GD1a-Armaturen met dimbare ledlampen toepassen.

Nummer

GD1

Bedrijfstak

Agrarische sector

Activiteit

In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn in een pluimveehouderij aanwezig.

Kleur lampen is 5.700 Kelvin.

Een armatuur met conventionele fluorescentielampen is door een armatuur met ledlampen te vervangen. Led staat voor licht emitterende diodes (led).  Ledlampen voor binnenverlichting zijn vaak als ledbuizen of -panelen uitgevoerd.

Ledlampen produceren warmte waardoor veelal koelribben aanwezig zijn. Koelribben voeren de warmte af, zodat de ledlampen beter werken. Let wel, de koelribben zijn niet altijd goed zichtbaar. Bij nieuwe armaturen zijn de ledlampen vaak geïntegreerd en vormen de lamp én armatuur één geheel. Lampen zijn dan niet apart vervangbaar, maar door de lange levensduur is dat onnodig.

Het toepassen van armaturen met ledlampen heeft meerdere voordelen ten opzichte van de conventionele armaturen met fluoresentielampen:

• langere levensduur van de lamp
• een snelle inschakeling zonder stroboscopisch effect
• lager elektriciteitsverbruik
• lagere kosten voor onderhoud
• geen elektriciteitsverbruik bij een kapotte lamp (gaat direct uit)
• trilling- en schokbestendig

Ledlampen hebben een lager vermogen nodig voor dezelfde lichtstroom dan bij een conventionele verlichting.  Ook zijn nieuwe armaturen specifiek voor een ledlamp ontworpen. Het rendement van de armaturen en verlichtingsrendement is daarom beter. Armaturen met dimbare ledlampen zijn op de markt beschikbaar die de lichtstroom afstemmen op de behoefte van een gebruiker. Hierdoor is neemt het energiegebruik verder af. Door de ledlamp, armatuur in combinatie met dimopties, zijn dergelijke armaturen een geschikte energiezuinige oplossing voor conventionele verlichting.

Doelmatige werking en gebruik van ruimte- en buitenverlichting:

• Periodiek schoonmaken van armaturen, lampen, reflectoren en bijhorende schakelingen en regelingen.
• Vervang tijdig defecte lampen.
• Aanpassen van het verlichtingsniveau aan de activiteit.

Doelmatige werking en gebruik installaties:

• Buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan.
• Periodiek de tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren.
• Borgen van de goede werking van installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten).
• Uitvoeren van preventief onderhoud.

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.