GD5a-Bewegingsmelders toepassen

Algemeen

Nummer
GD5
Bedrijfstak
Mobiliteitsbranche
Activiteit
In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie

Toepasbaarheid

Bewegingsmelders ontbreken. De verlichting is apart schakelbaar per (deel van) de ruimte.

Beschrijving

Een aanwezigheidssensor is te herkennen aan de sensor die in het plafond (vaak rond en centraal) of aan de muur (vaak in een vierkante behuizing in een hoek) is te vinden.  Vaak blijft de verlichting in opslagruimten en magazijnen onnodig branden ondanks het weinige gebruik van de ruimten. Er zijn verschillende technieken te koop die automatisch kunnen de verlichting kunnen schakelen als er beweging is. Dit vermindert het aantal branduren. Dit is de energiebesparing.

De sensoren zijn als plafond- of wanduitvoering te koop. Dat kan per armatuur of een groep armaturen. In grotere ruimten is de verlichting meestal in delen schakelbaar (bijvoorbeeld per lichtpatroon en in magazijnen per gangpad). Beschikbare uitvoeringen zijn:

  • infrarood (IR) sensoren zien de (kleinste) schommelingen in de menselijke warmtestraling bij aanwezigheid of afwezigheid. Sensoren kunnen de bewegingen loodrecht of onder een hoek ten opzichte van de sensor herkennen;
  • akoestische sensoren zien een veranderde (werk-)omgeving door echoverandering.

Sensoren voor armaturen in vochtige ruimten, moeten (net als het armatuur) in “spatwaterdicht” zijn (IP X4).

Doelmatig beheer en onderhoud

Doelmatige werking en gebruik van ruimte- en buitenverlichting:

  • Periodiek schoonmaken van armaturen, lampen, reflectoren en bijhorende schakelingen en regelingen.
  • Vervang tijdig defecte lampen.
  • Aanpassen van het verlichtingsniveau aan de activiteit.

Doelmatige werking en gebruik installaties:

  • Buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan.
  • Periodiek de tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren.
  • Borgen van de goede werking van installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten).
  • Uitvoeren van preventief onderhoud.

Financiële aspecten

Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,42 kW (of 12 TL8 lampen).

Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.

Aanvullende informatie

In showrooms met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of showrooms met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een kantoor en een showroom gelden bovenstaande eisen voor showrooms. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.