproken over welke gegevens we hebben en op welk detailniveau we die gegevens gaan aanleveren. We zitten bijna in de testfase om gegevens te versturen. Uiteindelijk willen we natuurlijk graag weten hoe de burger het gaat zien op Atlas Leefomgeving.' Het gaat vanzelfsprekend om gevoelige informatie; het is niet de bedoeling kwaadwillenden of buitenlandse mogendheden op ideeën te brengen. 'Je ziet straks een lijntje op de kaart, maar welke gegevens we daar aan koppelen en met welk detailniveau, daar hebben we wel vrijheid in. We zouden ook kunnen kiezen voor een systeem waarbij overheidspartijen meer detailinformatie krijgen dan het algemene publiek, zoals bij risicokaart.nl.'

'De vraag waar iets speelt, is steeds belangrijker'

Pouw constateert dat door zijn werk voor het REV het onderwerp risicocontouren op de agenda is gekomen. Risicocontouren zijn buffers: veilige afstanden ten opzichte van de pijpleidingen en pompstations. 'DPO is nu volle bak bezig om die te laten berekenen. Ik zie hernieuwde aandacht voor de geografische aspecten van netwerken. In ieder geval bij onze organisatie, en waarschijnlijk meer partijen. Een goede zaak. We sluiten aan bij een maatschappij die steeds meer locatie- en kaartgericht is. De vraag wáár iets speelt, is steeds belangrijker.' Dat sluit aan bij de ambities van de Omgevingswet, met name regels op de kaart in het Omgevingsloket. 'Prik een punaise op de kaart en zie alles wat er binnen een zelfgekozen straal van je woning of project speelt. Zowel boven als onder de grond.'

Op registerexterneveiligheid.nl vindt u meer informatie over het REV. En ook hoe u actief kunt meedenken.

Verantwoording foto's

Bannerfoto tankwagen: tankwagen is met slangen aangesloten op installatie met gevaarlijke stoffen. Reportagefoto uit een reportage voor project gevaarlijke stoffen Inspectie SZW bij BASF Heerenveen. Fotograaf: Riesjard Schropp. Copyright Rijksoverheid.

Afbeelding tank en silo's: 'Gevaarlijke stoffen vervoeren is risicovol.' Fotograaf: Rob Poelenjee. Copyright Rijksoverheid.

Afbeelding kaart infrastructuur Nederland: Het pijpleidingenstelsel van DPO telt 550 kilometer. Bron: Defensie Pijpleiding Organisatie - Fueling your Wings (corporate brochure).