Wet Basisnet

Op 1 april 2015 is de "Wet basisnet" in werking getreden. De Wet Basisnet voegt een nieuw hoofdstuk toe aan de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Deze toevoeging omvat regels voor het vaststellen van het maximaal toegestane risico door het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Algemene informatie

Het Basisnet heeft als doel een evenwicht voor de lange termijn te creëren tussen de belangen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de hoofdwegen, binnenwateren en de hoofdspoorwegen en de bebouwde omgeving die hier langs ligt en de veiligheid van omwonenden. Het Basisnet stelt verder regels aan het vaststellen en beheersen van de risico's voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (vervoerskant).
De Wet basisnet voegt een nieuw hoofdstuk aan de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, dat gaat over die vervoerskant.

Status
Het voorstel is op 19 juni 2012 aangenomen door de Tweede Kamer en op 10 juli 2013 door de Eerste Kamer (Staatsblad, jaargang 2013, nr. 307). Op 17 september 2013 is het Besluit Externe veiligheid transportroutes gepubliceerd (Staatsblad, jaargang 2013, nr. 340). Het koninklijk besluit over inwerkingtreding is op 3 maart 2015 verschenen (Staatsblad, jaargang 2015, nr. 92). De Wet basisnet en genoemd besluit zijn op 1 april 2015 in werking treden.
U kunt alle kamerstukken vinden in het dossier nr. 32 862.

Belangrijkste kamerstukken
in dit dossier:

Aanpassing Wabo

Via het amendement Haverkamp 32 862 nr. 32 is artikel IVa toegevoegd. Dit artikel wijzigt de artikelen 2.31 en 2.33 Wabo en voegt een nieuw artikel 2.34 toe.

Door deze aanpassingen heeft de minister bij omgevingsvergunningen milieu bij emplacementen de mogelijkheid gekregen om een aanwijzing te geven. Emplacementen maken geen onderdeel uit van het Basisnet spoor, maar hebben daarop indirect wel invloed. De omgevingsvergunning voor een emplacement wordt afgegeven door een gemeente, terwijl het risico in het Basisnet centraal wordt vastgesteld.

Dit amendement regelt dat de minister de mogelijkheid krijgt om een gemeente een aanwijzing te geven als gemeentelijke vergunningen voor emplacementen niet in overeenstemming zijn met het Basisnet spoor. Zo wordt voorkomen dat de regelgeving voor een emplacement afwijkt van de regelgeving voor het Basisnet spoor en tot overschrijding van het risicoplafond leidt. Voordat de minister een aanwijzing kan geven, vindt in ieder geval overleg plaats tussen de minister, de betrokken gemeenten en de spoorinfrabeheerder. Zij overleggen over welke maatregelen genomen moeten worden. De minister deelt het voornemen tot het geven van een aanwijzing mee aan de Staten-Generaal.