Kan ik handhaven op het niet indienen van een melding of het indienen van een onvolledige melding?

Vraag

Kan ik handhaven tegen het niet indienen van een melding of het indienen van een onvolledige melding?

Antwoord

Ja, tegen het niet indienen van een melding of het indienen van een onvolledige melding kan handhavend worden opgetreden.

Het doen van een melding is een wettelijke verplichting. Zoals in art. 8.41, lid 1, Wm is bepaald, wordt bij 8.40 AMvB's de verplichting opgelegd tot het doen van een melding van het oprichten of het veranderen (van de werking) van een inrichting. In het Activiteitenbesluit is deze verplichting geregeld in artikel 1.10, lid 1 en lid 2. In de overige bepalingen van afdeling 1.2 "Melding" is bepaald welke informatie bij de melding moet worden gevoegd.

De melding dient om het bevoegd gezag op de hoogte te stellen van het oprichten of veranderen van het bedrijf (signaleringsfunctie). De melding zorgt er voor dat het bevoegd gezag bekend is met de gegevens van het bedrijf met het oog op handhaving.

Op ontvangst van de melding volgt geen besluit. De melding hoeft ook niet geaccepteerd te worden en heeft dan ook geen rechtstreekse gevolgen. Ook als een bedrijf geen melding heeft ingediend, dan zijn toch de eisen uit het Activiteitenbesluit van toepassing en kan handhavend worden opgetreden indien de regels van het Besluit worden overtreden.

Dit alles neemt echter niet weg dat het doen van de melding toch is af te dwingen. Dit kan op de volgende manieren.

Via bestuursrechtelijk handhaving

Indien met die melding nadere gegevens overgelegd moeten worden die niet eerder overgelegd zijn, is het goed mogelijk een melding inclusief die gegevens af te dwingen middels een dwangsom in verband met de overtreding van artikel 8.41 Wm juncto artikel 1.10, lid 1 of lid 2 van het Activiteitenbesluit.

Dit is met betrekking tot de oude 8.40-AMvB's bevestigd in een uitspraak van de ABRvS, 200103313/1, 27 februari 2002, Maasdriel.

Verweerders bleken bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom zolang met betrekking tot een verandering van de inrichting geen melding ingevolge artikel 6, eerste lid, van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen was gedaan. Hierbij overweegt de Afdeling overigens dat de bestreden last onder dwangsom niet strekt tot het voorkomen van geluidhinder maar om te bewerkstelligen dat de overtreding wordt beëindigd die daaruit bestaat dat appellante heeft nagelaten de melding te doen die zij volgens artikel 6 van het Besluit verplicht is te doen.

Via strafrechtelijke handhaving

Het niet-melden van het oprichten of veranderen van een inrichting is aan te merken als een economisch delict. Het gaat hier dan om een overtreding van art. 8.41 eerste, tweede en derde lid Wm juncto art. 1a cat. 2 Wet economische delicten. Ook het afdwingen van een melding middels toepassing van strafrechtelijke handhaving behoort dus tot de mogelijkheden.

Dit blijkt mede uit een uitspraak van de Economische Politierechter te Alkmaar, d.d. 8 december 2003, parketnr: 039149-03. Op het niet melden van een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer (oude), werd een vonnis van 450 euro subsidiair 19 dagen hechtenis uitgesproken.

Via het niet in behandeling nemen van een aanvraag om een Omgevingsvergunning

Wanneer het gaat om activiteiten waarvoor ook een Omgevingsvergunning nodig is, dan is een volledige melding Activiteitenbesluit een indieningsvereiste bij de aanvraag om een Omgevingsvergunning (art. 8.41a Wet milieubeheer).

Als de melding Activiteitenbesluit niet is gedaan of de melding onvolledig is, dan wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende gegevens aan te vullen. Bij het uitblijven van een volledige melding, neemt het bevoegd gezag de aanvraag om een Omgevingsvergunning niet in behandeling.