Toelichting begrip opslagtank

De juridische definitie in zowel Activiteitenbesluit artikel 1.1 als in het Besluit omgevingsrecht (Bor) bijlage 1 is:

opslagtank: vormvaste opslagvoorziening voor gas met een inhoud van ten minste 150 liter of een vormvaste opslagvoorziening voor vloeistof met een inhoud van ten minste 300 liter, uitgezonderd een intermediate bulk container die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR

Opslagtanks kunnen zowel stationair (op de grond, verdieping of hangend) als mobiel zijn. Een 'intermediate bulk container' (IBC) die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR is geen opslagtank, maar een verpakking. Als er een chemische reactie of vermenging plaatsvindt, is het ook geen opslagtank, maar een procestank.

Definitie

Volgens de omschrijving van 'opslag' in de Dikke van Dale ('een voorraad vormen van ..... ') is er geen sprake van 'opslag' als er een chemische reactie of vermenging plaatsvindt. Alleen tanks waarin geen chemische reactie of vermenging plaatsvindt, zijn opslagtanks. Overigens betekent dit niet dat een tank waarin geen chemische reactie of vermenging plaatsvindt automatisch een opslagtank is: er moet wel sprake zijn van voorraad. Zo hoeft een buffertank voor een waterzuiveringsinstallatie niet gezien te worden als een opslagtank, zelfs zonder chemische reactie of menging.

Met een opslagtank bedoelt het Activiteitenbesluit het geheel van een tank, leidingwerk en appendages. In veel normen waar het Activiteitenbesluit naar verwijst, wordt het begrip tankinstallaties gebruikt. Hieronder valt het geheel van een tank, leidingwerk en appendages.

Procestanks

Tanks met een chemische reactie zijn procestanks. Ze vallen tot een bepaalde hoeveelheid (volgens bijlage I van het Besluit Omgevingsrecht) onder het Activiteitenbesluit als het productieproces waar ze deel van uitmaken onder het Activiteitenbesluit valt. Maar hiervoor gelden geen specifieke maatregelen. Voor het stellen van specifieke externe veiligheidseisen aan procestanks val je terug op de zorgplicht en het bijbehorende maatwerkvoorschrift. Binnen de werking van het Activiteitenbesluit worden procestanks vooral verwacht bij de metaalindustrie en de textielreinigingsbranche.

Gevaarlijke stoffen in procesbaden (zoals bij de galvano) en gevaarlijke stoffen in installaties (zoals bij textielreiniging) worden niet gezien als 'opslag van gevaarlijke stoffen'. Het bovenstaande over procestanks geldt ook voor de procesbaden en installaties.

Ingebouwde tanks

De voorschriften van het Activiteitenbesluit gelden niet voor ingebouwde tanks in een installatie. Als het nodig is, staan de voorschriften voor dergelijke ingebouwde tanks bij de installatie zelf, zoals bijvoorbeeld bij een noodstroomaggregaat.

Hangende tanks

Bovengrondse opslagtanks met gevaarlijke stoffen moeten op een vloer staan om veiligheidsrisico's te beperken. Dit verbod op hangende tanks geldt voor gasolie, halfzware olie, polyesterhars, PER, stoffen van ADR klasse 8 (verpakkingsgroep II en II zonder bijkomend gevaar) en stoffen van ADR klasse 5.1. Hierdoor zijn de opslagtanks goed bereikbaar voor onderhoud en inspectie en er kan snel worden ingegrepen bij calamiteiten.

Er zijn twee uitzonderingen. Het bevoegd gezag kan dan met maatwerkvoorschriften aanvullende eisen stellen. Het gaat om:

  1. Tanks die opgehangen moeten worden omdat ze anders niet aansluiten op de bijbehorende procesinstallatie. Dan is plaatsing op de vloer om technische redenen niet mogelijk.
  2. Bestaande opslagtanks die al boven de grond hingen voordat het Activiteitenbesluit van toepassing werd. Het streven is dat nieuwe en vervangende tanks wel op de vloer staan.

Tanks op een verdieping

Bovengrondse opslagtanks met brandbare gevaarlijke stoffen moeten op de begane grond staan om veiligheidsrisico's te beperken. Dit verbod op plaatsing op een verdieping geldt voor gasolie, halfzware olie en polyesterhars. Met verdieping wordt alle bedoeld dat geen begane grond is, dus een kelder is ook een verdieping. Het bevoegd gezag mag met een maatwerkvoorschrift de plaatsing op een verdieping toch toestaan. De eisen die dan gelden stellen zij meestal op in overleg met de brandweer.

Mobiele tanks

Opslagtanks kunnen stationaire of mobiele tanks zijn. Een stationaire tank zit vaak met leidingwerk aangesloten op een installatie. Een mobiele tank niet en is makkelijk verplaatsbaar. Sommige voorschriften uit Activiteitenbesluit en -regeling gelden alleen voor stationaire opslagtanks. De Activiteitenregeling stelt aparte eisen aan mobiele opslag- en afleverinstallaties met gasolie en lichte olie (mengsmering).

Intermediate bulk container (IBC)

Een IBC die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR is geen opslagtank, maar een verpakking. Dat volgt uit bovenstaande definitie van opslagtank. Een IBC is te herkennen aan het kenmerk volgens ADR hoofdstuk 6.5.2 en het bijbehorende certificaat. Er zijn twee gevallen waarin een IBC wel een opslagtank is:

  1. Als een IBC niet voldoet aan ADR hoofdstuk 6.5, wordt het juridisch gezien een opslagtank. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de ADR keuring is verlopen. De uitzondering voor IBC's in de definitie van opslagtank geldt dan niet meer en de IBC moet voldoen aan de eisen voor opslagtanks. In de praktijk kunnen de meeste IBC's daar niet aan voldoen. De meest logische oplossing is dan om de IBC te laten keuren volgens H6.5 van het ADR. Dan wordt het weer een verpakking.
  2. Vaak is een IBC een kunststof kubus van 1000 liter, maar er zijn ook andere vormen en maten. Er bestaan bijvoorbeeld dubbelwandige stalen IBC's die wel kunnen voldoen aan de eisen voor stationaire opslagtanks. In dat geval kan de ondernemer ervoor kiezen om de IBC te behandelen als opslagtank.

Opslagtanks boven oppervlaktewater

Opslagtanks boven oppervlaktewater kunnen voorkomen bij een bunkerstation. Er zijn twee varianten mogelijk:

  • of het gaat om de ladingtanks, dat zijn opslagtanks die constructie onderdeel zijn van het station zelf.
  • of het gaat om opslagtanks die aan boord van het station geïnstalleerd zijn.

De geïnstalleerde tanks zijn meestal tanks op de wal. Een bunkerstation (drijvende afleverinstallatie) is een binnenschip volgens de Binnenvaartwet. Het Binnenvaartbesluit regelt wanneer een binnenschip een certificaat van eisen heeft. Die eisen zien toe op de constructieve veiligheid van het werktuig, inclusief de ladingtanks. De Binnenvaartwet voorziet daarmee in een uitputtende regeling van de ladingtanks. In de Activiteitenregeling zijn daarom geen eisen gesteld.

Aan boord geïnstalleerde opslagtanks vallen niet onder de eisen van de Binnenvaartwet. Om die reden gelden voor deze geïnstalleerde tanks boven water dezelfde eisen als voor bovengrondse opslagtanks op de wal. Het enige verschil is dat opslag boven oppervlaktewater geen bodembedreigende activiteit is. Daarom gelden de algemene bodemvoorschriften van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet.

Vragen en antwoorden

Zie ook

Activiteiten beschrijvingen en voorschriften: