4e tranche Activiteitenbesluit

Op 1 januari 2016 is het "Besluit van 18 september 2015 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit omgevingsrecht en enkele andere besluiten (nieuwe activiteiten)" van kracht geworden (Stb. 2015, nr. 337).

Algemene informatie

Met dit wijzigingsbesluit wordt de reikwijdte van het Activiteitenbesluit verbreed doordat een aantal nieuwe activiteiten onder de werking van de algemene regels wordt gebracht en de plicht tot het hebben van een vergunning volgens artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, de zogenaamde omgevingsvergunning milieu vervalt.

Het gaat hier om het smelten en gieten van metalen (paragraaf 2.2), opslaan of bewerken van ontplofbare stoffen of voorwerpen bij defensie-inrichtingen (paragraaf 2.3), schieten op buitenschietbanen (paragraaf 2.4), kleinschalig vergisten van alleen dierlijke meststoffen (paragraaf 2.5), dierencrematoria (paragraaf 2.6), honden, lawaaivogels en dierentuinen (paragraaf 2.7), asbestverwijdering (paragraaf 2.8), bloemenververijen (paragraaf 2.9), enkele activiteiten met mergel, grind en kalk (paragraaf 2.10).

Verder worden in het Activiteitenbesluit voorschriften gesteld over lozingen waarmee de vergunningplicht vanuit de Waterwet voor bepaalde handelingen en specifieke lozingen vanuit inrichtingen vervalt. Het gaat om handelingen in een oppervlaktewaterlichaam (paragraaf 3.1.7 van het wijzigingsbesluit), lozen door het schoonmaken van drinkwaterleidingen (paragraaf 3.1.8 van het wijzigingsbesluit), lozen van afvalwater dat vrijkomt bij een calamiteit (paragraaf 3.1.9 van het wijzigingsbesluit). Deze activiteiten worden toegelicht in paragraaf 3.9, samen met de overige wijzigingen over water.

Wijziging Bor

Ook is de lijst met vergunningplichtige inrichtingen (Bijlage I bij het Bor) doorgelicht.. Deze doorlichting betrof de meer dan 150 redenen voor vergunningplicht. Naar aanleiding daarvan zal voor een aantal andere activiteiten de vergunningplicht vervallen zonder dat daarvoor nieuwe voorschriften worden ingevoerd, omdat die voorschriften al in het besluit staan, zoals bij ziekenhuizen en instellingen voor medisch-specialistische zorg, of geen voorschriften nodig zijn. Ook zijn enkele redenen voor vergunningplicht, die vaak tot misverstanden leidden, aangepast of vervallen.

Een voorbeeld is de vergunningplicht voor de productie of het verwerken van natuurhars, een activiteit die in Nederland niet voorkomt.

Ten slotte zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in het Bor die samenhangen met artikel 10.54a van de Wm en het intrekken van de Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen waarmee de regels over het mengen van gevaarlijke afvalstoffen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling worden samengebracht. Het voorschrift over het mengen van afvalstoffen en de grenzen voor vergunningplicht voor afvalstoffen in categorie 28.10, van onderdeel C, van bijlage I bij het Bor, zijn hierop aangepast. Een groot deel van de wijziging wordt in de Activiteitenregeling opgenomen.

Meer informatie over de vierde tranche en de verschuiving van de vergunningsplicht naar algemene regels vindt u onder het overzicht aanpassingen regelgeving Activiteitenbesluit.