GD9a-Nieuwe armaturen met ledlampen toepassen

Nummer

GD9

Bedrijfstak

Metalelektro en MKB-metaal

Activiteit

In werking hebben van ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig.

Vluchtwegaanduidingen zijn noodverlichtingsarmaturen die vluchtwegen en uitgangen voor het verlaten van een gebouw aangeven. Deze armaturen zijn voorzien van een pictogram en moeten steeds branden.

LED staat voor Licht Emitterende Diodes. Ledlampen zijn bijna niet meer te onderscheiden van conventionele verlichting, omdat ze vaak een melkwitte afscherming hebben. Als vluchtwegaanduiding zijn ze vaak uitgevoerd als ledpaneeltjes die het bordje van binnenuit aanlichten.

Bij nieuwe armaturen zijn de ledlampen vaak geïntegreerd. Ze zijn niet vervangbaar omdat de lamp veel langer meegaat dan conventionele verlichting.

Vluchtwegaanduiding (transparantverlichting) met pictogrammen moet volgens volgens de wet altijd goed te zien zijn en moet branden tijdens aanwezigheid van personen. De noodverlichting moet voldoen aan NEN-EN 1838.

Het gebruiken van armaturen met ledlampen heeft de deze voordelen:

• langere levensduur van de lamp
• een snelle inschakeling zonder stroboscopisch effect
• lager elektriciteitsverbruik
• lagere kosten voor onderhoud
• geen elektriciteitsverbruik bij een kapotte lamp (gaat direct uit)
• trilling- en schokbestendig.

Ledlampen hebben minder vermogen nodig voor dezelfde lichtopbrengst. Hierdoor is minder stroom nodig en wordt de lamp minder warm. Dit is de energiebesparing.

De nieuwe armaturen zijn ontworpen voor de ledlamp. De opbrengst van deze armaturen is beter. De opbrengst van de armaturen heeft invloed op het totale rendement. Het armatuurrendement beïnvloedt dus het totale verlichtingsrendement.

In een conventioneel armatuur voor vluchtwegaanduiding dat steeds brandt, moet ieder jaar een nieuwe lichtbron komen. Ledverlichting bespaart dus op onderhoud en vervangingskosten.

Doelmatige werking en gebruik van ruimte- en buitenverlichting:

• Periodiek schoonmaken van armaturen, lampen, reflectoren en bijhorende schakelingen en regelingen.
• Vervang tijdig defecte lampen.
• Aanpassen van het verlichtingsniveau aan de activiteit.

Doelmatige werking en gebruik installaties:

• Buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan.
• Periodiek de tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren.
• Borgen van de goede werking van installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten).
• Uitvoeren van preventief onderhoud.

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.