Actoren en hun rollen

Welke actoren?

Er zijn vijf rollen / actoren onderscheiden:

  • Het bevoegd gezag (BG), het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het voorbereiden dan wel vaststellen van het betreffende m.e.r.-plichtige plan of besluit.
  • De initiatiefnemer (IN), een publieke of private partij die de m.e.r.-plichtige activiteit wil ondernemen en een aanvraag voor een besluit wil indienen bij het bevoegd gezag.
  • De adviseurs en bestuursorganen (A & B) die vanwege het wettelijke voorschrift waarop het betreffende plan of besluit berust bij de voorbereiding moeten worden betrokken.
  • De onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage (Cie).
  • Burgers en andere belanghebbenden: een ieder of nader te bepalen door het bevoegd gezag (dit laatste alleen in de voorfase).

-

Drie verschillende situaties
Of en wanneer deze rollen /actoren worden betrokken verschilt voor de volgende situaties:

  • De uitgebreide m.e.r.-procedure waarbij bevoegd gezag zelf initiatiefnemer is.
  • De uitgebreide m.e.r.-procedure waarbij bevoegd gezag niet zelf de initiatiefnemer is.
  • De beperkte procedure, waarbij de Wet milieubeheer er vanuit gaat dat het bevoegd gezag nooit zelf de initiatiefnemer is.

Navolgend is voor deze situaties een overzicht gegeven van de betrokken actoren/rollen per procedurestap. Wilt u een beschrijving van de betreffende procedurestappen met termijnen en eisen bij de uitgebreide en de beperkte procedure, ga dan naar ‘Wat zijn de procedurestappen?'. Vanuit dit overzicht kunt u per procedurestap verder ‘klikken' naar de toelichting.

-

De uitgebreide m.e.r.-procedure waarbij bevoegd gezag zelf initiatiefnemer is.

-

Uitgebreide m.e.r.-procedure, BG = IN

BG

A & B

Cie

Burger

Openbare kennisgeving X
Ter inzage en zienswijzen (vormvrij) X X

Raadpleging bestuursorganen en adviseurs over
reikwijdte en detailniveau MER

X X
MER X

Openbare kennisgeving, ter inzage en zienswijzen
Advies Commissie m.e.r.

X X X
Besluit, motivering, bekendmaking en mededeling X

Bezwaar en beroep (niet bij alle plannen)

(X) (X)
Evaluatie X

-

De uitgebreide m.e.r.-procedure waarbij bevoegd gezag niet zelf de initiatiefnemer is.

Uitgebreide m.e.r.-procedure, BG ≠ IN

BG

IN

A & B

Cie

Burger

Mededeling (vormvrij)

X

Openbare kennisgeving X

Ter inzage en zienswijzen, vormvrij

X

X

Raadpleging bestuursorganen en adviseurs over reikwijdte en detailniveau MER

X

X

Advies reikwijdte en detailniveau aan IN

X

MER

X

Openbare kennisgeving, ter inzage en zienswijzen
Advies Commissie m.e.r.

X
X


X

X

Besluit, motivering, bekendmaking en mededeling

X

Bezwaar en beroep

X

X

Evaluatie

X

-

De beperkte procedure

Beperkte m.e.r.-procedure

BG

IN

A & B

Cie

Burger

Mededeling (vormvrij)

X

Raadpleging bestuursorganen en adviseurs over reikwijdte en detailniveau MER
(alleen op verzoek IN of ambtshalve)

(X)

(X)

Advies reikwijdte en detailniveau aan IN
(alleen op verzoek IN of ambtshalve)

(X)

MER

X

Openbare kennisgeving, ter inzage en zienswijzen

X

X

Besluit, motivering, bekendmaking en mededeling

X

Bezwaar en beroep

X

X

Evaluatie

X

-

Afkorting

Betekenis

BG:

bevoegd gezag
IN: initiatiefnemer
A & B: adviseurs en bestuursorganen
Cie: Commissie m.e.r.
Burger: belanghebbenden of een ieder
X: betrokken bij betreffende proc
(X): procedurestap alleen in bepaalde gevallen

-

Tips en trucs voor in de praktijk

In de Handreiking milieueffectrapportage kunt u tips en trucs vinden voor in de praktijk over de invulling van de regierol door het bevoegd gezag, vooral koppeling aan de moederprocedure en de scheiding van rollen en taken. U vindt de informatie in de module Regie bij de uitgebreide procedure en in de module Regie bij de beperkte procedure.




Toelichting adviseurs

Wie worden er bedoeld met ‘adviseurs'?

  1. In ieder geval de normaal te raadplegen adviseurs ter voorbereiding van een besluit of een plan op grond van de regelgeving, waarop dat besluit of plan gebaseerd is. Dit volgt uit art. 1.1 lid 1Wm.
  2. Bovendien moeten op grond van art. 7.1 lid 5 Wm de volgende adviseurs in de in die bepaling aangewezen gevallen worden geraadpleegd:
    a. Indien het bestuursorgaan een orgaan is van de centrale overheid: een door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aangewezen bestuursorgaan, een door de minister van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit (nu: Economische zaken, landbouw en Innovatie) aangewezen bestuursorgaan en een door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen bestuursorgaan.
    b.1. Indien het bestuursorgaan niet een orgaan is van de centrale overheid: een door de minister van Landbouw, Natuur en een door de minister van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit aangewezen bestuursorgaan en een door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen bestuursorgaan.aangewezen bestuursorgaan en een door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangewezen bestuursorgaan.
    b.2  Indien het bestuursorgaan niet een orgaan is van de centrale overheid: ook de inspecteur van IenW is dan adviseur, maar uitsluitend en alleen voor zover de m.e.r.-plichtige activiteit betrekking heeft op inrichtingen als bedoeld in art. 2.1 lid 1 onder e Wabo en zij zijn aangewezen krachtens art. 2.26 lid 3 Wabo in combinatie met art. 6.3 lid 2 Bor. Zij moeten dus expliciet genoemd zijn in de lijst van inrichtingen van Bijlage III Bor. De inspecteur van IenW is in die aangewezen gevallen waarbij er sprake is van een m.e.r.-plichtige activiteit (ook als m.e.r.-plicht volgt uit een daartoe strekkend m.e.r.-beoordelingsbesluit) niet alleen adviseur bij het maken van plan-MER voor een plan, maar ook bij het maken van besluit-MER voor een omgevingsvergunning genoemd in kolom 4 van onderdelen C en D van de bijlage van het Besluit m.e.r.