Beschrijving Type C inrichting met IPPC-installatie

Een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort, is een inrichting type C onder het Activiteitenbesluit.

Inrichtingen type C zijn inrichtingen die altijd een omgevingsvergunning milieu nodig hebben (Bor, artikel 2.1, lid 2). Soms hebben inrichtingen type C ook een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig. Een OBM is niet nodig als de activiteit deel uitmaakt van de IPPC-installatie (Bor artikel 2.1a lid 7).

Inrichtingen type C moeten een melding Activiteitenbesluit doen voor activiteiten waarop hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing is. Voor die activiteiten hoeven dan geen voorschriften in de vergunning te staan.

Een wijziging aan de IPPC-installatie zelf is nooit meldingsplichtig. Hiervoor is altijd een omgevingsvergunning milieu nodig (Bor, artikel 2.4 lid 2).

Alleen een gedeelte van het Activiteitenbesluit is van toepassing op inrichtingen type C. De rest van de milieuregels staat in de omgevingsvergunning van het bedrijf. Los van het Activiteitenbesluit en de omgevingsvergunning kunnen ook andere milieuregels gelden.

Per onderdeel van het Activiteitenbesluit is aangegeven of dit van toepassing is op een inrichting type C.

Met dit schema bepaalt u wat de inrichting nodig heeft. Zie voor meer informatie over de relatie tussen IPPC en het Activiteitenbesluit de Handleiding bepalen BBT.

Schema type C inrichting IPPC Activiteiten uit artikel 2.2a Bor die geen deel uitmaken van IPPC-installatie Activiteiten uit hoofdstuk 3 AB uitgevoerd die geen deel uitmaken van de IPPC-installatie? Activiteiten uit hoofdstuk 3 AB uitgevoerd die geen deel uitmaken van de IPPC-installatie? Omgevingsvergunning milieu OBM Melding AB Omgevingsvergunning milieu OBM Omgevingsvergunning milieu Melding AB Omgevingsvergunning milieu

Hotspots

Activiteiten uit artikel 2.2a Bor die geen deel uitmaken van IPPC-installatie

OBM-plicht: Artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (Bor) wijst aan in welke gevallen een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM, omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid onder i van de Wabo) van toepassing is op activiteiten binnen inrichtingen.

Een OBM is echter niet nodig als de activiteit deel uitmaakt van de IPPC-installatie (Bor artikel 2.1a lid 7).

Meer informatie:

Activiteiten uit hoofdstuk 3 AB uitgevoerd die geen deel uitmaken van de IPPC-installatie?

In hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit staan regels die ook gelden voor vergunningplichtige inrichtingen en waarvoor in principe een melding gedaan moet worden. Maar als een van deze activiteiten onderdeel is van de IPPC-installatie, is er voor die activiteit geen meldingsplicht.

In de inhoudsopgave van de integrale versie van het Activiteitenbesluit staan alle activiteiten van hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit.

Zie ook de Handleiding bepalen BBT voor de relatie tussen de IPPC-installatie en het Activiteitenbesluit.

Melding AB

Melding AB = Melding in het kader van het Activiteitenbesluit

Volgens artikel 1.10, eerste lid moet bij oprichting of verandering van een inrichting een melding in het kader van het Activiteitenbesluit worden gedaan bij het bevoegd gezag.

Omgevingsvergunning milieu

Een Omgevingsvergunning voor het aspect milieu is een vergunning op grond van Wabo, artikel 2.1, eerste lid, onder e.

OBM

OBM = Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets is een vergunning zonder voorschriften met één specifieke toetsingsgrond. Bijvoorbeeld luchtkwaliteit of doelmatig beheer van afvalstoffen. (Wabo, artikel 2.1, eerste lid, onder i).