Samenvatting brancheinformatie betonindustrie

Sinds 1 januari 2013 vallen bedrijven in de betonindustrie onder het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. In de meeste gevallen hebben deze bedrijven geen omgevingsvergunning milieu of watervergunning nodig.

Welke bedrijven

Onder de betonindustrie vallen bedrijven die betonmortel of betonproducten maken en bewerken en eventueel het restbeton breken. Een betonbedrijf kan aangemerkt worden als grote lawaaimaker.

Grote lawaaimakers zijn:
Bedrijven die betonmortel maken met een capaciteit van 100.000 kg per uur of meer en bedrijven die betonproducten maken (met behulp van persen, triltafels of bekistingstrillers) met een capaciteit van 100.000 kg per dag of meer.

Welke activiteiten

Typische activiteiten binnen de betonbranche zijn het maken van betonmortel waarbij grond- en hulpstoffen worden gedoseerd en gemengd. Daarnaast zijn veelvoorkomende typische activiteiten het vormgeven, breken, lijmen, harsen, coaten, mechanisch bewerken en het chemisch behandelen van betonproducten.

Verder komt het uitwendig wassen van motorvoertuigen voor en het inwendig reinigen van transportmiddelen zoals truckmixers waarin betonmortel is vervoerd. Ook vindt opslag van diverse stoffen plaats.

Welke milieuthema's

Belangrijke milieuthema's voor bedrijven binnen de betonindustrie zijn lucht, bodem, geluid, trillinghinder, energie, externe veiligheid en lozingen. Voor lucht, bodem, externe veiligheid en lozingen zijn er specifieke voorschriften per activiteit.

Melding

Bij het starten of veranderen van activiteiten moeten bedrijven dit melden bij het bevoegd gezag. Bij verandering is een melding alleen nodig als een afwijking ontstaat van eerder verstrekte gegevens. Met de Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) kan een bedrijf de melding doen. Een melding Activiteitenbesluit moet een aantal algemene gegevens bevatten.

Voor een betonbedrijf geldt dat er vaak ook specifieke informatie bij de melding moet zitten.

Akoestisch onderzoek

Betonbedrijven moeten bij de melding Activiteitenbesluit een akoestisch rapport voegen.

Voor betonbedrijven die zijn aangewezen als grote lawaaimakers gelden aanvullende eisen voor het akoestisch rapport. Voor die betonbedrijven geldt dat een akoestisch rapport informatie moet bevatten waaruit het bevoegd gezag kan opmaken of het starten of veranderen van het bedrijf aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder voldoet. Het bevoegd gezag kan het akoestisch rapport gebruiken voor het toetsen van de aanvraag van een omgevingsvergunning beperkte milieutoets oftewel OBM (zie verderop).

Onderbouwing gevolgen luchtkwaliteit

Bedrijven die betonmortel of betonproducten maken, moeten bij de melding een onderbouwing van de gevolgen (van de activiteiten) voor de luchtkwaliteit voegen. Deze hoeft niet in alle gevallen een luchtkwaliteitsrapport te zijn. Als door middel van een kwalitatieve onderbouwing aannemelijk kan worden gemaakt wat de gevolgen zijn, dan voldoet deze kwalitatieve onderbouwing.

Het bevoegd gezag kan de onderbouwing gebruiken voor het toetsen van de aanvraag van een OBM.

Afvalstoffengegevens

Betonbedrijven die afvalstoffen van andere bedrijven verwerken in de betonmortel of betonproducten moeten bij de melding informatie toevoegen over de afvalstoffen die worden gebruikt. Het bevoegd gezag kan de afvalstoffengegevens gebruiken voor het toetsen van de aanvraag van een OBM.

Wanneer een omgevingsvergunning milieu nodig

Voor de typische activiteiten die plaatsvinden binnen de betonindustrie is geen omgevingsvergunning milieu nodig. Er is wel een omgevingsvergunning milieu nodig voor het:

  • inwerking hebben van een puinbreker voor het breken van bouw- en sloopafval van derden
  • opslaan van meer dan 10.000 ton bouwstoffen in het geval het afvalstoffen betreffen
  • opslaan van benzine in bovengrondse tank
  • vervaardigen of drogen van kalkzandsteen en cellenbeton
  • vervaardigen van cement of cementklinker

Wanneer een watervergunning nodig

De bedrijven in deze branche hebben meestal geen watervergunning nodig. In het Activiteitenbesluit zijn de lozingen algemeen geregeld. Het afvalwater afkomstig van de werkzaamheden gaat in de meeste gevallen naar het vuilwaterriool.

Ook voor lozingen op een niet-kwetsbaar oppervlaktewater is geen watervergunning nodig. Dit is ook geregeld in hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Een kwetsbaar oppervlaktewater is een oppervlaktewater dat niet is aangewezen in bijlage 2 van de Activiteitenregeling. Voor lozingen op een kwetsbaar oppervlaktewater is wel een watervergunning nodig.

Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)

Voor het vervaardigen van betonmortel of betonproducten is geen omgevingsvergunning milieu nodig. Wel is nog een toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat met de activiteit mag worden gestart. Deze toestemming heet de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM). In de volgende tabel staat in welke gevallen een OBM nodig is en waarom.

Overzicht wanneer en waarvoor een OBM voor de betonindustrie

OBM nodig wegens

Welk bedrijf heeft OBM nodig?

Grondslag in Besluit omgevingsrecht

1. Geluid

Bedrijven die betonmortel maken (alleen grote lawaaimakers)

2.2a, lid 3

Bedrijven die betonproducten maken (alleen grote lawaaimakers)

2.2a, lid 3

2. Lucht

Bedrijven die betonmortel maken (zowel grote als niet-grote lawaaimakers)

2.2a, lid 4, onder b

Bedrijven die betonproducten maken (zowel grote als niet-grote lawaaimakers)

2.2a, lid 4, onder b

Bedrijven die restbeton breken voor het maken van betonmortel (zowel grote als niet-grote lawaaimakers)

2.2a, lid 4, onder b

3. Afvalstoffen

Bedrijven die afvalstoffen mengen voor het vervaardigen van betonmortel of betonproducten (zowel grote als niet-grote lawaaimakers)

2.2a, lid 2 onder f

Activiteiten en maatregelen

Per activiteit zijn voorschriften in het Activiteitenbesluit en maatregelen in de Activiteitenregeling opgenomen. Daarnaast gelden ook algemene voorschriften en maatregelen over geluid, energie en trillinghinder die niet activiteitgebonden maar op het hele bedrijf van toepassing zijn. De algemene voorschriften en maatregelen geluid, energie en trillinghinder staan hieronder. De website van InfoMil geeft uitgebreide informatie over de voorschriften en maatregelen voor de verschillende activiteiten.

Geluid

Bij de productie van betonproducten is geluid een belangrijk milieuaspect vanwege het gebruik van triltafels, bekistingstrillers en persen. Ook bij de productie van betonmortel is geluid een belangrijk milieuaspect.

Beschermingsniveau

Het Activiteitenbesluit biedt aan een beperkt aantal objecten bescherming. Het gaat om gevoelige gebouwen (waaronder woningen) en gevoelige terreinen. De in het Activiteitenbesluit opgenomen grenswaarden op de gevel van gevoelige gebouwen gelden ook op de grens van gevoelige terreinen. Het beschermingsniveau tegen geluidhinder is geregeld in afdeling 2.8 van het Activiteitenbesluit.

Om te weten welk beschermingsniveau van toepassing is, is het van belang om te weten of het betonbedrijf op een gezoneerd industrieterrein of een bedrijventerrein ligt (of juist op geen van beide terreinen ligt).

Betonbedrijf niet op bedrijventerrein of gezoneerd industrieterrein

Deze situatie kan van toepassing zijn op een betonbedrijf dat niet als grote lawaaimaker is aangemerkt. Het Activiteitenbesluit geeft standaardwaarden die van toepassing zijn op betonbedrijven die zich niet op een bedrijventerrein bevinden en ook niet op een gezoneerd industrieterrein. Het gaat om de toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en maximale geluidsniveau (LAmax) uit de volgende tabel.

Tabel 2.17a Algemeen (art. 2.17, lid 1)


Norm (dB(A))

Periode (uur)

07-19

19-23

23-07

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen

50

45

40

LAr,LT in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten van in- en aanpandige gevoelige gebouwen

35

30

25

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen

70

65

60

LAmax in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten van in- en aanpandige gevoelige gebouwen

55

50

45

Betonbedrijf op bedrijventerrein (maar geen gezoneerd industrieterrein)

De situatie kan van toepassing zijn op een betonbedrijf dat niet als grote lawaaimaker is aangemerkt. Voor een betonbedrijf op een bedrijventerrein (maar geen gezoneerd industrieterrein) gelden de waarden uit de volgende tabel voor gevoelige gebouwen op het bedrijventerrein.

Tabel 2.17c Activiteitenbesluit

Norm (dB(A))

Periode (uur)

07-19

19-23

23-07

LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen

55

50

45

LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

35

30

25

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen

75

70

65

LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

55

50

45

Betonbedrijf op gezoneerd industrieterrein

Betonbedrijven die een grote lawaaimaker zijn, zijn altijd gevestigd op een gezoneerd industrieterrein. Ook kan het zijn dat het betonbedrijf geen grote lawaaimaker is maar zich wel vestigt op een bedrijventerrein dat (door een andere grote lawaaimaker) als gezoneerd industrieterrein is aangemerkt.

Voor een betonbedrijf op een gezoneerd industrieterrein geldt voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) een grenswaarde van 50 dB(A) op 50 meter van de grens van de inrichting in plaats van op de gevel van gevoelige gebouwen. Als binnen een afstand van 50 meter van de grens van de inrichting gevoelige gebouwen zijn gelegen, anders dan gevoelige gebouwen op het gezoneerde industrieterrein, dan geldt de grenswaarde wel op de gevel van deze gevoelige gebouwen. Voor betonbedrijven op een gezoneerd industrieterrein gelden de waarden uit de volgende tabel.

Tabel 2.17d Activiteitenbesluit

Norm (dB(A))

Periode (uur)

07-19

19-23

23-07

LAr,LT op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting

50

45

40

LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

35

30

25

LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen

70

65

60

LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen

55

50

45

Maatwerkmogelijkheden

Volgens het Activiteitenbesluit is er een maatwerkmogelijkheid voor geluid. Maatwerk is mogelijk voor bijvoorbeeld andere grenswaarden voor geluid en de plaats waar deze waarden gelden.

Trillinghinder

De maximale trillingsterkte die mag bereikt door het betonbedrijf staat niet in het Activiteitenbesluit, maar in tabel 2 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B "Hinder voor personen in gebouwen" van de Stichting Bouwresearch Rotterdam, voor de gebouwfunctie wonen.

Energie

In het Activiteitenbesluit is de plicht voor een bedrijf opgenomen om alle energiebesparende maatregelen te realiseren met een terugverdientijd van vijf jaar (of minder) per energiebesparende maatregel. Deze plicht is niet van toepassing bij een minimaal jaarlijks elektriciteitsverbruik van 50.000 kWh of een minimaal jaarlijks verbruik van 25.000 m3 aan aardgasequivalenten aan brandstoffen.

Overgangsrecht van vergunning naar algemene regels

Algemeen overgangsrecht

Volgens het algemene overgangsrecht geldt na het vervallen van de vergunningplicht een minder streng vergunningvoorschrift nog 6 maanden als maatwerk. Als het Activiteitenbesluit of de –regeling maatwerk mogelijk maken, dan gelden de minder strenge vergunningvoorschriften zelfs 3 jaar als maatwerk.

Overgangsrecht Geluid

Voor geluid geldt overgangsrecht. Voor betonbedrijven die zijn aangewezen als grote lawaaimaker geldt dat de geluidsvoorschriften uit de (vervallen) omgevingsvergunning milieu voor onbepaalde tijd als maatwerkvoorschrift gelden. Voorwaarde hierbij is wel dat de geluidsvoorschriften uit de vervallen omgevingsvergunning milieu iets reguleren waar onder het Activiteitenbesluit een maatwerkmogelijkheid voor bestaat.

Overgangsrecht Lucht

Voor een aantal activiteiten binnen de betonindustrie - zoals het mechanisch bewerken van beton of het maken van betonmortel - geldt voor emissies naar de buitenlucht een eis. Die houdt in dat emissies naar de buitenlucht bovendaks en omhoog gericht moeten worden afgevoerd als er binnen 50 meter gevoelige gebouwen, zoals woningen, zijn gelegen. Dit geldt niet voor betonbedrijven die een omgevingsvergunning milieu hadden voor 1 januari 2013 en niet wijzigen of voor gevoelige gebouwen op een gezoneerd industrieterrein of bedrijventerrein met minder dan 1 gevoelig gebouw per hectare.

Overgangsrecht Bodem

Het op bekisting aanbrengen van ontkistingsmiddelen moet plaatsvinden boven een vloeistofdichte vloer of verharding of een lekbak. Dit voorschrift is niet van toepassing op betonbedrijven die een omgevingsvergunning milieu hadden voor 1 januari 2013 waarin andere bodembeschermende voorzieningen of maatregelen zijn voorgeschreven om tot een verwaarloosbaar bodemrisico te komen.

Meer informatie

De website van InfoMil geeft uitgebreide informatie over de betonindustrie. Overheden kunnen met vragen terecht bij de helpdesk van Kenniscentrum InfoMil. Bedrijven kunnen met vragen terecht bij hun koepelorganisatie (BFBN of VOBN) of bij Antwoord voor bedrijven.


Ondernemingsdossier

Het Ondernemingsdossier stelt een onderneming in staat om bepaalde informatie uit de eigen bedrijfsvoering eenmalig beschikbaar te stellen aan overheden zoals toezichthouders en vergunningverleners.

Als een bedrijf een bepaalde maatregel moet treffen, dan signaleert het Ondernemingsdossier dat.

Als een bedrijf een omgevingsvergunning milieu of OBM moet aanvragen, of een maatregel moet treffen, dan geeft het Ondernemingsdossier dat aan. Het dossier biedt een directe link naar de AIM.