Emissiehandel

In het omgevingsloket is de vraag opgenomen of het bedrijf onder de ETS-/CO2-emissiehandel valt. ETS staat voor Emission Trading System, het Europese systeem van handel in broeikasgasemissierechten. Als het bevoegd gezag deze vraag positief beantwoordt, zijn er geen aanvullende energievoorschriften op te nemen in de vergunning (Bor; artikel 5.12). Dus ook in de aanvraag voor vergunning hoeft in dat geval geen verdere informatie over energie te worden gegeven.

ETS-ondernemingen kunnen toetreden tot het MEE (Meerjarenafspraak energie-efficiency ETS-ondernemingen). De meerjarenafspraken energie-efficiency, een convenant, zijn overeenkomsten tussen de overheid en bedrijven, instellingen en gemeenten over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. Vanaf 1992 heeft de overheid in het kader van het energiebesparingsbeleid met een groot aantal sectoren een meerjarenafspraak gemaakt over de verbetering van de energie-efficiëntie.

Als bedrijven toetreden tot het MEE, stellen ze verplicht een EEP (Energie-efficiency-plan) op. Het bevoegd gezag heeft geen rol in de totstandkoming van dit EEP (Handreiking EEP-format 2013-2016).

Het bevoegd gezag kan, als het EEP toch wordt ontvangen, de zekere maatregelen uit het EEP vastleggen in de vergunning.

Ook het energiegebruik van de inrichting vormt onderdeel van het EEP, maar dit zal in principe niet in de vergunning worden opgenomen.

Overigens zijn er (provinciale) bevoegde gezagen die wel een BBT-toetsing uitvoeren op ETS-bedrijven. Daar is in principe ruimte voor, zelfs als dat leidt tot vergunningvoorschriften over een zuinig gebruik van energie. Voorwaarde is dat het in overleg met het bedrijf gebeurt.

NB volgens de Wm geldt binnen alle inrichtingen in Nederland de verantwoordelijkheid om energie zuinig te gebruiken.