FG3b-Computer Room Air Conditioner (CRAC) met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen

Nummer

FG3

Bedrijfstak

Onderwijs

Activiteit

In werking hebben van een serverruimte

CRAC met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig.

Een watergekoelde Computer Room Air Conditioner (CRAC) met een COP van minimaal 5,5 levert de koude in de serverruimte of het datacenter. De CRAC staat in de te koelen ruimte en blaast koude lucht de (koude gang van de) ruimte in. De CRAC zuigt de warme lucht aan. Daarna blaast de lucht langs de koeler (verdamper). Het vloeibare koudemiddel in de verdamper verdampt hierdoor. De condensor van de CRAC heeft een aansluiting op een gescheiden watercircuit voor afvoer van de warmte aan de buitenlucht met een droge koeler. In de condensor koelt het koudemiddel af en condenseert weer tot een vloeistof.

De ventilator van de droge koeler blaast koude buitenlucht langs de warmtewisselaar waardoor het water afkoelt. Het afgekoelde water gaat terug naar de condensor van de CRAC.

De seizoensgemiddelde COP van een CRAC geeft aan hoeveel delen thermische koude de koelmachine kan leveren met één deel elektriciteit. Hoe hoger de COP hoe minder inzet van elektriciteit door de CRAC.

Een CRAC is vaak een rechthoekige kast en staat in de serverruimte of datacenter. De CRAC heeft met een aanvoer- en retourleiding met een watermedium een aansluiting op de droge koeler. De droge koeler is een warmtewisselaar (water/lucht-warmtewisselaar) met koelvinnen en heeft één of meer ventilatoren.

Let op: Er is een verschil tussen een server en een datacenter. Een datacenter heeft een vermogen vanaf ongeveer 0,9 MW. Een serverruimte heeft een vermogen vanaf 5 kW.

Doelmatige werking en gebruik van apparatuur, machines, installaties en computers:

• Buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan.
• Periodiek de temperatuur- en tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren.
• Borgen van de goede werking van apparatuur, machinerie en installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten).
• Uitvoeren van preventief onderhoud.
• Afstellen van de koelinstallatie om onnodige koeling te beperken.
• Uitschakelen koelsysteem in ongebruikte ruimtes.
• Periodiek de condensor en verdamper van het koelsysteem reinigen en de luchtaanzuiging bij de condensor controleren.
• Periodiek het rendement controleren en onderhouden van de koelinstallatie.
• Verplaatsen van warmteproducerende apparatuur naar buiten de gekoelde ruimten.
• Optimaliseren van koeling setpoints voor een hogere koeltemperatuur

Doelmatige werking en gebruik borgen van de ruimtekoeling:

• Afstellen van de koelinstallatie om onnodige koeling te beperken.
• Uitschakelen koelsysteem in ongebruikte ruimtes.
• Periodiek de condensor en verdamper van het koelsysteem reinigen en de luchtaanzuiging bij de condensor controleren.
• Periodiek het rendement controleren en onderhouden van de koelinstallatie.
• Verplaatsen van warmteproducerende apparatuur naar buiten de gekoelde ruimten.
• Optimaliseren van koeling setpoints voor een hogere koeltemperatuur

Serverruimte heeft opgesteld vermogen van minimaal 5 kW.

Jaarlijks elektriciteitsverbruik is minder dan 50000 kWh.

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.