Windturbine

Leeswijzer

Deze pagina begint met een uitleg van de activiteit In werking hebben van een windturbine. Wat valt hier in het Activiteitenbesluit wel en niet onder?

De voorschriften van deze activiteit zijn van toepassing op inrichtingen type A, B en C met 1 of 2 windturbines. Een 'losse' windturbine op zich is vaak ook een inrichting.

In het linkermenu ziet u voor welke milieuthema's bij deze activiteit voorschriften gelden. Onderaan deze pagina vindt u per thema een link naar de uitleg over deze voorschriften.

Uitleg van de activiteit

Een windturbine is gedefinieerd als een apparaat voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind.

windmolens

Slagschaduw

De passerende schaduw van draaiende wieken van een windturbine kan op bepaalde plaatsen en onder bepaalde omstandigheden een hinderlijk schaduweffect veroorzaken. Dit kan vooral hinderlijk zijn als de schaduw over ramen valt en zich bijvoorbeeld over een werkplek beweegt waar wordt gestudeerd of gelezen. De mate van hinder wordt onder meer bepaald door:

  • de blootstellingsduur
  • de intensiteit van de wisselingen in lichtsterkte
  • de frequentie van het passeren (rotortoerental)

Passeerfrequenties (aantal passeringen per seconde) tussen 2,5 en 14 Hz veroorzaken hinder. Bij grotere turbines is het toerental lager, zodat de passeerfrequenties meestal beneden 2,5 Hz liggen.

Windturbinepark: Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) of omgevingsvergunning nodig

Een windturbinepark is gedefinieerd als een verzameling van 3 of meer windturbines bij elkaar. Voor een windturbinepark is altijd een omgevingsvergunning milieu nodig of een OBM. De OBM is een 'toestemming vooraf', de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). Zie voor meer informatie Gevolgen Raad van State uitspraak windturbineparken.