FA11d-Hoogrendementsketel 107 (HR107-ketel) met luchtbehandelingskast toepassen
Algemeen
- Nummer
- FA11
- Bedrijfstak
- Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen
- Activiteit
- In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)
Toepasbaarheid
Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketel met stoom/ waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig.
Beschrijving
HR107-ketel
Een HR107-ketel wekt warmte energiezuinig op. Een HR-ketel is te herkennen aan een afvoerleiding van condenswater. Het gaskeurlabel (een sticker) zit aan de buiten- of binnenkant van de ketel of bij het keuringsrapport. Ook kan het online te vinden zijn. Dit label noemt de klasse (in dit geval “HR107”) van de ketel. De ketel staat in de technische ruimte of de stookruimte.
Een HR-ketel heeft een rookgascondensor in het rookgaskanaal. Door waterdamp in de rookgassen te condenseren komt namelijk warmte vrij.
De HR-ketel levert tot 10% extra warmte vergeleken met een VR-ketel. De warmte komt ten goede aan het verwarmingssysteem van het gebouw. Bij een HR-ketel moet het retourwater (het water uit het gebouw naar de ketel toe) lager zijn dan 55 ˚C. Als dit niet zo is condenseert de waterdamp in de rookgassen niet. Hoe kouder het retourwater, hoe makkelijker de condensatie en hoe hoger het rendement van de HR-ketel is. Daarom leidt een te hoog ingestelde stooklijn tot een lager rendement van de HR-ketel. Dat is ook het geval bij een luchtovermaat.
Een HR-ketel heeft een modulerende branderregeling. De modulerende regeling past het vermogen van de ketel aan de warmtebehoefte aan. Als er veel warmte nodig is, werkt de brander voluit. Als de ruimte op temperatuur is, gaat de brander op een lager vermogen werken. De verwarming van de ruimte is op deze manier gelijkmatiger. Het bespaart energie omdat de opstartverliezen in de ketel minder zijn. Ook zorgt de modulerende regeling voor een lagere retourtemperatuur waardoor de warmteterugwinning met condensatie van de rookgassen hoger is. Daarnaast gaat de installatie langer mee, omdat er minder grote temperatuurverschillen zijn.
Een HR-ketel heeft een modulerende brander met een rendement van ongeveer 95% (bovenwaarde, dat is het rendement met condensatiewarmte) en 107% (onderwaarde, dat is het rendement zonder condensatiewarmte waardoor het hoger dan 100% kan zijn).
luchtbehandelingskast
Een luchtbehandelingskast is een gebouwgebonden installatie. Met het luchtkanalenstelsel en vaak een centraal verwarmingssysteem is het de klimaatinstallatie van het gebouw. De kast is te vinden op het dak van het gebouw of in een technische ruimte op een hogere verdieping.
Een deel van de luchtbehandelingskast behandelt de aanvoer van de ventilatielucht, in het andere deel de afvoer van de ventilatielucht. Deze twee delen kunnen tegen elkaar aan staan of één kast zijn maar kunnen ook een paar meter van elkaar af staan.
Op de luchtbehandelingskast zitten vier kanalen. Twee bij het deel voor de aanvoer van de ventilatielucht. Eén voor het aanzuigen van buitenlucht en één om lucht in het gebouw te blazen. En twee bij het deel van de afvoer van de ventilatielucht. Eén voor het afzuigen van de ventilatielucht vanuit het gebouw één voor afblazen naar de buitenlucht. Daarna verspreidt een kanalenstelsel de lucht door het gebouw.
Een luchtbehandelingskast heeft een modulaire opbouw. Op de zijkant van elke module staat meestal wat de functie is. Ook is vanaf technische tekeningen af te leiden uit welke delen de luchtbehandelingskast bestaat (bijvoorbeeld: verwarmen, koelen, ont- en bevochtigen en warmteterugwinning). Een in gebruik zijnde luchtbehandelingskast moet gesloten blijven.
Hieronder volgt de standaard opbouw voor het deel dat de buitenlucht aanzuit. Dit helpt bij het herkennen van de verschillende delen van de luchtbehandelingskast.
Het kanaal met de aangezogen koude verse buitenlucht heeft vaak zwart isolatiemateriaal om condensvorming tegen te gaan. De luchtbehandelingskast heeft meer warmtewisselaars om de ventilatielucht te conditioneren. In volgorde van luchtstroming:
- De inkomende verse koude buitenlucht wordt voorverwarmd. Deze warmtewisselaar is met een aanvoer- en retourleiding aangesloten op de andere warmtewisselaar in het andere deel van de luchtbehandelingskast.
- Daarna zit in de luchtbehandelingskast een warmtewisselaar voor het kunnen naverwarmen van de ventilatielucht door de verwarmingsinstallatie tot de gewenste inblaastemperatuur. Deze warmtewisselaar is met een aanvoer- en retourleiding aangesloten op de verwarmingsinstallatie.
Als er een ventilatieluchtkoeling is, is er een warmtewisselaar die is aangesloten met een aanvoer- en retourleiding op de koelinstallatie. Onder deze warmtewisselaar staat een opvangbak voor condenswater die is aangesloten op het riool. Een afvoerleiding is vaak te zien.
Doelmatig beheer en onderhoud
Controleren instellingen en het borgen van een doelmatige werking en gebruik van de warmteopwekking:
- controleren instellingen bedrijfstijden
- controleren instellingen stookgrenzen (afstellen op warmtebehoefte)
- controleren instellingen stooklijnen (afstellen op warmtebehoefte)
- controleren betrouwbaarheid binnen- en buitenvoelers (ijken sensoren)
- controleren of binnen- en buitenvoelers op een representatieve plek zijn geïnstalleerd (hermonteren/-installeren voelers)
- controleren temperatuurinstellingen stookinstallatie voor buiten bedrijfstijden (nachtverlaging)
- periodiek onderhouden van de stookinstallatie
- verlagen instellingen temperatuur van het tapwater tot minimaal 60 oC
- controleren retourwatertemperatuur na distributie en warmte-afgifte
Rendementsverlies van de warmtewisselaars beperken:
- Periodiek controleren en schoonmaken van de warmtewisselaars
Financiële aspecten
Energieverbruik ruimteverwarming is minimaal 200.000 kWh thermisch per jaar.
Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 meter van te verwarmen ruimte.
Zelfstandig moment: Nee.
Natuurlijk moment: Ja, als stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen.