Bodem- en luchtvoorschriften voor het verwerken van polyesterhars

Producenten van kunststofcomposiet werken met polyesterhars. Het styreengehalte van polyesterhars ligt meestal tussen de 35 en 45%. Bij de verwerking van polyesterhars wordt styreen geëmitteerd. Styreen is al bij zeer lage concentraties te ruiken.

Luchtvoorschriften in het Activiteitenbesluit voor de activiteit 'verwerken van polyesterhars' gaan in op diffuse emissies en geur.

Bodem

Een bodembeschermende voorziening is verplicht bij verwerken van polyesterhars en bij het reinigen van hierbij gebruikte apparatuur.

Diffuse emissies

Het bedrijf moet emissies naar de buitenlucht bovendaks en omhoog gericht afvoeren. Dit voorschrift geldt als er binnen 50 meter van het afvoerpunt gevoelige gebouwen liggen. Dit voorschrift geldt niet voor gevoelige gebouwen op een gezoneerd industrieterrein of bedrijventerrein met minder dan 1 gevoelig gebouw per hectare. Ook geldt dit voorschrift niet voor een bedrijf dat al bestond toen het Activiteitenbesluit in werking trad.  Voorwaarde is wel dat het bedrijf zijn activiteit niet gewijzigd heeft.

In het belang van de luchtkwaliteit kan het bevoegd gezag bij maatwerk voorschriften stellen aan de ligging en uitvoering van het afvoerpunt. Dit is ook mogelijk voor een bedrijf dat al bestond toen het Activiteitenbesluit in werking trad. Een voorbeeld van een maatwerkvoorschrift is het verhogen van de afvoerhoogte om te zorgen voor een betere verspreiding van afgezogen dampen en gassen.

OBM voor geur

Een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) is verplicht, omdat bij deze activiteit styreen vrij komt. Styreen heeft een zeer lage geurdrempel en is al bij zeer lage concentraties te ruiken. De kans op geurhinder is dan ook reëel. Besteed daarom vooraf extra aandacht aan geur bij het verwerken van polyesterhars.

Een OBM is verplicht als (art 2.2a lid 5):

  • het verwerken van polyesterhars start
  • de productiecapaciteit toeneemt
  • de manier van verwerking van polyesterhars verandert

Artikel 6.19 van het Bor noemt de activiteit polyesterhars verwerking via de verwijzing naar art 2.2a lid 5. Dit betekent dat de activiteit niet stilzwijgend goedgekeurd is wanneer:

  • de termijn voor de OBM verstreken is, en
  • het bevoegd gezag geen beslissing heeft genomen,

Het bevoegd gezag moet dus een besluit nemen bij deze OBM.

Melding: aantonen dat sprake is van aanvaardbaar geurhinderniveau

Bij verwerken van polyesterhars komt styreen vrij. Styreen heeft een zeer lage geurdrempel. Het is een stof die al bij zeer lage concentraties te ruiken is. De kans op geurhinder is dan ook reëel. Daarom moeten polyesterharsverwerkende bedrijven bij de melding een beschrijving voegen hoe invulling wordt gegeven aan de eisen en maatregelen ter voorkoming of beperking van geurhinder.

Het bedrijf toont aan dat de oprichting of verandering van de activiteit het aanvaardbaar hinderniveau niet overschrijdt. Dit volgt uit artikel 1.17 van het Activiteitenbesluit. Aantonen kan via een geuronderzoek dat voldoet aan de NTA 9065, maar dit hoeft niet. Aantonen kan ook via een beschrijving van getroffen maatregelen om styreen emissie te beperken. Het bedrijf toont dan in deze beschrijving aan dat de geurhinder aanvaardbaar is en dat het bedrijf daarom geen maatregelen treft.

Het bevoegd gezag beoordeelt of er sprake is van een aanvaardbaar hinderniveau en welke informatie nodig is om deze beoordeling te kunnen maken.

Zie voor meer informatie over de pagina melding van de Handleiding Geur.

Maatregelen om geurhinder te beperken

De Activiteitenregeling noemt de volgende maatregelen om geurhinder te beperken. Het bedrijf hoeft deze maatregelen niet allemaal toe te passen. Deze maatregelen zijn afkomstig uit het Werkboek milieumaatregelen voor de rubber- en kunststofindustrie.

  • toepassen van harsen met additieven die verdamping van styreen bij het uitharden beperken

  • toepassen van harsen met een verlaagd styreengehalte (bijvoorbeeld DCPD-harsen en INSERT-harsen)

  • toepassen van harsen waarin styreen deels is vervangen door dicyclopentadieen

  • spuittechnieken zonder persluchtondersteuning (airless spuiten geeft grotere druppels/stralen)

  • toepassen van een lagedruk polyesterharsopbrengsysteem (voorkomt nevelvorming)

  • overschakelen op een gesloten malsysteem

  • overschakelen op een vacuümfoliesysteem (geen handlamineren)

  • afdekken van emmers en vaten

  • toepassen van gesloten leidingssystemen voor oplosmiddelen en hars

  • toepassen van een nageschakelde techniek zoals cryocondensatie, thermische of katalytische naverbranding, een bioreactor of een zuurstofradicaalgenerator

Maatregelen beperken geurhinder niet altijd verplicht

Het bedrijf hoeft de maatregelen niet toe te passen als het bedrijf kan aantonen dat:

  • de emissie beperkende maatregelen niet kosteneffectief zijn
  • de emissie beperkende maatregelen niet technisch uitvoerbaar zijn
  • de geurhinder beperkt blijft tot een aanvaardbaar niveau
  • het mogelijke effect van de styreenemissie beperkt blijft tot een gezoneerd industrieterrein of bedrijventerrein met minder dan één geurgevoelig object per hectare

Het bedrijf toont dit aan tijdens de melding.

Maatwerk voor geur

Als er sprake is van onaanvaardbare geurhinder, dan kan het bevoegd gezag via maatwerkvoorschriften aanvullende eisen stellen. Deze eisen kunnen zijn:

  • het niet in de buitenlucht verwerken van polyesterhars
  • de plaatsing van de afvoerpijp
  • het voorkomen van diffuse emissies
  • het beperken van incidentele geurpieken tot bepaalde tijdstippen

Maatregelen gericht op de aspecten hierboven zijn niet altijd voldoende om te komen tot een aanvaardbaar hinderniveau. In dat geval kan het bevoegd gezag aanvullend in een maatwerkbesluit een ontgeuringsinstallatie of een grotere afvoerhoogte verplicht stellen.

Bij besluitvorming hierover betrekt het bevoegd gezag de geuraspecten uit artikel 2.7a lid 3 van het Activiteitenbesluit. Meer informatie hierover staat in de handleiding geur.