GB1a-Spouwmuren isoleren

Algemeen

Nummer
GB1
Bedrijfstak
Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen
Activiteit
Isoleren van een gebouw
spouwmuurisolatie-1
spouwmuurisolatie-2

Toepasbaarheid

De isolatie in spouwmuren ontbreekt. Het gebouw wordt verwarmd en/of gekoeld.

Beschrijving

Door isolatie van de spouwmuren, is er minder verlies van warmte in koude periodes. Hierdoor hoeft de verwarmingsinstallatie minder warmte toe te voeren aan de ruimte. In de zomer treedt er minder warmte naar binnen waardoor de airconditioning minder koude hoeft te leveren. Naast energiebesparing zorgt spouwmuurisolatie vaak ook voor een verhoogd comfort.

In de periode 1920 tot 1960 zijn gebouwen steeds vaker met een spouwmuur gebouwd. Sinds 1975 hebben spouwmuren isolatie.

Er zijn verschillende isolatiematerialen voor spouwmuren. Veel gebruikte isolatiematerialen zijn PUR-schuim, geëxpandeerd polystyreenschuim (EPS) en glas- of steenwol.  Bijvoorbeeld:

  • UF-schuim: dit materiaal isoleert het slechtst en komt bijna niet meer voor
  • Steenwol- en glaswolvlokken: dit materiaal past komt veel voor. Het materiaal heeft als nadeel dat het soms gaat 'inklinken'. Het inklinken gebeurt binnen een paar jaren, vaak binnen de garantieperiode. Dit is van boven af dan makkelijk aan te vullen
  • PS-schuimparels: dit materiaal komt veel voor. Het inspuiten van het materiaal moet met voldoende lijm. Zodat een ‘plaat’ in de spouw ontstaat. Bij het gebruiken van te weinig lijm, zal het rondom het gebouw, via openingen, vanuit de spouw 'sneeuwen'
  • gesiliconiseerde perlitekorrels: dit materiaa komt redelijk weinig voor. Het materiaal is in de spouw als water, dus als openingen zijn vergeten, zal het materiaal voor een deel weer uitlopen
  • PUR-schuim: is op de de bouwplek aan te maken en komt veel voor. Het goed aanmengen en inspuiten kan alleen als het weer goed is

Een spouwmuur:

  • is breder dan dan 24 cm (te meten bij deuren en ramen)
  • heeft een ruimte tussen de binnen en de buitenmuur met daartussen een luchtlaag (de spouw). Dit is te ontdekken door een gaatje in de buitenmuur te boren
  • heeft ventilatievoorzieningen als roosters voor ventilatie of open stootvoegen
  • heeft afgedichte gaten als de isolatie later is aangebracht aan de buitenkant van de muur
  • heeft gipsplaten als de isolatie later is aangebracht aan de binnenkant van de muur

Doelmatig beheer en onderhoud

Warmteverlies beperken door naden, kieren en andere openingen in muren en gevels:

  • Controleren op en het dichten van naden en kieren in muren en gevels
  • Controleren op en het beperken van onnodig openstaande buiten- en haldeuren
  • Instellen van de automatische schuifdeuren in een zomer- of winterstand
  • Periodiek controleren en herstellen van schade aan isolatiemateriaal
  • Voorkomen van koudebruggen en het beperken van warmteverlies via bestaande koudebruggen.

Financiële aspecten

Aardgasverbruik is minder dan 1 miljoen m3 per jaar. Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja

Aanvullende informatie

In gezondheidszorggebouwen met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 1,05, of gezondheidszorggebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen.

Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.