Periodieke metingen: toetsing aan eisen

De resultaten van een periodieke meting, uitgevoerd volgens de geldende standaard/norm, worden gemiddeld en omgerekend naar standaardcondities, gecorrigeerd voor de meetonzekerheid.

  1. Omrekenen naar standaardcondities
  2. Corrigeren voor de meetonzekerheid

1. Omrekenen naar standaardcondities

De concentratie van de stoffen is afhankelijk van het vocht- en zuurstofgehalte van de rookgassen en van de heersende temperatuur en druk. Om op eenduidige wijze te toetsen aan de emissiegrenswaarden, worden de gemeten concentraties omgerekend naar standaardcondities. Meer informatie over deze herleidingen is te vinden in hoofdstuk 5 van de "L40 handleiding, Meten van luchtemissies".

Zuurstofpercentage

Om te voorkomen dat het bedrijf aan de emissiegrenswaarden voldoet door te verdunnen met schone buitenlucht, zijn de emissiegrenswaarden opgegeven bij een standaard zuurstofgehalte. De gemeten concentratie wordt herleid naar dit zuurstofpercentage.

Het standaard zuurstofpercentage is bij verbranding van:

  • Afval : 11% (Activiteitenbesluit, artikel 5.19, lid 2)
  • Afgewerkte olie : 3% (Activiteitenbesluit, artikel 5.19, lid 3)
  • Meeverbranding van afval : 6% (Activiteitenbesluit, artikel 5.20, lid 2)
  • Meeverbranding van vloeibare of gasvormige brandstoffen: 3% (Activiteitenbesluit, artikel 5.20, lid 3)
  • Cementoven die aan te merken is als afvalmeeverbrandingsinstallatie: 10% (Activiteitenbesluit, artikel 5.22, lid 1)

In hoofdstuk 5 van "L40 handleiding Meten van luchtemissies" de omrekening naar de standaard condities toegelicht.

Vochtgehalte

De standaardconditie is "droog rookgas", dat wil zeggen 0 vol% H2O. Een correctie is niet nodig wanneer voor de analyse er droging plaats heeft. Een correctie voor het volume-aandeel waterdamp in het rookgas is nodig wanneer de bepaling van de concentratie in nat rookgas is, dus zonder rookgaskoeler of -droger. In hoofdstuk 5 van "L40 handleiding Meten van luchtemissies" is het omrekenen naar de standaard condities toegelicht.

Standaard druk en temperatuur

Alle grenswaarden zijn uitgedrukt onder normaalomstandigheden. Dat betekent dat het volume van het rookgas wordt teruggerekend naar standaardcondities. Deze zijn:

  • temperatuur : 273 K
  • druk : 101,3 kPa

De formule voor herleiding naar de standaard druk en temperatuur is gegeven in hoofdstuk 5 van de "L40 handleiding Meten van luchtemissies".

Stikstofoxiden

De uitstoot van stikstofoxiden (NOx) wordt berekend als concentratie van stikstofdioxide.

2. Correctie voor de meetonzekerheid

Van de meetwaarde mag het betrouwbaarheidsinterval worden afgetrokken. Een onafhankelijke, deskundige meetinstantie toont het betrouwbaarheidsinterval aan, volgens Activiteitenregeling, artikel 5.20, lid 9. De geaccrediteerde meetinstantie geeft de meetonzekerheid weer in het rapport. De rekenwijze en bepaling van de meetonzekerheid door het meetbureau is onderdeel van de accreditatie. De waarde van de 95%betrouwbaarheidsinterval is niet groter dan de onderstaande percentages van de daggemiddelde emissiegrenswaarde:

  • Koolmonoxide (CO) : 10% of 5 mg/Nm3
  • Zwaveldioxide (SO2) : 20% of 10 mg/Nm3
  • Stikstofoxiden (NOx) : 20% of 14 mg/Nm3
  • Totaal stof (TSP) : 30% of 1,5 mg/Nm3
  • Koolwaterstoffen (CxHy) : 30% of 3 mg/Nm3
  • Waterstofchloride (HCl) : 40% of 4 mg/Nm3
  • Waterstoffluoride (HF): 40% of 0,4 mg/Nm3

Dioxinen en furanen

De gevalideerde meetwaarden voor dioxines en furanen worden vermenigvuldigd met een toxische equivalentiefactor (Activiteitenregeling, artikel 5.19, lid 5).