FC1b-Klep- of pompregeling én thermostaat op retourleiding toepassen per machine.

Algemeen

Nummer
FC1
Bedrijfstak
Rubber- en kunstofindustrie
Activiteit
In werking hebben van een koelinstallatie
cv-pomp-frequentieregeling-2
toerenregeling-koelwaterpomp

Toepasbaarheid

Hoeveelheid koelwater wordt niet geregeld.

Iedere machine heeft eigen koeling.

Er is een gescheiden matrijs- en oliekoelsysteem.

Beschrijving

Bij het spuitgiet- en extrusieproces stollen de gespoten kunststofproducten sneller door actieve koeling toe te passen. Deze methode is toe te passen bij spuitgiet- en extrusieprocessen met een gescheiden matrijs- en oliekoelsysteem. Dit kan voor elke machine apart of bij een centrale machine.

Het koelwater in een centraal koelsysteem of voor iedere machine apart is niet altijd afgestemd op de vraag. Het debiet en het toerental van de pomp is dan constant.

De automatische schakeling heeft een thermostaat. Een thermostaat regelt het aan- en uitzetten van de pomp. De temperatuurmeter heeft een aansluiting op de retourleiding van het koelmedium. Als de temperatuur van het koelmedium in de retourleiding laag genoeg is, dan regelt de toerenregeling het toerental van de pomp omlaag. De pomp geeft een lager debiet. De koelcapaciteit van het koelmedium neemt daardoor af.

Bij een te hoge temperatuur van het koelmedium, dan zorgt de toerenregeling voor een hogere frequentie van de pomp. De pomp draait dan op een hoger toerental en een hoger debiet. Met een groter debiet gaat een grotere stroom door de leidingen en dus meer koude.

De toerenregeling kan op de elektromotor van de pomp zitten, in de schakelkast of in de dicht bij de elektromotor. Bij een opbouwfrequentieregelaar is vaak op een scherm de frequentie van dat moment te zien.

Het uitstaan van de pomp en het draaien op een lager toerental is een besparing op het elektriciteitsverbruik van de pomp.

De thermostaat kan ook de hoeveelheid koelwater regelen met een klep.

Doelmatig beheer en onderhoud

Doelmatige werking en gebruik van apparatuur, machines, installaties en computers:

  • Buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan
  • Periodiek de temperatuur- en tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren
  • Borgen van de goede werking van apparatuur, machinerie en installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten)
  • Uitvoeren van preventief onderhoud
  • Afstellen van de koelinstallatie om onnodige koeling te beperken
  • Uitschakelen koelsysteem in ongebruikte ruimtes
  • Periodiek de condensor en verdamper van het koelsysteem reinigen en de luchtaanzuiging bij de condensor controleren
  • Periodiek het rendement controleren en onderhouden van de koelinstallatie
  • Verplaatsen van warmteproducerende apparatuur naar buiten de gekoelde ruimten
  • Optimaliseren van koeling setpoints voor een hogere koeltemperatuur

Financiële aspecten

Temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourkoelwater is meer dan 5°C.
Elektriciteitsverbruik van te koelen machines is meer dan 1.500.000 kWh per jaar.
Zelfstandig moment: Nee.
Natuurlijk moment: Ja.