Huur: Wie is verantwoordelijk voor de informatieplicht en energiebesparingsplicht?

Vraag

Huur: Wie is verantwoordelijk voor informatieplicht en energiebesparingsplicht?

Antwoord

Volgens de wet moet de drijver registreren welke energiebesparende maatregelen aanwezig zijn binnen de inrichting. Dit is om aan te tonen in welke mate de inrichting voldoet aan de plicht tot energiebesparing.  Het is niet altijd duidelijk wie de drijver is.

Geen wettelijke definitie voor begrip drijver

Volgens de wet is de verantwoordelijke de drijver van de inrichting (daaronder valt ook het begrip de exploitant). De Nederlandse wetgever geeft geen definitie van het begrip drijver. Drijven houdt ongeveer in:

  • feitelijk exploiteren
  • een bepaalde betrokkenheid bij de exploitatie of
  • een bepaalde mate van zeggenschap over de exploitatie

Zeggenschap over de inrichting

Meestal is de drijver degene die het in zijn macht heeft een overtreding te beëindigen. Dit is de zeggenschap. Deze zeggenschap kan overigens direct of indirect zijn, bijvoorbeeld via een contractuele verplichting met degene die de inrichting feitelijk exploiteert. Zie voor meer informatie en jurisprudentie bij deze vraag , ‘Wie is drijver van de inrichting?’.

Vooral door contractuele verplichtingen kunnen meerdere situaties zich voordoen bij gebouwen die worden verhuurd aan één of meerdere gebruikers. Per situatie kan de zeggenschap over het nemen van maatregelen verschillen. Het is afhankelijk van de inhoud van het huurcontract.

Het bevoegd gezag spreekt de drijver van de inrichting aan op het nemen van erkende maatregelen. De huurder en de verhuurder stemmen af wie de gebouwgebonden maatregelen neemt. De drijver voert de maatregelen door die te maken hebben met de organisatievoering.

Informatieplicht

Om te voldoen aan de informatieplicht zal de drijver bij de andere gebruikers de informatie moeten ophalen. Dan kan worden ingevuld of een bepaalde maatregel overal, voor een deel of niet is genomen voor de hele inrichting.

Als de drijver de huurder is, neemt deze contact op met de verhuurder voor de gebouwgebonden maatregelen. Als de verhuurder de maatregelen niet wil nemen, dan meldt de drijver dat in het rapportagesysteem. Het bevoegd gezag zal vragen stellen aan de drijver en die doorsturen aan de verhuurder. Als actie uitblijft, kan het bevoegd gezag ook direct met de verhuurder contact opnemen.

Er geldt dat er altijd één drijver van een inrichting is. Bij één gebouw kunnen wel twee drijvers zijn, maar alleen als er twee inrichtingen in dit gebouw zitten. De drijver van de inrichting kan door het bevoegd gezag een dwangsom opgelegd krijgen als op 1 juli 2019 niet voldaan is aan de informatieplicht.

Hulpmiddelen

Het Platform Duurzame huisvesting en een 'verbond' van koepelorganisaties vastgoed en bevoegde gezagen hebben elk een hulpmiddel opgesteld dat helpt bij het bepalen van de verantwoordelijke. De verantwoordelijke moet de maatregelen nemen.

De hulpmiddelengeven handvatten, maar ze zijn niet gebaseerd op wetgeving.

Handreiking split incentives

De split incentives gaat over de kwestie huurder versus verhuurder van een pand. Het Platform Duurzame Huisvesting biedt een handreiking en checklist aan die hierop in gaat. Deze handreiking helpt drijvers en bevoegd gezag om tot afspraken te komen. De handreiking is bedoeld voor vastgoed (gebouwen als kantoren, scholen en zorg- en welzijnsinstellingen). Maar de systematiek is goed toepasbaar op andere bedrijfstakken.

Het is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor het naleven van de wetgeving voor energiebesparing. Dit speelt vooral bij verzamelgebouwen (utiliteitsbouw). Er is een wens voor duidelijke afspraken hierover bij bevoegd gezag, bedrijven en instellingen.

Memo utiliteitsbouw

Dit document geeft handvatten als er sprake is van een verzamelgebouw met meerdere bedrijven. Verschillende partijen hebben samen afgesproken wie het bevoegd gezag kan aanspreken als het gaat om energiebesparing. Dit is namelijk niet in wetgeving vastgelegd. In deze memo (pdf, 138 kB) leest u welke afspraken er zijn gemaakt.

Het gaat om wat het meest gebruikelijke is. In de praktijk kan het anders zijn. In dat geval kan de drijver zich richten tot het bevoegd gezag.

Het document is opgesteld door de koepelorganisaties van vastgoedbeleggers IVBN en vastgoedmanagers VGM NL, de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en in afstemming met het Kernteam EED (Energy Efficiency Directive).