Informatieplicht
Per 1 december 2023 is de 2e ronde informatieplicht energieverduurzaming van kracht.
Voor wie geldt de informatieplicht?
Per 1 december 2023 is de 2e ronde informatieplicht energieverduurzaming van kracht. Dit geldt ook voor bedrijven die in 2019 in de 1e ronde van de informatieplicht gemeld hebben. Voor de rapportage gebruikt de drijver van de inrichting het eLoket van RVO.nl.
Er zijn twee uitzonderingen op de informatieplicht:
- zelfvoorzienende gebruikers
- kleingebruikers: elektriciteit: minder dan 50.000 kWh en gas/warmte uitgedrukt in aardgasequivalenten: minder dan 25.000 m3
In de artikelen 2.16a tot en met 2.16d van de Activiteitenregeling staan eisen voor de rapportage (informatieplicht). Dit is een uitwerking van artikel 2.15, lid 2 van het Activiteitenbesluit. In de rapportage worden in ieder geval vermeld:
- het energiegebruik van de inrichting
- de technische en economische randvoorwaarden van de maatregelen uit de EML waar de inrichting niet aan voldoet
Als niet gekozen is voor de EML-systematiek, maar gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld een energieverduurzamingsadvies, worden de maatregelen die daarin zijn genomen vermeld. Ondernemers vinden hier hoe ze hun maatregelen kunnen rapporteren: Informatieplicht voor bedrijven en instellingen (rvo.nl)
Zeer groot gebruik: onderzoeksplicht
Onderzoeksplichtige inrichtingen hebben een informatieplicht uit lid 2 van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit voor de maatregelen die zien op het gebouw. Voor het overige voert de drijver van de inrichting een onderzoek uit naar maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Ook dat onderzoek wordt uiterlijk 1 december 2023 aan het bevoegd gezag verstrekt, zodat de rapportagecyclus gelijk is. Het onderzoek moet voldoen aan de criteria uit bijlage 10b van de Activiteitenregeling. Ook zijn formats beschikbaar op de website van RVO voor de onderzoeksrapportages. Het bevoegd gezag kan voor de beoordeling van uitgevoerde onderzoeken de publicatie E16 gebruiken.
Meer informatie over handhaving hiervan vindt u in het Informatieblad energiebesparing.
Huurder-verhuurder
In een huurder-verhuurder situatie ligt het voor de hand dat de huurder rapporteert over de maatregelen die zien op het proces en dat de verhuurder rapporteert over de maatregelen die zien op het gebouw. Dat zijn immers de partijen die in een positie zijn om de verplichte maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik te nemen.
Wanneer er zeer beperkt sprake is van energiebesparingsmaatregelen die gericht zijn op het proces, is het ook goed voor te stellen dat de verhuurder/gebouweigenaar ook rapporteert over deze beperkte procesmaatregelen. Dit om de lasten voor de huurder voor de informatieplicht beperkt te houden.
In het geval van handhaving op de informatieplicht wordt altijd de drijver van de inrichting aangeschreven.