Verbreding en verbetering energiebesparingsplicht met CO2-vermindering in 2023

In 2023 worden bedrijven en instellingen verplicht om naast energiebesparende maatregelen ook CO2- reducerende  maatregelen te treffen. Dit is een verbreding van de energiebesparingsplicht. De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) kondigde dit op 10 december 2020 aan in een brief aan de Tweede Kamer.

Deze kamerbrief is ook namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aangeboden. De verbreding van de energiebesparingsplicht met CO2-reductie is een afspraak in het Klimaatakkoord.

Wat gaat wijzigen?

In 2023 wordt de systematiek ingepast in de systematiek van de Omgevingswet. Dit verloopt onder andere via het voorziene actualisatietraject van de erkende maatregelen in 2023.

Daar waar de systematiek van de erkende maatregelen ongeschikt is, kan een (verbreed) energiebesparingsonderzoek worden verlangd. Het onderzoek beperkt zich tot de specifieke processen en gebouwen waarvoor de erkende maatregelen niet gebruikt kunnen worden.

Voor bedrijven met een jaarlijks energiegebruik vanaf 10 miljoen kWh of 170.000 m3 aardgas(equivalent) is een verbreed energiebesparingsonderzoek verplicht. Het Rijk bekijkt nog of hiermee tegelijkertijd een invulling gegeven kan worden aan de verplichtingen uit de EED (verplicht uitvoeren energie-audit en verslaglegging).

Andere wijzigingen en verbeteringen die in de brief worden aangekondigd zijn onder meer:

  • maatregelen voor doelmatig beheer en onderhoud (DBO) worden duidelijker in de energiebesparingsplicht opgenomen;
  • zonnepanelen (met een maximale terugverdientijd van 5 jaar) worden verplicht gesteld op daken en ongebruikte oppervlakken in de gebouwde omgeving (aansluitend op Zonneladder 2019);
  • energiebesparingsplicht wordt met een wijziging direct van toepassing op circa. 14.000 eenvoudige vergunningplichtige bedrijven met een omgevingsvergunning milieu;
  • mogelijk maken om met geselecteerde keurmerken invulling te geven aan de informatieplicht en/of het verbrede energiebesparingsonderzoek.

In de kamerbrief zijn enkele inzichten gegeven over:

  • Inpassing energiebesparingsplicht in de Omgevingswet en ander beleid: Energiebesparing wordt in de systematiek van de Omgevingswet ingepast. Normstelling verschuift voor sommige sectoren van rijksniveau naar gemeentelijk niveau. Momenteel wordt onderzocht op welke manier dit het meest passend is. Het onderzoek richt zich op het effect van mogelijke regionale verschillen qua normstellingen;
  • Harmonisatie met bouwregelgeving: Er is onderzocht of er dubbelingen en/of tegenstrijdigheden zijn met de bouwregeling. Er wordt rekening gehouden met de bouwregelgeving bij de actualisatie van de erkende maatregellijsten;
  • Energieconvenanten: Er wordt momenteel gesproken met het bedrijfsleven over een mogelijk vervolg op en uitbreiding van de bestaande energieconvenanten. De huidige MJA3/MEE convenanten lopen eind 2020 af;
  • Effect op ETS-bedrijven: Voor ETS-bedrijven wordt het besparingspotentieel nader onderzocht waarbij ook de vraag wordt beantwoord hoe de besparingsplicht zich verhoudt tot ander beleid (in het bijzonder de werking van het ETS en de CO2-heffing).

Wat wijzigt niet?

De uitgangspunten van de energiebesparingsplicht blijven ongewijzigd. Zo blijft de terugverdientijd van de verplicht te nemen maatregelen maximaal 5 jaar. Ook de systematiek rondom de erkende maatregelen blijft behouden.

Meer informatie?

Lees de kamerbrief Verbreding en verbetering energiebesparingsplicht.