Melding, Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets (OBM) en omgevingsvergunning milieu

De meeste bedrijven in de rubber- en kunstofindustrie vallen sinds 2013 als ‘type B' geheel onder het Activiteitenbesluit. Bij aanvang van hun activiteiten moeten deze bedrijven dit melden aan het bevoegd gezag, meestal de gemeente.

Voor het verwerken van polyesterhars en het innemen van kunststofafval is toestemming vooraf nodig in de vorm van een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). Met de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM), bepaalt u of een OBM of nog een omgevingsvergunning milieu nodig is.

Melding en AIM

Met de Activiteitenbesluit Internet Module kan de melding worden gedaan. Naast de algemene meldingseisen zijn er afhankelijk van de activiteiten extra eisen aan de melding, bijvoorbeeld voor afval- of polyesterhars verwerkende bedrijven. Bij het melden moet het bedrijf dan aangeven hoe geurhinder wordt tegengegaan. Zie voor meer informatie de pagina over luchtvoorschriften voor het verwerken polyesterhars.

OBM voor polyesterhars en kunststofafval

Voor het uitvoeren van een bepaalde activiteit is toestemming van het bevoegd gezag nodig, voordat met de activiteit mag worden gestart. Deze toestemming heet de omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). De AIM geeft aan of een OBM nodig is en biedt een link naar het Omgevingsloket online (OLO) om de OBM aan te vragen. Voor de beoordeling van een OBM geldt een termijn van 8 weken met een mogelijke verlenging van 6 weken.

De omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) is een simpele vergunning. Voor de OBM-plichtige activiteit staan voorschriften in het Activiteitenbesluit. De AIM geeft aan of een OBM nodig is.

Voor het verwerken van polyesterhars is een OBM nodig. Daarnaast kan een OBM nodig zijn voor het innemen van kunststofafval. Deze OBM geldt niet voor het opslaan en opbulken van kunststofafval dat afkomstig is van de eigen bedrijfsvoering.

Zie ook de OBM-overzichten:

Wanneer nog een omgevingsvergunning milieu?

Meestal heeft een bedrijf in de rubber- en kunstofindustrie geen omgevingsvergunning milieu nodig. Slechts in bepaalde gevallen is dit nog nodig, dit zijn dan ‘type C' bedrijven. Voor hen geldt slechts een deel van het Activiteitenbesluit, zoals voorschriften uit hoofdstuk 3 voor opslag van oplosmiddelen in ondergrondse tanks en voor stookinstallaties, maar niet hoofdstuk 4.

Een vergunning is nodig voor onder andere:

  • IPPC bedrijven. Hier gaat het om bedrijven die op industriële schaal chemische stoffen fabriceren zoals polymeren, kunstvezels, cellulosevezels en rubbercompounds en bedrijven die zeer grote hoeveelheden oplosmiddelen verbruiken bij de oppervlaktebehandeling van metaal of kunststof.
  • BRZO en BEVI bedrijven
  • Bedrijven die grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opslaan, zoals polyesterhars in een of meer bovengrondse tanks van meer dan 10 kubieke meter
  • Bedrijven die kunststof schuimen of expanderen met pentaan als blaasmiddel
  • Bedrijven die Illustratiediepdrukken of rotatiezeefdrukken

Ondernemingsdossier

Het Ondernemingsdossier stelt een onderneming in staat om bepaalde informatie uit de eigen bedrijfsvoering eenmalig beschikbaar te stellen aan overheden zoals toezichthouders en vergunningverleners.

Als een bedrijf een bepaalde maatregel moet treffen, dan signaleert het Ondernemingsdossier dat.

Als een bedrijf een omgevingsvergunning milieu of OBM moet aanvragen, of een maatregel moet treffen, dan geeft het Ondernemingsdossier dat aan. Het dossier biedt een directe link naar de AIM.