GA1c-Een automatisch EBS met een rapportagefunctie (voor een overzicht van het energieverbruik per dag, week en jaar) toepassen, in combinatie met een gebouwbe- heersysteem (GBS)
Algemeen
- Nummer
- GA1
- Bedrijfstak
- Sport en recreatie
- Activiteit
- Gebruiken van een energieregistratie- en bewakingssysteem

Toepasbaarheid
Gebouwbeheersysteem is aanwezig zonder een EBS.
Beschrijving
Met een energiebeheer- en registratiesysteem zijn meetgegevens van het aardgas (warmte)- en elektriciteitsverbruik van de hoofdmeters voor meer kalenderjaren terug te vinden. Dit kan gaan om kwartier- en/of uurwaarden. Ook meet het energiebeheer- en registratiesysteem de buitentemperatuur. Het gebouwbeheersysteem meet onder andere de buitentemperatuur, de aanvoerwatertemperatuur van de ketel en het elektriciteitsverbruik van de koelinstallatie.
Met de gegevens en de rapportagefunctie is het mogelijk om grafieken te maken. Deze laten het gebruik en het vermogen van elektriciteit (van het gebouw en de koelinstallatie) en aardgas (warmte) over een gekozen periode zien. In ieder geval over een dag, een week en over een kalenderjaar.
Er zijn verschillende softwarepakketten voor gebouwbeheersystemen te koop. De rapportagefunctie kan minimaal de volgende grafieken opstellen:
- Het elektriciteitsverbruik (in kW) over de dag. De grafiek kan alle dagen in de week met een aparte kleur of markering laten zien
- Het aardgasverbruik (in m3/uur) over de dag. De grafiek kan alle dagen in de week met een aparte kleur of markering laten zien
- Het gasgebruik van de ketel in relatie tot de buitentemperatuur.
- Voor een werkweek, de buitentemperatuur in relatie tot
- het gasverbruik van de ketel overdag tussen 9.00 en 18.00 uur (in m3/h) en
- het elektriciteitsverbruik van de koelmachines (in kWhe) overdag tussen 9.00 en 18.00 uur.
De punten die het gasverbruik en het elektriciteitsverbruik van de koelmachine weergeven hebben een verschillende kleur.
Voorbeeld van grafiek a:
Voorbeeld van grafiek b:
Voorbeeld van grafiek c:
Voorbeeld van grafiek d:
Het gebouwbeheersysteem analyseert en stuurt automatisch bij. Voor de controle van de werking van het gebouwbeheersysteem, kan het grafieken opstellen. Met de grafieken zijn de klimaatinstallaties te controleren (ruimteverwarming, ruimtekoeling en ruimteventilatie). Het gaat dan om controle op een:
- Een zo goed mogelijk aansluiting op de dagelijkse gebruikstijden van het bedrijf
- Een zo goed mogelijk aansluiting op de buitentemperatuur
- Of er geen sprake is van tegelijk koelen en verwarmen.
Het gebouwbeheersysteem past de instellingen van de schakelingen en regelingen automatisch aan. De klimaatinstallaties zijn nu zo goed mogelijk afgesteld op het gebruik van het bedrijf:
- De ventilatie staat zo min mogelijk aan. Dit is in grafiek a van het elektriciteitsverbruik te zien:
- Bij de start van de werktijden neemt het elektrisch vermogen toe door het inschakelen van bijvoorbeeld ventilatie en/of koelmachine
- Bij het einde van de werktijden zal het elektrisch vermogen minder zijn. De ventilatie en/of koelmachine schakelen dan uit.
- De ketel staat zo min mogelijk aan. Dit is in grafiek b van het aardgasverbruik af te lezen:
- Bij start van de werktijd is er een piek in het vermogen. Hierdoor is het gebouw op tijd warm. Meestal is een vloeiende lijn te zien als het gebouw niet te vroeg of te snel opwarmt. Een opwarmtijd van 2 tot 4 uur is een normaal. Dit hangt af van bijvoorbeeld de isolatie, de warmteproductie door lampen en ICT-apparatuur en gebouwmassa
- Tijdens werktijden is het vermogen nog wat minder. Genoeg om het gebouw op temperatuur te houden
- Na werktijd daalt het vermogen naar een basislast.
