GA5a-Geïsoleerde transportdeur toepassen.

Nummer

GA5

Bedrijfstak

Agrarische sector

Activiteit

Isoleren van de gebouwschil

Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig.

Hal wordt verwarmd tot boven de 10°C.

Transportdeuren zitten meestal in magazijnen om gemakkelijk (grote) goederen te kunnen verladen. De deuren zijn vaker dicht als er minder transportbewegingen zijn. Ook als de deuren dicht zijn is er warmteverlies naar de buitenlucht omdat er geen isolatie is. Dit kan leiden tot het afkoelen van de ruimte in de winter, en opwarmen van de ruimte in de zomer.

Door isolatie in de deur toe te passen verdwijnt minder warmte of koude door de gesloten deur, hierdoor daalt het warmte- en of koudeverbruik. Naast de lagere energiekosten, stijgt ook het comfortniveau in koude en warme periodes.

Een geïsoleerde transportdeur is te herkennen aan de verschillende horizontale panelen. De panelen scharnieren met elkaar. De panelen bestaan uit beplating met daartussen isolatiemateriaal. Het isolatiemateriaal is meestal PUR-schuim, al dan niet in prefab blokken. De panelen hebben vaak een dikte van 40 tot 80 mm.

Warmteverlies beperken door naden, kieren en andere openingen in muren en gevels:

• Controleren op en het dichten van naden en kieren in muren en gevels
• Controleren op en het beperken van onnodig openstaande buiten- en haldeuren
• Instellen van de automatische schuifdeuren in een zomer- of winterstand
• Periodiek controleren en herstellen van schade aan isolatiemateriaal
• Voorkomen van koudebruggen en het beperken van warmteverlies via bestaande koudebruggen

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.