FA1c-Gasgestookte donkerstralers toepassen

Nummer

FA1

Bedrijfstak

Mobiliteitsbranche

Activiteit

In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht)

Conventionele luchtverhitters zijn aanwezig in een bedrijfshal.

De donkerstralers zijn toe te passen om heel lokaal (bij bijvoorbeeld één of meerdere werkplekken) te verwarmen. Hierdoor kan de luchttemperatuur van de hele bedrijfshal lager zijn. Dit bespaart gemiddeld 20% op het gasverbruik in vergelijking met verwarming met conventionele luchtverhitters.

Een gasgestookte donkerstraler hangt meestal net onder het plafond (aan de muur of het plafond) en is langwerpig en smal. Een donkerstraler is ongeveer 5 meter lang, heeft een U-vormige buis en een reflectoren aan de zijkant. Ook kortere, langere en andere uitvoeringsvormen zijn in de markt te krijgen. De gevoelstemperatuur is het gemiddelde van de luchttemperatuur en de stralingstemperatuur.

Donkerstralers zijn geschikt in bedrijfshallen waar regelmatig deuren open gaan, waar veel ventilatie is of waar maar een deel van de bedrijfshal verwarming nodig heeft. Bijvoorbeeld om één of meer werkplekken te verwarmen. De luchttemperatuur in de hele bedrijfshal kan hierdoor lager zijn.

Een gasgestookte donkerstraler maakt een laminaire (meterslange) vlam in een stralingsbuis. De vlam verwarmt de stralingsbuis tot boven de 500°C. Door deze hoge temperatuur staat de donkerstralers ook warmte via convectie als straling af.

Convectiewarmte is een indirecte vorm van verwarming. Het verwarmingselement zuigt koude lucht van onderen aan en warmt deze op waardoor het stijgt. Daar koelt het af en zakt dan weer. Daarna begint het weer opnieuw.

Stralingswarmte is een directe vorm van verwarming. Het bestaat uit horizontale warmtegolven.

Als de donkerstraler geïsoleerde reflectoren heeft, staat de donkerstraler bijna alle warmte via straling aan de (werk)plek af. Na het verwarmen van de stralingsbuis blaast de brander de rookgassen via de rookgasafvoer naar buiten.

Controleren instellingen en het borgen van een doelmatige werking en gebruik van de warmteopwekking:

• controleren instellingen bedrijfstijden
• controleren instellingen stookgrenzen (afstellen op warmtebehoefte)
• controleren instellingen stooklijnen (afstellen op warmtebehoefte)
• controleren betrouwbaarheid binnen- en buitenvoelers (ijken sensoren)
• controleren of binnen- en buitenvoelers op een representatieve plek zijn geïnstalleerd (hermonteren/-installeren voelers)
• controleren temperatuurinstellingen stookinstallatie voor buiten bedrijfstijden (nachtverlaging)
• periodiek onderhouden van de stookinstallatie
• verlagen instellingen temperatuur van het tapwater tot minimaal 60 oC
• controleren retourwatertemperatuur na distributie en warmte-afgifte

Rendementsverlies van de warmtewisselaars beperken:

• Periodiek controleren en schoonmaken van de warmtewisselaars

Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja.