Bodem, water en energie

Het Activiteitenbesluit heeft in paragraaf 3.2.1 voor kleine en middelgrote stookinstallaties eisen  voor de bescherming van de bodem en het oppervlaktewater en ter voorkoming van energieverspilling.

Verwaarloosbaar bodemrisico

De eisen ter bescherming van de bodem  gelden voor alle kleine middelgrote stookinstallaties. Een stookinstallatie met een vloeibare brandstof mag alleen bijgevuld of geleegd worden boven een bodembeschermende voorziening.

Beheer van afvalwater

Afvalwater is het spuiwater van een stoomketel of het condensaat van de rookgassen. De stoomketel van de stookinstallatie wordt gespuid in een geschikte spuitank of in een andere geschikte voorziening. De spuitank of de andere geschikte voorziening zijn bestand tegen inwerking van het spuiwater. Dit geldt ook voor de bijbehorende leidingen.

De spuitank is voorzien van een ontluchtingsleiding die voorkomt dat de spuiketel bezwijkt door overdruk tijdens het spuien.

Het lozen van het spuiwater van de stoomketel of condensaat van de rookgassen vindt plaats op een vuilwaterriool. Lozen op of in de bodem of op het oppervlaktewater is alleen toegestaan als lozen op een vuilwaterriool niet mogelijk is.

Doelmatig gebruik van energie

Aan een warmtekrachtinstallatie (WKK) zijn rendementseisen gesteld. Het jaargemiddelde rendement moet minstens 65% zijn. Een warmtekrachtinstallatie die in gebruik is genomen voor 1 januari 2008 haalt minimaal een rendement van 60%.

De formule voor het jaargemiddelde rendement is:

de som van het energetisch rendement van de opwekking van kracht + tweederde deel van het energetisch rendement van de productie van nuttig aan te wenden warmte.

De bedrijfsvoering van de WKK is zo ingesteld dat de hoeveelheid warmte met een nuttige toepassing zo hoog mogelijk is. Daarnaast  is de ongebruikte warmte dat wordt afgegeven aan de omgeving  zo klein mogelijk. Warmte afgegeven aan een noodkoeler wordt ook beschouwd als ongebruikte warmte.

De eisen ter voorkoming van energieverspilling gelden voor inrichtingen waarbij geen sprake is van broeikasgasinstallaties en waarbij gelijktijdig elektrische en thermische energie door een WKK wordt geproduceerd. Uitzonderingen hierop zijn WKK's waarin vergistingsgas wordt gestookt.

Registratie

Voor de efficiënte werking van de WKK geldt een aantal registratieverplichtingen. De beheerder van de inrichting stelt periodiek het thermisch rendement vast. De volgende verplichtingen gelden:

  • registratie van het brandstofverbruik (jaarlijks)
  • registratie van de geproduceerde elektriciteit (jaarlijks)
  • als de WKK is aangesloten op een noodkoeler: registratie van de nuttig toegepaste warmte (jaarlijks)
  • als de WKK niet is aangesloten op een noodkoeler: vaststellen van het thermisch rendement (vierjaarlijks)

De registraties van het brandstofverbruik en de geproduceerde elektriciteit blijven vijf kalenderjaren beschikbaar voor het bevoegd gezag.