GD1a-Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen

Algemeen

Nummer
GD1
Bedrijfstak
Metalelektro en MKB-metaal
Activiteit
In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Toepasbaarheid

Daglichtafhankelijke schakelingen of -regelingen ontbreken.

Hoogfrequentie (HF) armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) (niet retrofit) zijn aanwezig in bedrijfshal.

Verlichting is apart schakelbaar langs ramen en/of onder daglichtopeningen.

Beschrijving

Bij daglicht is het vaak niet nodig de lichten te laten branden. Een daglichtafhankelijke schakeling zet de armaturen helemaal uit bij voldoende binnenvallend daglicht. Als onvoldoende daglicht is, kan het licht wel (tijdelijk) aan. Op deze manier is er geen elektriciteitsgebruik om momenten dat het niet nodig is, dit is de energiebesparing.

Een veel toegepaste lichtsensor is een kleine zwarte buis in het armatuur of een grijze klem die een individuele armatuur en TL-lamp aanstuurt. Ook kan een centrale lichtsensor een groep armaturen en TL-lampen aansturen. Een lichtsensor kan ook in de behuizing van een aanwezigheidssensor zitten. Afhankelijk van het verlichtingssysteem schakelen de armaturen per eindgroep.

Een daglichtafhankelijke regeling brengt het elektrisch vermogen omlaag. Dat is het aantal Watt van het verlichtingssysteem. Het licht dimt daardoor. Door dit verlaagde vermogen vermindert ook het energieverbruik. In tegenstelling tot een daglichtafhankelijke schakeling schakelt een daglichtafhankelijke regeling de lichtbron niet uit. De lichtbron blijft onder spanning staan en levert een rustiger beeld, omdat schakelmomenten er niet zijn. Met een kleine vertraging reageert de regeling op de weersomstandigheden. De lichtsensor neemt het lichtniveau op dat moment waar op de werkplek en stuurt het regelbare voorschakelapparaat aan. De aansturing is voorgeprogrammeerd op een bepaald lichtniveau (in lux) in de lichtsensor. Daglichtafhankelijke regelingen en lichtsensoren zijn in de volgende uitvoeringen beschikbaar:

  • een lichtsensor die met een clip op het armatuur zit en per armatuur het lichtniveau regelt. Ook kan de sensor vlakbij het armatuur zitten
  • een centrale lichtsensor die de armaturen in een ruimte of per patroon (als stelsel van een gebouw) regelt. Hierbij ligt het aantal te regelen armaturen vast (via ‘master’ en ‘slave’)
  • een lichtsensor dichtbij het armatuur
  • een centrale lichtsensor per groep armaturen

Doelmatig beheer en onderhoud

Doelmatige werking en gebruik van ruimte- en buitenverlichting:

  • Periodiek schoonmaken van armaturen, lampen, reflectoren en bijhorende schakelingen en regelingen.
  • Vervang tijdig defecte lampen.
  • Aanpassen van het verlichtingsniveau aan de activiteit.

Doelmatige werking en gebruik installaties:

  • Buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan.
  • Periodiek de tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren.
  • Borgen van de goede werking van installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten).
  • Uitvoeren van preventief onderhoud.

Financiële aspecten

Geinstalleerd vermogen per verlichtingsgroep is minimaal 0,7 kW.

Daglichtoppervlak in dak is minimaal 10% van dakoppervlak of daglichtoppervlak in gevel is minimaal 30% van vloeroppervlak.

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.