Is een zonneweide, oplaadpaal, buurtbatterij, weiland, kerk, carillon of veerpont een Wm-inrichting?

Vraag

Is een zonneweide, oplaadpaalbuurtbatterij, weiland, kerk, carillon of veerpont een inrichting zoals bedoeld in artikel 1.1, vierde lid, van de Wet milieubeheer (Wm-inrichtingen)?

Antwoord

De meeste van deze activiteiten zijn geen Wm-inrichting. Het exacte antwoord hangt voor de verschillende activiteiten af van de specifieke situatie. Wel kunnen ze onderdeel van een inrichting zijn.

Zonneweide

Een zelfstandige zonneweide is geen inrichting. Een zonneweide kan wel onderdeel zijn van een Wm-inrichting, maar het Activiteitenbesluit bevat geen specifieke milieuvoorschriften. Wel is ruimtelijke inpassing van een zonneweide relevant.

Deze zonneweide bestaat meestal uit een aantal zonnepanelen, een afgesloten gebouwtje met stoppenkast en een kleine transformator.  Zonnepanelen en stoppenkast vallen niet onder één van de categorieën van bijlage I, onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Kleine transformatoren (<200 MVA) in een gesloten gebouw zijn uitgezonderd van categorie 20.1 onder b.

Oplaadpaal

Een 'losse' oplaadpaal is geen inrichting. Een oplaadpaal kan wel onderdeel zijn van een Wm-inrichting.

Buurtbatterij

Een (gebouw met een) batterij die stroom opslaat voor een hele buurt is geen Wm-inrichting. Zo'n buurtbatterij is namelijk niet beschreven in bijlage I van het Bor.

Weiland

Een weiland en landerijen zijn geen Wm-inrichtingen. Meestal zijn ze ook geen onderdeel van een inrichting. Zie onze vraag en antwoord over weiland en uitloop.

Kerk

Een kerk kan een Wm-inrichting zijn. Dit is het geval als deze onder restcategorie 1 van het Bor valt. Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van:

  • elektromotoren met een opgeteld vermogen groter dan 1,5 kW
  • stookinstallaties met een opgeteld thermisch vermogen groter dan 130 kW

Elektromotoren kunnen bijvoorbeeld aanwezig zijn in mechanische klokkenluiders (carillons) of airco’s.  Zie ook uitspraak ABRvS 19 december 2001, 200004670/1.

Carillon

Een carillon is vaak een Wm-inrichting die valt onder categorie 19.1 onder d van bijlage I bij het Bor: een inrichting waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het beoefenen van muziek.

De locatie met het carillon (bijna altijd een kerk) moet wel bedrijfsmatig zijn of een bedrijfsmatige omvang hebben. De frequentie van het spelen van het carillon kan daarvoor al genoeg zijn. Zie ABRvS 200600626/1 van 28 juni 2006.

Veerpont

Een veerpont is geen Wm-inrichting. Volgens ABRvS 8 februari 1999, E03.97.0116 (Nieuwsbrief StAB 99-12) is uitoefening van een veerverbinding met een veerpont geen Wm-inrichting. Uit deze uitspraak volgt dat er in deze situatie:

  • geen aanspraak op een gedeelte van het water is
  • de afgelegde vaarroute niet nauwkeurig is begrensd
  • de veerstoepen vallen in dit geval niet onder een in het Bor aangewezen categorie

Zie ook uitspraak ABRvS 15 augustus 2000, E03.98.1725.

Soms wel onderdeel van een inrichting

Een deel van deze activiteiten kan een onderdeel zijn van een Wm-inrichting. Voor die activiteiten gelden dan eventuele voorschriften van het Activiteitenbesluit en/of de algemene zorgplicht van het Activiteitenbesluit.


Wettekst