Gezoneerd industrieterrein: Inrichting deels erbuiten

Vraag

Een inrichting gelegen op een gezoneerd industrieterrein wil uitbreiden. De uitbreiding komt buiten het gezoneerde industrieterrein te liggen. Moet het bevoegd gezag deze uitbreiding toetsen aan de Handreiking of aan de zone (en eventueel vastgestelde hogere waarden)?

Antwoord

Bij de Raad van State zijn verschillende zaken behandeld waarbij dit aspect een rol speelde. In de zaak met uitspraaknummer ABRvS 21 juli 2004, nr. 200303698/1 bijvoorbeeld. Daar heeft het bevoegd gezag bij de beoordeling van het aspect geluid de geluidsbelasting vanwege de activiteiten in het deel van de inrichting dat is gelegen op het gezoneerde industrieterrein getoetst aan de geldende zonegrenswaarde (Wgh). Ook heeft het bevoegd gezag voor de geluidsbelasting vanwege de activiteiten in het deel dat daarbuiten is gelegen de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening gehanteerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de RvS kon zich in deze situatie in een dergelijke aanpak vinden.

Er moet echter rekening gehouden te worden met het volgende:
In bovengenoemd geval was de betreffende inrichting geen 'grote lawaaimaker'. Bij een uitbreiding van een grote lawaaimaker is er sprake van een andere situatie. Een dergelijke inrichting (inclusief de uitbreiding als die onlosmakelijk met de inrichting verbonden is) moet immers (geheel) op een gezoneerd industrieterrein liggen (artikel 40 Wgh). Volgens een uitspraak (ABRvS 27 januari 1998, nr. E03.94.1098 (pdf, 101 kB)) moet daarmee ook de uitbreiding getoetst worden volgens de systematiek van de Wgh.

Men kan zich daarnaast afvragen of met de bovenstaande duale aanpak niet wordt voorbijgegaan aan de cumulatie van het industrielawaai en daarmee het doel van de Wgh. Dat de uitbreiding planologisch gezien niet tot het gezoneerde industrieterrein behoort, betekent niet dat het geluid afkomstig van deze uitbreiding niet bijdraagt aan de totale geluidsbelasting op de zonegrens. Het geluid afkomstig van het deel van de inrichting dat op het industrieterrein ligt, doet dat immers ook.

Zodra het bestemmingsplan een uitbreiding als hierboven mogelijk maakt, zou het eigenlijk de bedoeling moeten zijn om de zone planologisch aan te passen, rekening houdend met het geluid afkomstig van de uitbreiding. Pas dan wordt er gehandeld volgens de geest van de Wgh.