Activiteiten en grenswaarden Regime 1
In onderstaande tabel staan de activiteiten waarvoor het reductieprogramma met vaste-stofregeling gebruikt kan worden. De tabel vermeldt ook de vermenigvuldigingsfactor (VF: nodig voor berekening van de referentie-emissie) en de beoogde emissie. Aan de eisen van het reductieprogramma wordt voldaan als de feitelijke emissie (bepaald aan de hand van de oplosmiddelenboekhouding) kleiner is dan of gelijk is aan de beoogde emissie.
Activiteit |
Drempel verbruik (ton VOS per jaar) |
Vermenigvuldiging factor (VF)* |
reductie% |
|
---|---|---|---|---|
2 |
Illustratiediepdruk |
25 |
4 |
nieuw: 15% |
bestaand: 20% |
||||
3 |
Andere rotatiediepdruk, flexografie, rotatiezeefdruk, lamineer- of lakeenheden |
15 |
4 |
30% |
> 25 |
4 |
25% |
||
Rotatiezeefdruk op textiel of karton |
30 |
1,5 |
25% |
|
6 |
Coaten van voertuigen (< 15 ton VOS verbruik) |
0,5 |
1,5 |
40% |
6 | Overspuiten van voertuigen | 0,5 | 3 | 40% |
7 |
Bandlakken |
25 |
3 |
nieuw: 10% |
bestaand: 15% |
||||
8 |
Overige coatingprocessen |
5 |
- textiel, vezel, film, papier: 4 |
35% |
> 15 |
- textiel, vezel, film, papier: 4 |
25% |
||
10 |
Coating van hout |
15 |
4 |
40% |
> 25 |
4 |
25% |
||
16 |
Aanbrengen van een lijmlaag |
5 |
4 |
30% |
> 15 |
4 |
25% |
*Het bevoegd gezag kan de hoogte van de vermenigvuldigingsfactor (VF) voor individuele installaties aanpassen om rekening te houden met een aangetoonde stijging van het rendement bij gebruik van vaste stoffen.