FA1a-Indirect gasgestookte modulerende hoogrendementsluchtverhitter (HR-luchtverhitter) en extra ventilator toepassen.

Algemeen

Nummer
FA1
Bedrijfstak
Agrarische sector
Activiteit
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)
hoogrendementsketel-1
hoogrendementsketel-2

Toepasbaarheid

Centrale verwarming voor pluimvee- stallen verbeterdrendementsketel (VR-ketel) of lager is aanwezig.

Klimaatregelingen zijn aanwezig.

Beschrijving

De verhitter hangt minimaal een paar meter hoog aan de muur of aan het plafond. Het verschil tussen een luchtverhitter en de ketel is dat de luchtverhitter direct de lucht in de ruimte verwarmt. Daarom hangt hij ook in de te verwarmen ruimte.

Net zoals bij de HR-ketel wint een HR-luchtverhitter warmte terug via condensatie van de waterdamp in de rookgassen. Het staat de warmte direct af aan de lucht. Verder heeft de HR-luchtverhitter een modulerende brander met hoog rendement. Het bespaart hiermee 10 tot 15% op het gasverbruik vergeleken met een conventionele luchtverhitter.

Een ingebouwde ventilator zuigt de lucht uit de bedrijfshal aan en blaast de lucht langs de warmtewisselaar. Warme lucht stijgt door de lagere dichtheid op, terwijl deze bij de grond nodig is. Hoog in de ruimte is het dan ook warmer. Een extra ventilator blaast de verwarmde lucht terug de hal in. Warme lucht mengt met de koudere lucht. De verdeling van temperatuur hierdoor beter. Het kan grote hoeveelheden lucht aan. De opwarmtijd gaat sneller dan bij bijvoorbeeld vloerverwarming en past zich sneller aan de behoefte aan. Hierdoor kan bij een gelijkblijvend comfortniveau bij de grond de temperatuur boven in de hal lager zijn. Dit maakt de luchtverhitter een zuinige manier van verwarmen.

De ventilator kan met of zonder een omkasting zijn uitgevoerd. Naar de ondersteuningsventilator gaat een elektriciteitsleiding maar geen gas- of warmteleiding.

Een HR-luchtverhitter heeft een modulerende brander regeling. De modulerende regeling past het vermogen van de ketel aan de warmtebehoefte aan. Als er veel warmte nodig is, werkt de brander voluit. Als de ruimte op temperatuur is, werkt de brander op een lager vermogen. Dit zorgt voor een gelijkmatige verwarming. Deze manier van verwarmen bespaart energie door het verminderen van opstartverliezen in de ketel. Ook zorgt de modulerende regeling voor een lagere retourtemperatuur waardoor het meer warmte terugwint. Condenseren gaat namelijk beter als de temperatuur lager is. Daarnaast gaat de installatie langer mee omdat er minder grote temperatuurverschillen zijn.

Het verschil tussen een direct en indirect gestookte luchtverhitter is dat bij de direct gestookte luchtverhitter een gasbrander en rookgasafvoer aanwezig zijn. De warmte wordt in de luchtverhitter zelf opgewekt. Bij een indirect gestookte luchtverhitter zit de brander en rookgasafvoer ergens anders en transporteert de warmte naar de luchtverhitter.

In de direct gestookte situatie is er geen transportmedium van de warmte, dat is de te verwarmen lucht zelf. Een ingebouwde ventilator zuigt de lucht uit de ruimte aan en blaast de lucht langs de warmtewisselaar terug de ruimte in.

Doelmatig beheer en onderhoud

Controleren instellingen en het borgen van een doelmatige werking en gebruik van de warmteopwekking:

  • controleren instellingen bedrijfstijden
  • controleren instellingen stookgrenzen (afstellen op warmtebehoefte)
  • controleren instellingen stooklijnen (afstellen op warmtebehoefte)
  • controleren betrouwbaarheid binnen- en buitenvoelers (ijken sensoren)
  • controleren of binnen- en buitenvoelers op een representatieve plek zijn geïnstalleerd (hermonteren/-installeren voelers)
  • controleren temperatuurinstellingen stookinstallatie voor buiten bedrijfstijden (nachtverlaging)
  • periodiek onderhouden van de stookinstallatie
  • verlagen instellingen temperatuur van het tapwater tot minimaal 60 oC
  • controleren retourwatertemperatuur na distributie en warmte-afgifte

Rendementsverlies van de warmtewisselaars beperken:

  • Periodiek controleren en schoonmaken van de warmtewisselaars

Doelmatige werking en gebruik van apparatuur, machines, installaties en computers:

  • buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan
  • periodiek de temperatuur- en tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren
  • borgen van de goede werking van apparatuur, machinerie en installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten)
  • uitvoeren van preventief onderhoud

Financiële aspecten

Zelfstandig moment: Nee.

Natuurlijk moment: Ja.