Zijn de gegevens voor de basisgeluidemissie gelijk aan die voor de geluidsbelastingkaart?

Vraag

Kan voor het vastleggen van de basisgeluidemissie (hierna: bge) gebruik worden gemaakt van de gegevens die worden verzameld voor de geluidsbelastingkaart?

Antwoord

Gedeeltelijk.

De gegevens voor de bge en voor de geluidsbelastingkaarten zijn elk een aparte verzameling met een eigen geluidmodel. Voor sommige invoergegevens zijn er voor beide modellen keuzevrijheden. Het hangt af van de gemaakte keuze of de gegevens voor beide doelen overeenkomen.

Voor de bge zijn minder gegevens nodig dan voor de geluidsbelastingkaart. Voor de geluidsbelastingkaart zijn bijvoorbeeld gegevens nodig over het overdrachtsgebied, omdat de kaart gaat over de geluidimmissie (de omgeving), terwijl de bge zich richt op de geluidemissie (de bron).

Aannames en vereenvoudigingen

Soms mogen bepaalde invoergegevens voor de geluidsbelastingkaarten vereenvoudigd worden. De rekenmethode  “CNOSSOS” biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van standaard invoerwaarden of veronderstellingen, maar alleen als de verzameling van de werkelijke gegevens onevenredig hoge kosten met zich meebrengt. Verder schrijft CNOSSOS voor dat invoerwaarden die de emissie beïnvloeden, moeten worden bepaald met een nauwkeurigheid van ten minste ± 2 dB(A). Deze twee clausules maken het in bepaalde gevallen mogelijk om de toeslagen voor hellingen, kruispunten en rotondes te verwaarlozen en om gemotoriseerde tweewielers in te delen bij de lichte motorvoertuigen. De voorwaarden zijn genoemd in de Handreiking modelleren volgens CNOSSOS-EU.

De verschillen

Welke wegen?

  • De eerste vastlegging van de bge gebeurt voor wegen met een verkeersintensiteit van ten minste 4500 motorvoertuigen.
  • Voor de geluidsbelastingkaarten is er geen minimale verkeersintensiteit. Daar worden de wegen gekarteerd die een geluidsbelasting veroorzaken van minimaal 55 dB Lden of 50 dB Lnight bij geluidsgevoelige objecten.

Bronlijnen

Voor de modellering van bronlijnen bieden de rekenmethodes voor zowel de bge als de geluidsbelastingkaarten vrijheid. In beide gevallen kan een gemeente ervoor kiezen om één bronlijn per rijbaan te modelleren of om meerdere rijbanen te bundelen tot één bronlijn. Voor de bronlijnen voor de geluidsbelastingkaart kunnen daarom, als dit voor beide doelen op dezelfde manier is gedaan, aangepaste versies van de bronlijnen voor de bge worden gebruikt. De verschillen in de invoergegevens op de bronlijnen worden hieronder verder toegelicht.

  • De bronlijnen voor de bge worden vastgelegd in alleen x en y-coördinaten.
  • De bronlijnen voor de geluidbelastingkaarten worden vastgelegd in x, y en z-coördinaten.

Over (optrek)toeslagen op de emissie geldt het volgende:

  • Voor de bge mogen korte onderbrekingen in het wegdektype (zoals een drempel) buiten beschouwing worden gelaten. Ook mogen kruisingen en rotondes vereenvoudigd worden gemodelleerd.
  • Voor de geluidsbelastingkaarten wordt voor kruispunten, rotondes en obstakels een toeslag toegepast op de geluidemissie. Soms kan die toeslag buiten beschouwing worden gelaten. Het is aan het bevoegd gezag om daar een inschatting van te maken. Zie hiervoor de handreiking modelleren volgens CNOSSOS-EU.

Het jaar voor de verkeersintensiteiten

  • Voor de bge wordt naar verwachting het jaar 2022 als basisjaar gebruikt. Daar kan nog van worden afgeweken, bijvoorbeeld als er in 2022 een beduidend effect is van Corona-maatregelen op de verkeersintensiteiten (Nota van Toelichting van het Aanvullingsbesluit Geluid).
  • Voor de geluidsbelastingkaarten is het peiljaar 2021. Het Rijk en provincies kiezen ervoor de verkeersintensiteiten van 2019 te hanteren voor het peiljaar 2021. Gemeenten kunnen zich hierbij aansluiten. Het heeft voordelen wanneer in heel Nederland op een uniforme wijze met het peiljaar wordt omgegaan. Zo wordt voorkomen dat bijvoorbeeld de ligging van geluidcontouren rond wegen verspringen bij een gemeentegrens.
    Praktisch gezien kan een gemeente overwegen in hoeverre de verkeersintensiteiten van 2019 en 2022 van elkaar verschillen, en wat de invloed daarvan is op het resultaat.

Voor de volgende ronde geldt:

  • Voor de vastlegging van de bge voor wegen met een verkeersintensiteit van 1000 tot 4500 motorvoertuigen, is het basisjaar 2026.
  • Voor de geluidsbelastingkaart is het peiljaar dan 2026.

Lokale spoorwegen verweven met een weg

  • Als lokale spoorwegen verweven zijn met een weg, kan de gemeente kiezen. Er mag een gezamenlijke bge worden bepaald voor de weg en de spoorweg samen, maar de bge mag ook voor weg en spoorweg  apart worden bepaald en gemonitord.
  • Voor de geluidsbelastingkaarten worden lokale spoorwegen die deel uitmaken van een weg meegenomen in de geluidsbelastingkaarten voor de weg.

Gemotoriseerde tweewielers

  • Voor de bge is invoer van gemotoriseerde tweewielers in de verkeersintensiteiten facultatief.
  • Voor de geluidsbelastingkaarten schrijft de rekenmethode voor dat het aantal gemotoriseerde tweewielers wordt ingevoerd. Binnen het kwaliteitskader is het toegestaan om gemotoriseerde tweewielers te verwaarlozen of in te delen bij lichte motorvoertuigen. Advies: Beschouw gemotoriseerde tweewielers niet apart, maar als onderdeel van lichte motorvoertuigen (bron: Handreiking CNOSSOS).

Helling

  • Voor de bge wordt het effect van een helling op het geluid buiten beschouwing gelaten.
  • Voor de geluidsbelastingkaarten is het hellingspercentage van de weg een voorgeschreven invoerparameter. Binnen het kwaliteitskader van CNOSSOS mag voor de Nederlandse situatie de hellingcorrectie verwaarloosd worden. De keuze is aan de bevoegde gezagen hoe hier mee om te gaan. Advies: Gebruik hellingcorrectie alleen als dit een voldoende significante bijdrage heeft op de blootstelling bij geluidgevoelige bestemmingen (bron: Handreiking CNOSSOS).

Overdrachtsgebied

  • Voor de bge gaat het alleen om de geluidemissie van de bronnen en zijn dus geen invoergegevens over de overdracht van geluid nodig.
  • Geluidsbelastingkaarten gaan over de immissie van geluid. Daarom zijn gegevens nodig over het overdrachtsgebied (zoals gebouwen en bodemgebieden).

Meer informatie over bge

De basisgeluidemissie is het referentieniveau van het geluid door lokale (spoor)wegen.

Meer informatie over de basisgeluidemissie kunt u vinden op de website van Informatiepunt Leefomgeving.

Informatiepunt Leefomgeving