GD5b-Daglichtafhankelijke regelingen voor dimmen van verlichting toepassen
Algemeen
- Nummer
- GD5
- Bedrijfstak
- Mobiliteitsbranche
- Activiteit
- In werking hebben van een ruimte- en buitenverlichtingsinstallatie




Toepasbaarheid
Daglichtafhankelijke dimregelingen ontbreken bij TL5 verlichting.
De verlichting is dimbaar.
Beschrijving
Bij daglicht is het vaak niet nodig de lichten te laten branden. Een daglichtafhankelijke schakeling zet de armaturen helemaal uit bij voldoende binnenvallend daglicht. Als onvoldoende daglicht is, kan het licht wel (tijdelijk) aan. Op deze manier is er geen elektriciteitsgebruik om momenten dat het niet nodig is, dit is de energiebesparing.
Een veel toegepaste lichtsensor is een kleine zwarte buis in het armatuur of een grijze klem die een individuele armatuur en TL-lamp aanstuurt. Ook kan een centrale lichtsensor een groep armaturen en TL-lampen aansturen. Een lichtsensor kan ook in de behuizing van een aanwezigheidssensor zitten. Afhankelijk van het verlichtingssysteem schakelen de armaturen per eindgroep.
Een daglichtafhankelijke regeling brengt het elektrisch vermogen omlaag. Dat is het aantal Watt van het verlichtingssysteem. Het licht dimt daardoor. Door dit verlaagde vermogen vermindert ook het energieverbruik. In tegenstelling tot een daglichtafhankelijke schakeling schakelt een daglichtafhankelijke regeling de lichtbron niet uit. De lichtbron blijft onder spanning staan en levert een rustiger beeld, omdat schakelmomenten er niet zijn. Met een kleine vertraging reageert de regeling op de weersomstandigheden. De lichtsensor neemt het lichtniveau op dat moment waar op de werkplek en stuurt het regelbare voorschakelapparaat aan. De aansturing is voorgeprogrammeerd op een bepaald lichtniveau (in lux) in de lichtsensor. Daglichtafhankelijke regelingen en lichtsensoren zijn in de volgende uitvoeringen beschikbaar:
- een lichtsensor die met een clip op het armatuur zit en per armatuur het lichtniveau regelt. Ook kan de sensor vlakbij het armatuur zitten
- een centrale lichtsensor die de armaturen in een ruimte of per patroon (als stelsel van een gebouw) regelt. Hierbij ligt het aantal te regelen armaturen vast (via ‘master’ en ‘slave’)
- een lichtsensor dichtbij het armatuur
- een centrale lichtsensor per groep armaturen
Doelmatig beheer en onderhoud
Doelmatige werking en gebruik van ruimte- en buitenverlichting:
- Periodiek schoonmaken van armaturen, lampen, reflectoren en bijhorende schakelingen en regelingen.
- Vervang tijdig defecte lampen.
- Aanpassen van het verlichtingsniveau aan de activiteit.
Doelmatige werking en gebruik installaties:
- Buiten bedrijfstijden apparatuur, machinerie en installaties uitschakelen die onnodig aanstaan.
- Periodiek de tijdinstellingen controleren en waar nodig herprogrammeren.
- Borgen van de goede werking van installaties die passen bij een juist gebruik (overeenkomstig de ontwerpuitgangspunten).
- Uitvoeren van preventief onderhoud.
Financiële aspecten
Geïnstalleerd vermogen per regeling is minimaal 0,7 (of 20 TL8 lampen) kW.
Minimaal 10% van het dak of minimaal 30% van de gevel is daglicht doorlatend.
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja.
Aanvullende informatie
In showrooms met minimaal een energielabel A met een energie-index kleiner of gelijk aan 0,5, of showrooms met een bouwjaar vanaf 2009 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In kantoorgebouwen met minimaal een energielabel C, of kantoorgebouwen met een bouwjaar vanaf 2003 of later wordt aangenomen dat de maatregel al is genomen. In een gebouw waarin sprake is van een combinatie van een kantoor en een showroom gelden bovenstaande eisen voor showrooms. Het energielabel staat voor de energieprestatie op basis van getroffen maatregelen.