- De ketel stookt op een zo laag mogelijke temperatuur van het water door een weersafhankelijke regeling. Dit is op grafiek c van het gasgebruik in relatie tot de buitentemperatuur af te lezen:
- De stooklijn is de relatie tussen de buitentemperatuur en de aanvoerwatertemperatuur van de ketel
- De stooklijn heeft minimaal 2 punten. Bijvoorbeeld de aanvoertemperatuur van de ketel bij een buitentemperatuur van -10°C en van 20°C
- Met de echte buitentemperatuur berekent de weersafhankelijke regeling de aanvoerwatertemperatuur van de ketel
- Er is geen sprake van tegelijk verwarmen en koelen. Dit is in grafiek d af te lezen:
- Als bij dezelfde buitentemperatuur de ketel en de koelmachine allebei een verbruik hebben, staan ze beide aan
- In het beste geval staan de ‘gaspunten’ aan de ene kant en de ‘elektriciteitspunten’ aan de andere kant van de grafiek
Tijdens de nacht-, weekend-, feest- en vakantiedagen is het lage vermogen (de basislast) van het aardgas en de elektriciteit te herkennen. Bij elektriciteit is een basislast van maximaal 20 tot 25% van het elektrisch piekvermogen het beste.
Bij een warmteafgiftesysteem met radiatoren dat is gedimensioneerd op een maximale aanvoer- en retourtemperatuur van 90/70°C is de stooklijn meestal zo ingesteld:
- Bij een buitentemperatuur van -10°C een aanvoertemperatuur van de ketel van ongeveer 85°C
- Bij een buitentemperatuur van 20°C een aanvoertemperatuur van de ketel van ongeveer 20°C
De energiebesparing op het elektriciteitsverbruik is te halen door minder verlichten, koelen, ventileren en gebruik van apparaten. De energiebesparing op het aardgasverbruik is te halen door:
- Minder gasverbruik door de ketel door zo min mogelijk te stoken buiten werktijden. De binnentemperatuur is dan zo laag mogelijk, en
- Door gebruik te maken van de condenswarmte in de rookgassen van de ketel bij een aanvoerwatertemperaturen onder de 55°C. De binnentemperatuur na werktijd heeft meestal een instelling op 15°C. Bij koude nachten kan de ketel dan aanslaan om de minimale temperatuur te houden
Een gebouwbeheersysteem bestaat uit hard- én software. De hardware zit vaak in de regelkast. Op een gebouwbeheersysteem zijn bijvoorbeeld aangesloten:
- de ketel
- de luchtbehandelingskast
- de koelmachine
- pompen
- temperatuurmeters van de lucht in de luchtbehandelingskast
- temperatuurmeters voor de buitentemperatuur
- ruimtethermostaten.
De regelkast staat meestal in de ketelruimte of bij de luchtbehandelingskast. Het gebouwbeheersysteem is meestal met een laptop te koppelen en de gegevens kunnen op afstand worden ingezien en aangepast.
Doelmatig beheer en onderhoud
Registreren en monitoren van het elektriciteits- en aardgasverbruik met het onderzoeken van afwijkingen en treffen van maatregelen:
- Periodiek controleren maand- of jaaroverzichten met de energieverbruiken en het analyseren van de afwijkingen
- Periodiek controleren van beschikbare gegevens over het energieverbruik over de dag-, avond-/nacht- en weekendperiode en het analyseren van afwijkingen.
Financiële aspecten
Voor het gebouw geldt een jaarlijkse warmteverbruik van meer dan 170.000 m3 (a.e.), een jaarlijkse elektriciteitsverbruik van meer dan 1.000.000 kWh of een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000 m2.
Zelfstandig moment: Ja.
Natuurlijk moment: Ja.
Aanvullende informatie
Het is van belang dat binnen de organisatie een verantwoordelijke voor de monitoringgegevens is aangewezen. Deze verantwoordelijke rapporteert regelmatig over het energieverbruik binnen de organisatie.
Op de website van RVO staat meer informatie over een Energieregistratie- en bewakingssysteem: