Keuringsregime propeentanks

In artikel 4.20a van de ministeriële regeling wordt de keuring van de propeeninstallatie verplicht gesteld. De keuring is ook voorgeschreven in het Warenwetbesluit drukapparatuur en volgt dat stramien. Hieronder wordt het keuringsstramien toegelicht.

Keuringsregime volgens Warenwetbesluit drukapparatuur

Een opslagtank voor propeen, inclusief bijbehorende leidingen en appendages, wordt beschouwd als drukapparatuur waarop het Warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA) is de Inspectie SZW bevoegd gezag. In deze regeling zijn geen voorschriften opgenomen over zaken die al in het Warenwetbesluit drukapparatuur zijn geregeld. Ook niet over zaken waarover in het kader van het WBDA een afweging is gemaakt. Wel zijn in deze regeling aanvullende bepalingen opgenomen welke nodig zijn vanuit het oogpunt van het voorkomen of beperken van risico's voor de omgeving.

Keuring voor ingebruikneming

De keuring voor ingebruikneming (KVI) geldt voor de opslagtank voor propeen, installatieleidingen en de bijbehorende veiligheidsappendages en andere onder druk staande appendages. Een KVI moet worden uitgevoerd door een Aangewezen keuringsinstelling (AKI). Bij goedkeuring wordt een "Verklaring van ingebruikneming" afgegeven. Stationaire opslagtanks voor propeen met een volume kleiner dan of gelijk aan 5 m3, van waaruit propeen alleen in de gasfase wordt onttrokken, zijn vrijgesteld van de keuring voor ingebruikneming.

Voor opslagtanks opgesteld op een bouwplaats geldt deze vrijstelling tot een inhoud van ten hoogste 8 m3. In het kader van de algemene zorgplicht van het Warenwetbesluit drukapparatuur bestaat wel de verplichting om de ingebruikneming vakkundig en verantwoord uit te voeren.

Herkeuring

Alle opslagtanks voor propaan zijn onderworpen aan het regime voor herkeuring, welke moet worden uitgevoerd uiterlijk 6 jaar nadat de laatste keuring heeft plaatsgevonden. De termijn voor het uitvoeren van het inwendig onderzoek kan worden verlengd tot maximaal 12 jaar als een onderhoudsschema wordt gevolgd op basis van NPR 2578.

NPR 2578

Het Warenwetbesluit Drukapparatuur is niet van toepassing op apparatuur waarin de druk lager is dan 0,5 bar. Ook is het Besluit niet van toepassing op leidingen met een diameter < DN50, ongeacht de druk. In dergelijke gevallen verwijst de europese richtlijn voor drukapparatuur (PED) naar de binnen een lidstaat geldende regels voor goed vakmanschap.

Deze regels zijn beschreven in de praktijkrichtlijn NPR 2578 "Beheer en onderhoud van LPG-, propaan- en butaaninstallaties", welke nationale afspraken bevat voor onafhankelijk toezicht op opslagtanks voor propaan in de gebruiksfase. Deze regels hebben betrekking op de gehele propaaninstallatie, inclusief leidingen en appendages. Tevens is een erkenningsregeling opgenomen voor installateurs die betrokken zijn bij de installatie en het onderhoud van propaaninstallaties. Deze regels kunnen ook voor propeentanks worden gebruikt.

De NPR 2578 is gebaseerd op de structuur van NEN-EN 12817. Daarbij zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van personen en organisaties, kwalificaties van uitvoerend personeel, uitvoering en beoordelingscriteria verder gespecificeerd. Op grond van NEN-EN 12817 moet elke installatie worden opgenomen in een onderhoudsschema. Een onderhoudsschema omvat procedures voor inspectie van een opslagtank, de omvang van de inspectie van de opslagtank en appendages en aandachtspunten voor de inspectie op locatie.

Uitgangspunt van de praktijkrichtlijn is dat bepaalde propaaninstallaties ook gebruikt worden door personen zonder specifieke instructie of opleiding. Dit geldt vooral voor de kleinere propaaninstallaties. Een veilige bediening van de installaties moet daarom ook worden gewaarborgd door de technische integriteit. Basis daarvoor ligt in het WBDA, waarna dit blijvend is gegarandeerd door het in de gebruiksfase volgen van de onderhoudsschema's uit de NPR 2578. Door in deze regeling vast te leggen dat beheer en onderhoud van een opslagtank voor propaan, inclusief alle bijbehorende installatieonderdelen, moet worden uitgevoerd overeenkomstig de praktijkrichtlijn, is de technische integriteit van de gehele installatie gewaarborgd.

Relevante documenten

Volgens het WBDA moeten alle documenten over de bouw, de intredekeuring, de herkeuringen en de aanwijzingen voor gebruik van een opslagtank voor propeen in bezit zijn van de gebruiker. Dit voorschrift in de regeling voegt daar aan toe dat ook de bevindingen van uitgevoerd onderhoud moeten worden bewaard. Daarnaast is voorgeschreven dat relevante documenten in een installatieboek moeten zijn opgenomen. Dit heeft tot doel dat in de loop van de levensduur van de installatie een overzichtelijk logboek wordt opgebouwd. Het verhoogt het inzicht in de installatie, de goede bedrijfsvoering en het adequaat handelen tijdens storingen of incidenten.

In de praktijk komt het regelmatig voor dat een propeeninstallatie eigendom is van de gasleverancier, welke ook voor het beheer en onderhoud zorg draagt. In dergelijke gevallen beschikt de gebruiker niet altijd over het volledige dossier van de installatie. Het verdient aanbeveling om in die situaties een controlebezoek aan te kondigen, zodat de noodzakelijke documenten voor inzage beschikbaar zijn.